Cryptomunten
Mr. P. M. (Pieter) Oskam | Geen reacties | 06-03-2020| 09:31
Vraag
Ik heb de volgende vraag voor een panellid van de Gereformeerde Gemeenten. Hoe staan wij tegenover zaken als beleggen/handelen in aandelen, opties, bitcoin en andere cryptomunten. Is dat (als je er verstand van hebt) het benutten en gebruiken van je talenten, mag je het systeem gebruiken of daar geld aan verdienen, of is het een ding waar we ver vandaan moeten blijven?
Antwoord
Beste vraagteller,
Je vraag lees ik zo dat je op zoek bent naar hoe je als christen op een verantwoorde wijze kan omgaan met onder andere beleggen en andersoortige financiële producten en diensten. Als je op zoek zou zijn naar een handboek van wat wel en niet mag vanuit de Gereformeerde Gemeenten moet ik je teleurstellen: dat bestaat niet. De Ger. Gem. heeft niet met uitzondering van anderen de (Bijbelse) waarheid in pacht. Een christen zal proberen om, door de kracht van de Heilige Geest, een leven te leiden in de geest van zijn zaligmaker Jezus Christus (Heidelbergse Catechismus zondag 1). Hiervoor is allereerst de Bijbel als Gods Woord de richtlijn. Omdat de Bijbel niet over alle onderwerpen (duidelijk) spreekt en de context van ons huidige leven zo anders is dan die in de tijd dat de Bijbel werd geschreven, is het nodig om als christenen met elkaar na te denken over wat het goede is om te doen. Hiervoor heb je elkaar nodig en kan je gerust ook leren van andere christenen buiten de Gereformeerde Gemeenten. Ik wil een aantal gedachten met je delen:
-Als het gaat over de vraag welke richtlijnen er vanuit de Bijbel naar voren komen ten aanzien van de hedendaagse financiële mogelijkheden moet je je goed realiseren dat de meeste Bijbelse gegevens op schrift zijn gesteld in een tijd dat er sprake was van een agrarische samenleving en zaken als banken of beleggen zoals wie die kennen afwezig waren. Wil je een richtlijn voor het goede handelen van vandaag vinden zal je een laag dieper moeten kijken.
-De Bijbel spreekt niet eenduidig over financiën en ook uit de kerkgeschiedenis blijkt dat christenen op verschillende wijze met hun geldelijke vermogen omgaan. We vinden Bijbelse lijnen van radicale afwijzing van bezit, denk aan de rijke jongeling die door Jezus gezegd werd alles te verkopen en aan de armen te geven (Mark. 10:21) of de eerste christengemeente waar bezit gemeenschappelijk was (Hand. 4:32). Dit ideaal is door de kerkgeschiedenis heen ook steeds in de praktijk gebracht, onder andere door kloosterlingen en ook vandaag de dag zijn er bijvoorbeeld zendelingen en evangelisten die welbewust kiezen voor een sober en financieel afhankelijk leven. Jezus zegt: “Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn” (Luk. 12:34) en wat baat het een mens de wereld te winnen en aan zijn ziel schade te lijden? (Marc. 8:36-37). Je kan niet zowel God als de Mammon dienen (Luk. 16:13).
-Een andere lijn die we vinden in de Bijbel is dat bezit en rijkdom in ethisch opzicht neutraal is. In die opvatting is bezit zelf niet het probleem, maar slechts de begeerte naar bezit. Het duidelijkst vind je dit terug in het tiende gebod: “Gij zult niet begeren uws naasten huis, (...) noch iets dat van uw naasten is” (Ex. 20:17). Dit leert ons dat het goed is om tevreden en dankbaar te zijn met het bezit dat ons is toevertrouwd. Het is niet goed om een concurrentiestrijd aan te gaan waarvan onze eigen begeerte naar meer de drijfveer is. Koning Salomo kreeg van God grote rijkdom, maar wel omdat hij niet om rijkdom had gevraagd (1 Kon. 3:13). Paulus noemt geldzucht -en niet het geld zelf- de wortel van alle kwaad (1 Tim. 6:9-10).
-Over rijkdom en bezit wordt in de Bijbel ook positief gesproken. Prediker roept op om te genieten van de goede gaven van God en om te doen wat je hand vindt om te doen (Pred. 9:7-10). Dit genieten gaat ook altijd samen met delen met anderen. De randen van de akkers en de gevallen korenaren waren voor de armen (denk aan Ruth op de akker van Boaz). In de Talmoed, een van de joodse geschriften wordt in dat verband de barmhartigheid als iets goeds gezien, toch volgt er ook een relativering: je mag niet meer dan een derde van je bezit weggeven. Als je alles weggeeft verarm je en kom je zelf ten laste van de gemeenschap. Prediker moedigt investeren op een verstandige manier ook aan: “Werp uw brood uit over het water, want na velen dagen zult u het vinden. Verdeel het in zevenen of zelfs in achten, want u weet niet welk kwaad er over de aarde komen zal” (Pred. 11:1-2). Aan de andere kant waarschuwt Prediker overigens ook voor de rijkdom: je kan niets meenemen bij de dood (Pred. 3:22); meer rijkdom betekent niet vanzelfsprekend meer geluk: je kan er ook slapeloze nachten van krijgen (Pred. 5:11); en: “wie het geld liefheeft, wordt door het geld niet verzadigd” (Pred. 5:9). Job was een rijk man, net als Jozef van Arimathea en zij werden niet op hun rijkdom aangesproken. Zij zullen hun rijkdommen hebben vergaderd met de economische mogelijkheden die er in die tijd waren.
-Een principiële lijn ten aanzien van eigendom en vermogen is in het Oude Testament te vinden. Vermogensrechtelijke goederen zijn in bruikleen gegeven door God. “De HEERE zal Israël overvloedig zegenen in het land, dat in erfelijk bezit is gegeven” (Deut. 15:4). Erfelijk bezit is niet hetzelfde als het hebben van eigendomsrechten, het brengt tot uitdrukking dat het land door God -als de eigenaar daarvan- wordt gegeven aan de Israëlieten die het op hun beurt niet voor zichzelf mogen houden of verkwisten. Het wijst op solidariteit tussen de generaties. Je gaat verder met het bezit van de vorige generatie en gaat er goed mee om met het oog op de volgende generatie. Paulus werkt dit principe uit met het oog op het voorbijgaan van deze wereld en het einde van de tijd: “laten zei die kopen, alsof zij niet bezitten, en zij die van deze wereld gebruikmaken, alsof zij die niet gebruiken” (1 Kor. 7:30-31).
Zoals je uit deze schets van verschillende Bijbelse gegevens kan zien is het nog niet eenvoudig om op basis hiervan een simpele regel te halen over wel of niet beleggen of de vraag of Bitcoins geoorloofd zijn. Je zal voor jezelf na moeten gaan wat deze Bijbelse gegevens jou te zeggen hebben over de vraag hoe je met je geld omgaat en op welke wijze je dit kan investeren.
Als het specifiek gaat over Bitcoins zal je je daarnaast, denk ik, moeten afvragen of het sterk speculatieve element daarvan verantwoord is. Daarnaast kan je nog denken aan de vraag of het als christen geoorloofd is om buiten het zicht van de overheid, wat betreft regulering en belastingheffing, geld in een speculatief middel te stoppen. Kan je in voldoende mate overzien wat er met jouw geld gebeurt en dat het bijvoorbeeld niet indirect bijdraagt aan een systeem van criminaliteit en onderwereld? Kan je überhaupt wel voldoende inzicht en kennis hebben van zo’n ongrijpbaar fenomeen, of is het vooral de mogelijkheid van grote winst -met de bijbehorende kans op groot verlies- dat je aantrekt in Bitcoins?
Veel succes bij de verdere doordenking van dit interessante thema! Ik hoop dat de wijze waarop je met je geld omgaat tot zegen mag zijn van de mensen om je heen en jezelf.
Met vriendelijke groet,
Pieter Oskam
Dit artikel is beantwoord door
Mr. P. M. (Pieter) Oskam
- Geboortedatum:03-03-1992
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Zeist
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Functie: Financieel/diaconaal zorgverlener (www.bobeldijk.nu)
Opleidingen: Bachelor of Theology & Master of Laws