Regels voor slavernij
Ds. J.L. Schreuders | Geen reacties | 25-02-2020| 16:21
Vraag
Ik begrijp Exodus 21: 20-21 niet goed. Gaat dit over een Hebreeuwse slaaf of over een buitenlander? Ik heb mijn best gedaan om uit te zoeken wat deze verzen betekenen, want ik vind ze erg pijnlijk, maar ik ben er niet uitgekomen. Het kan toch niet zo zijn dat God een slaaf die door zijn baas wordt doodgeslagen, wreekt aan zijn eigenaar maar niet wreekt wanneer deze slaaf nog één of twee dagen na de mishandeling blijft leven? En geld speelt daarin voor God toch helemaal geen rol?!
Dergelijke teksten kan ik niet verdragen! Zij geven mij slechte gedachten over God. God die voor mij persoonlijk buitengewoon goed is geweest. Is Hij dan niet voor allen goed? Wie kan nu zulke teksten verdragen en/of zonder probleem accepteren? Ik kom hier telkens weer door in conflict met God en mijn geloof in Hem. Niet dat ik zo goed ben en mijn naaste liefheb als mijzelf, maar van God kan ik zulke uitspraken niet begrijpen. Eerlijk gezegd maakt het me kapot. God heeft mij mijn zonden vergeven; dit heb ik letterlijk fysiek gevoeld in mijn hart en toch laten deze zinnen uit Exodus mij schipbreuk lijden van het geloof. Ben ik dan de enige die vergeving van zonden heeft ontvangen en toch om zal komen omdat ik hier moeite mee heb? Waarom stáát dit er eigenlijk? Het lijkt zo ontzettend oneerlijk! Voor mij niet te verdragen...
Antwoord
Beste vragensteller,
Ik vermoed dat het hier gaat over een slaaf die van het eigen volk is. De context van de andere geboden wijst niet in de richting van een slaaf uit de vreemdelingen, al heeft het wellicht ook hiervoor wel gegolden.
Ik vind dat je de door jou vermoede onrechtvaardigheid van deze verzen toch wat in een verkeerd licht beziet. Vooropgesteld, slavernij wordt in de Bijbel niet afgekeurd of afgeschaft, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament (zie de brieven van Paulus). Wel wordt er nadruk gelegd op een humane behandeling, veel meer dan bij welk ander volk gebruikelijk was. Ook dat geldt van beide testamenten. Ik ben blij dat wij in onze tijd de slavernij niet meer kennen en dat mensenhandel strafbaar is (behalve in het betaalde voetbal, waarin voor miljoenen euro’s mensen over de toonbank gaan, maar daar hoor je hypocriet genoeg niemand over). In de oudheid hoorde het gewoon bij de samenleving en dat was bij alle volken zo.
In Israel was de behandeling van een slaaf (zeker als die van het eigen volk was) streng aan regels gebonden. Dat is in Exodus 21 niet anders. Wij lezen elders (Deuteronomium 15) over het zevende jaar dat het jaar der vrijlating is en dat je dan je slaaf niet ledig mag wegzenden maar dat je hem van alles moet meegeven. Dat is onder andere volken ongekend.
In Exodus 21 moet je zeker ook letten op wat er nog meer bepaald wordt. Zo staat er dat bij een twist tussen mannen er een gematigde straf wordt opgelegd als een slachtoffer niet sterft, maar slechts gewond is: dan hoef je alleen hetgeen hij verzuimd heeft en de dokter te betalen. Bij doodslag ligt dat anders: dan moet het bloed gewroken worden.
Bij een slaaf ligt het niet wezenlijk anders. Je mag (anders dan bijvoorbeeld bij de Romeinen) een slaaf niet doodslaan, kennelijk zelfs niet als er een goede reden was om hem met de stok te slaan. Je moest in elk geval maat houden bij het tuchtigen. Het “voorzeker gewroken worden” betekent dat je de doodslag met de doodstraf moet betalen en niet slechts -zoals sommigen het opvatten- dat je van de rechter een zekere straf kreeg opgelegd. Het leven van een slaaf is dus wel terdege van waarde, net zoveel als dat van een ander mens, waarmee je ruzie kreeg.
Dat zie je nu ook in het geval een slaaf een of twee dagen overeind blijft. Dat betekent niet: nog een of twee dagen blijft leven, zoals jij zegt. Het is dus niet een kwestie van: hij ligt nog een paar dagen halfdood op bed en als hij pas op de derde dag sterft dan gaat meneer vrijuit. Nee, als hij de eerste dagen na de klap nog gewoon rondwandelt (overeind blijft is staande blijven, zie het Hebreeuws) dan geldt wat volgens bovenstaande ook bij het slaan van andere mensen geldt: je zult onschuldig zijn. Vanzelfsprekend komt ook hier het eventuele verzuim voor de heer zijn rekening en het herstel ook: hij is immers zijn eigendom, zijn geld. Dat laatste is nu eenmaal eigen aan het instituut slavernij. In vers 26 en 27 staat zelfs dat het verlies van een oog of een tand hem de vrijheid oplevert. Toe maar, zou ik zeggen.
Al met al vind ik dus jouw slechte gedachten over God, die je op grond van dit gedeelte krijgt, wat overtrokken en onnodig. Ik hoop dan ook dat die na deze verleden tijd zullen zijn, want Hij is werkelijk anders.
Hartelijke groeten,
Ds. J. L. Schreuders , Urk
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.L. Schreuders
- Geboortedatum:24-08-1957
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Boven-Hardinxveld
- Status:Actief