Getallenspreuk van David
Ds. P.D.J. Buijs | Geen reacties | 06-02-2020| 12:02
Vraag
Wat bedoelt David precies in psalm 62 vers 12 met: “God heeft één ding gesproken en ik heb dit tweemaal gehoord (...)”?
Antwoord
Beste lezer,
Als antwoord op deze vraag dit keer een gedeelte van een preek ( download ) die ik over deze tekst hield.
Bekijk hierboven de betreffende preek in zijn geheel.
“God heeft één ding gesproken, ik heb dit tweemaal gehoord.” We noemen dit wel een getallenspreuk. Je komt er meer tegen in de Bijbel. Twee voorbeelden daarvan. In Spreuken 30:15 lezen we: “Deze drie dingen worden niet verzadigd, vier zeggen niet: het is genoeg.” En Job 39:38: “Eén keer heb ik gesproken, maar ik zal niet antwoorden; twee keer, ik zal niet verdergaan.” Zoals wij dat ook wel eens kunnen zeggen: “Nog even één ding, of eigenlijk twee.” En dan bedoelen we op beide de nadruk te leggen.
Zo zegt David hier: “God heeft één ding gesproken, ik heb dit tweemaal gehoord.” Nu kunnen we dat op twee manieren lezen. De eerste manier: God heeft één ding gesproken, maar Hij heeft het vervolgens herhaald. Daarmee bevestigt de Heere ook de waarheid van Zijn Woord. De herhaling is een getuigenis van Zijn betrouwbaarheid. Er is dus geen enkele reden om er aan te twijfelen. Dat geeft zeker een goede zin.
Het is opmerkelijk hoe vaak de Heere Zijn woorden herhaalt. Als je aan tafel zit en je leest als gezin de Bijbel, dan kan het nog wel eens een opmerking zijn van een jongere die meeluistert: “Maar dat hadden we toch al gehad? Waarom wordt dat nu nog een keer gezegd?” Mooi trouwens als je dat opvalt. Dat is een teken dat je luistert. Maar waarom gebeurt dat nu, die herhaling? Omdat de Heere ons de dingen wil inscherpen. Herhaling is de beste leermeester. Hoe vaak gebeurt dat op school, dat bepaalde dingen steeds weer gezegd worden. En juist op die manier wordt het je ingescherpt.
De profeten herhalen heel vaak dezelfde beloften en bedreigingen. Ik denk ook aan wat Paulus schrijft aan de Filippenzen. “Dezelfde dingen aan u te schrijven is mij niet onaangenaam en het geeft u zekerheid” (3:1). Daar zit ook iets heel ontdekkends in. Blijkbaar hebben wij dat nodig om dezelfde dingen steeds weer te horen. We zijn kennelijk heel vergeetachtig als het om geestelijke dingen gaat. Dat strekt ons niet tot eer. Dat laat ons zien wat er in ons hart leeft, wat ergens (Job 21:14) als volgt verwoord wordt: “Wijk van ons, want wij vinden geen vreugde in de kennis van Uw wegen.” En dan moet de Heere tegen Israël zeggen: “Weet u het niet? Hebt u het niet gehoord?” (Jes. 40). De Heere Jezus zei het na Zijn opstanding tegen de twee mannen die onderweg waren naar Emmaüs: “O onverstandigen en tragen van hart! Dat u niet gelooft al wat de profeten gesproken hebben.”
Het is dus puur genade van de Heere dat Hij Zijn woorden herhaalt, tweemaal, driemaal, ja, je zou de tel kwijtraken. In groot geduld spreekt de Heere. Zoals de Heere Jezus het bij die twee mannen ook maar weer deed, voor de zoveelste keer: “En Hij begon bij Mozes en al de profeten en legde hun uit wat in al de Schriften over Hem geschreven was” (Lukas 24).
Hoort en leest u vaak dingen die u al wist? Dank er de Heere voor. We hebben het blijkbaar nodig. Want horen en geloven is twee. Daarom is er nog wat meer nodig dan alleen horen. En dat brengt ons op de tweede betekenis van deze uitdrukking: “God heeft één ding gesproken, ik heb dit tweemaal gehoord.” Het gaat erom dat Gods Woord doordringt.
Eerst maar even een voorbeeld voor de kinderen. Je moeder had tegen jou gezegd dat je even voor haar naar de winkel moest gaan. Maar ja, jij zat net een computerspelletje te doen toen ze dat vroeg. Je zei wel: Ja, maar je was meteen al weer verdiept in je spel. Het drong niet echt door wat je moeder zei. Even later zei ze het weer, en toen met nog meer nadruk. “Jij zou toch even voor mij naar de winkel?” Je schrok. Je dacht: dat is waar ook, ik was het helemaal vergeten. Nu dringt het pas tot me door.
Zo gaat het ook zo vaak met woorden die de Heere tot ons spreekt. Hij spreekt wel tot je, maar het dringt niet door. Zoals het ging bij koning Manasse van Juda. We lezen over hem: “De HEERE sprak wel tot Manasse en Zijn volk, maar zij sloegen er geen acht op.” Dat onbekeerlijke hart zit er tussen, weet u. Je bent met heel andere dingen bezig in je gedachten, net zoals die jongen in zijn computerspel verdiept was. En dan horen we de woorden van de Heere niet echt. Zijn beloften dringen niet door. We kunnen in de verkondiging de heerlijkste dingen horen over Wie de Heere wil zijn voor een zondaar, over de liefde en de rijkdom van de Heere Jezus, maar het is net als een plensbui die van het schuine dak afrolt.
En Zijn bedreigingen horen we ook niet. De zwaarste oordeelsprediking gaat zo over ons heen. We zijn als een eend die uit het water komt: hij schudt zijn veren af en door het vet dat daarop zit, is ‘ie meteen droog.
Totdat... de Heere ingrijpt en Zijn Geest je oren en je hart opent. En ineens komt dat wat de Heere soms al jaren tegen je zei, echt binnen. Met een schok ontdek je: ik ben die zondaar. En met een diepe vreugde ga je zien: die Heere Jezus is er ook voor mij.
Zoals een man het eens in verwondering zei na een preek: “Ik heb dingen gehoord die ik nog nooit gehoord heb.” Waren ze niet eerder gezegd? O jawel. Maar op dat moment sloegen ze in. In die omstandigheden van zijn leven.
Wat een genade, als je zo tweemaal hoort. Dat je ’t eerst wel hoorde, maar dat het langs je heenging. En dat je later precies hetzelfde hoorde, maar dat het binnenkwam. En dat je zo verwonderd bent: “Heere, wat bent U toch goed. Dat U het nog een keer zei. En dat U er Zelf voor zorgde dat het binnenkwam. Juist nu. Als een woord dat precies op tijd is en precies past.” Dan wordt Zijn Woord door de Heilige Geest bevestigd, vastgemaakt, in je hart. En je gaat er van zingen: “Ik vertrouw op ’t Woord mij toegezegd; geen leed zal ’t ooit uit mijn geheugen wissen.”
Als afsluiting van dit tweede punt geef ik nog een uitspraak door die ik vond bij de bekende Schriftuitlegger Matthew Henry. “Tot sommigen spreekt God tweemaal, en zij willen niet eenmaal horen; maar tot anderen spreekt Hij slechts eenmaal, en zij horen tweemaal.”
En ik voeg er dit aan toe: wij zullen eenmaal aan de Heere rekenschap moeten geven van de manier waarop wij, ook hier in de kerk, geluisterd hebben. Laat het dan niet zo zijn dat Zijn woorden eenmaal tegen ons getuigen, omdat we wel hoorden, maar niet ge-hoor-zaamden. De Heere Jezus zegt Zelf: “Let er dan op hoe u luistert.”
Ds. P. D. J. Buijs
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P.D.J. Buijs
- Geboortedatum:02-11-1961
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Nunspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: