Het dwaze van God is wijzer
Ds. W. C. Meeuse | 1 reactie | 05-03-2020| 08:06
Vraag
In 1 Korinthe 1:25 staat: “Want het dwaze van God is wijzer dan de mensen en het zwakke van God is sterker dan de mensen.” Wat wordt hiermee bedoeld? Het zwakke van God zie ik naar voren komen in Marcus 14, in de Hof van Gethsemane. Maar wat wordt met het dwaze bedoeld?
Antwoord
We lezen de tekst van 1 Korinthe 1:25 in zijn verband: lees de verzen 18 t/m 31. Paulus spreekt over de prediking als “dwaasheid” (vers 21). Omdat de boodschap van het Evangelie in de ogen van hen die verloren gaan (vers 18) als dwaasheid klinkt. Het Evangelie is niet door mensen uitgedacht. Het moet voor de mensen ook wel vreemd zijn dat God Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft: Hij gaf Hem over in de dood van het kruis om Zijn liefde te tonen tot zondaren (Johannes 3:16). Paulus stelt de wijsheid van de wereld tegenover de wijsheid van God (vers 21).
De prediking heeft als inhoud: Christus de Gekruisigde, de Joden een struikelblok (ergernis) en voor de Grieken dwaasheid (vers 23). Het “dwaze van God” is dus de prediking van het kruis, die in de ogen van ongelovigen dwaasheid is. Maar het is wijzer dan de mensen. Het “zwakke van God” is de overgave van Zijn Zoon. Maar juist dat is sterker dan de mensen. Het gaat dus in deze tekst (1 Korinthe 1:25) niet over het dwaze van God of het zwakke in God, maar het gaat over de prediking, zoals deze als dwaas en zwak ervaren wordt door ongelovigen.
Ds. W. C. Meeuse
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. C. Meeuse
- Geboortedatum:12-04-1944
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Sliedrecht
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus (2011)
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Wedergeboren christenen zien het juist als een sport om hoe dan ook goed te doen en in de liefde te blijven. Voor hun is dat (ook) niet makkelijk maar zij hebben een ander licht / zicht.
2 cor 4:17 "Want de lichte last der verdrukking van een ogenblik bewerkt voor ons een alles verre te boven gaand eeuwig gewicht van heerlijkheid, daar wij niet zien op het zichtbare, maar op het onzichtbare; want het zichtbare is tijdelijk, maar het onzichtbare is eeuwig".