Dierbaren niet naar de hemel
Ds. A. de Lange | Geen reacties | 02-01-2020| 11:44
Vraag
Hoe kan ik (gelovige vrouw) straks in de hemel ooit volmaakt gelukkig zijn als ik mijn man, kinderen, familie en vele andere dierbaren die niet geloven, voor eeuwig (en dat is heeeel lang!) achter moet laten? Ik kom hier niet uit.
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Bedankt voor deze vraag. Het is een vraag en een worsteling waar veel gelovigen mee rondlopen.
Ik denk toch dat we om hier een weg in te vinden helder moeten krijgen wat volmaakt geluk voor ons is. Veelal denken we en voelen waar daarbij vanuit onszelf: volmaakt geluk is als alles voor MIJ op zijn plaats is. Toch is dat niet de christelijke manier van denken en beleven. De Heilige Geest haalt ons in onze bekering namelijk weg uit het middelpunt en dan komt Christus erin. En door Christus mogen we God de Vader eren.
In de Psalmen vinden we vele malen de bevestiging van het feit dat we bij God het ware geluk vinden en hebben: “Welgelukzalig is de mens, die op U vertrouwt” (Ps. 84:13). “Welgelukzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet des Heeren gaan (Ps. 119:1). “Welgelukzalig is een iegelijk, die de Heere vreest, die in Zijn wegen wandelt (Ps. 128:1). “Welgelukzalig is hij, die de God van Jakob tot zijn hulp heeft, wiens verwachting op de Heere, zijn God is” (Ps. 146:5).
Dit geluk hebben we zelfs al hier op aarde, terwijl onze omstandigheden soms zwaar en moeilijk zijn en mensen ons tegen zijn. Dit geluk is zelfs ons deel als onze gezinsleden of familieleden het ons moeilijk maken – misschien wel omdat wij overtuigd zijn dat Christus de Heere en Zaligmaker is en zij niet.
De werkelijkheid van de vernieuwde hemel en aarde zal er één zijn waarin God bij de mensen zal wonen. Hij Zelf zal bij hen en hun God zijn. Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen (Op. 21:3). We zullen dan verzadigd zijn met Zijn goddelijk beeld (Ps. 17:8 berijmd). Deze blijdschap, vrede en vervulling zal overstelpend zijn. We zullen vanuit God leven en de normen en gevoelens van Zijn heiligheid, rechtvaardigheid, liefde en barmhartigheid ten volle meemaken.
Voor God is er in Zijn toekomst geen ruimte meer voor iemand die Hem niet heeft liefgekregen. Allen die in het aardse leven zichzelf en het leven in zelfvertrouwen, hoogmoed, wetteloosheid en ongeloof of twijfel hoger hebben geschat dan God in Christus moeten buiten gesloten zijn. Wanneer wij straks met Christus zullen zijn, zullen wij de Heere volledig bijvallen, dat het rechtvaardig en goed is dat alle ongelovigen buiten moesten blijven.
Wie in het leven hier en nu op zijn plaats is, kan er eigenlijk ook niet echt goed mee leven dat echtgenoten, kinderen, familie en andere dierbaren niet geloven. Daarom bid je steeds voor hen. Daarom probeer je telkens weer een ingang te vinden om hun gedachten op de Bijbelse boodschap te richten. Daarom knaagt het aan je als je zonder je man aan het avondmaal deelneemt, zonder je kind in de kerk zit, niet met je zus of broer kunt delen hoeveel genade en vrede er in Christus is. Eigenlijk ben je nooit helemaal gelukkig. En toch kun je wel weer gelukkig mag zijn: namelijk, wanneer je je helemaal op de Heere mag richten en wanneer je de liefde van Christus in zijn warmte en koestering ervaart.
Misschien moet elk christen zich het wel afvragen hoe het kan dat hij zich soms blij en tevreden voelt in het leven hier op aarde, terwijl geliefden om hem heen niet geloven. Eigenlijk is dat veel raarder dan dat we straks na Jezus wederkomst gelukkig zouden kunnen zijn, wanneer onze (tot het einde toe ongelovig gebleven) geliefden niet met ons in Gods heerlijkheid zouden zijn. Straks hoeven we het immers alleen maar aan God die rechtvaardig geoordeeld heeft over te geven dat sommige mensen met wie we op aarde veel omgingen niet zalig zijn geworden. Nu hebben we nog de verantwoordelijkheid en de roeping om getuige te zijn naar hen die nog niet in de Zoon geloven.
Ik ben regelmatig tegengekomen dat mensen meenden dat er straks op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde geen herkenning van elkaar zal zijn, juist om de reden dat ze dan niet volmaakt gelukkig zouden kunnen zijn vanwege het feit dat ze hun ongelovig gebleven geliefden er zouden missen. Ik kan me voorstellen dat men zo denkt. Zelf ben ik die gedachte niet toegedaan. Juist omdat de Bijbel erover spreekt dat in Gods nieuwe toekomst ons ten dele kennen tot volmaaktheid zal zijn gekomen; we zullen kennen zoals wij ook gekend zijn (door de Heere; 1 Kor. 13). Die volmaakte kennis sluit mijns inziens een niet-herkennen uit.
Ik besluit met te bedenken dat we ons hoofd niet het meest moeten breken met het proberen te bevatten van Gods werkelijkheid van straks. Die is er te groot en te rijk voor. Laten we ons er nu mee bezig houden:
- dat we zelf echt en oprecht met onze zonden de toevlucht genomen hebben tot de Heere Jezus en door Hem leven;
- dat we onze geliefden blijvend in het gebed opdragen en in liefde en ernst mee zoeken te nodigen op de weg van de Heere;
- dat we ons verheugen in de komende heerlijkheid die God ons in Zijn genade beloofd heeft en die voor ons en allen om ons heen het allerbeste is.
Nieuw-Lekkerland,
Ds. A. de Lange
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. de Lange
- Geboortedatum:06-03-1960
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Nieuw-Lekkerland
- Status:Actief