Drenkeling
Ds. J. Bos | 4 reacties | 13-12-2019| 15:24
Vraag
Dit schrijven voelt als een noodkreet. Mijn hart is afschuwelijk. Ik ben christelijk opgevoed, als vrouw en moeder van een jong gezin nog steeds trouw christelijk, maar ik voel dat het langzamerhand buitenkant wordt, terwijl ik avondmaalganger ben. Een afschuwelijke vrouw ben ik. Ik voel de Bijbel, de kerkgang, de lust tot Bijbel lezen, de lust tot gebed en het graag willen zijn onder Gods volk tussen mijn vingers doorglippen. En ik weet het: ik kan zelf niks vasthouden, enz., maar al zou ik me al die afgelopen maanden en jaren bedrogen hebben (wat al vreselijk is), dan nog ervaar ik hoe diep onwillig mijn hart is: het komt nooit meer goed.
Echt: ooit dacht ik Hem te omarmen, nu duw ik Hem weg. Waarom? Omdat ik sceptisch sta t.o.v. het geloof, omdat ik zo'n hard hart heb, o, mijn zwarte, zwarte hart. Ik sta op het punt om overal de brui aan te geven en ik voel dat het langzamerhand ook gebeurt. Ik pak dat boek van die oudvader niet meer, ik luister geen preek meer na, ik sla het gebed over en ik kies weer min of meer bewust voor soms ogenschijnlijk onschuldige zonden, maar zonden zijn zonden.
En dan het allerergste: ik laat het gebeuren. Ik laat het volkomen gebeuren, omdat het me nog maar nauwelijks interesseert. Ik verwacht een antwoord van: “Smeek maar aan de genadetroon” - maar ik heb geen lust tot smeken, ik ben niet bekwaam om te smeken, zo hard. Zó hard. Waarom ik er dan niet vandaag de brui aangeef? Hoe zou dat kunnen, binnen de reformatorische wereld waarin ik handen en wandel? Ik heb qua buitenkant geen keus. Maar van binnen lijkt de keus al gemaakt en sta ik op het punt me praktisch zonder wroeging over te geven aan de zonden van weleer en God, God te laten en te leven hoe IK dat wil.
Waarom ik dan tóch mail? Ik kan het moeilijk zeggen. Vanwege een angst dat ik de verkeerde innerlijke keus maak en te laat is te laat. En ik weet dat geen hart te zwart is voor Zijn bloed, maar ja, als ik daar nu niet eens behoefte aan heb? O, ik schaam me dit te sturen, zó kil, zó'n afstand, en tóch sturen als noodkreet, en met dat ik dit schrijf, denk ik: het zijn mijn opvoedingswortels die zo luid spreken, dat is de oorzaak van je innerlijke strijd.
Antwoord
Beste vraagster,
Een noodkreet. Ik ben geboren en getogen Urker, die ook nog een tijdje op de Noordzee gevist heb. U begrijpt, dat ik bij een noodkreet direct aan een drenkeling moet denken. Immers gebeurde er recent de zoveelste ramp met een Urker kotter. Wij hebben vrienden die op zee een enige zoon verloren. U bent dus een drenkeling die niet anders meer kan dan roepen om hulp. Maar vreemd genoeg zegt u dat u nou juist dat niet doet. Maar dat de enige reddingsboei u, integendeel, niet interesseert. De verdrinkingsdood nabij en, geen lust om te roepen om hulp en dat in de wetenschap dat u zelf niets kunt vasthouden.
Misschien, maar dat kunt u beter dan ik beoordelen, valt dat verdrinken voor u nog wel wat mee. Want ik verzeker u, dat een echte drenkeling schreeuwt om hulp. Misschien, maar ik weet dat niet, laat u iets toe in uw hart waardoor u de Heilige Geest bedroeft, Efeze 4:30. Scepticisme, als het gaat om Gods gaven, is zonde. Ongeïnteresseerdheid met betrekking tot het Woord van God is geen blijk van gezond geestelijk leven. Wat is de mens! Zonder God en zonder hoop in deze wereld. Een goddeloos beest. Naar de hel met zulken.
Maar lees eerst nog eens voordat je die keus maakt wat er in Psalm 8 op “wat is de mens” volgt: “dat Gij zijner gedenkt en de zoon des mensen, dat Gij hem bezoekt”! Daar klinkt toch verrassing in door, nietwaar? Opeens ziet die mens niet meer naar binnen in zijn zwarte hart. Maar ziet hij naar redding uit. Hij zegt wel “mens” , maar hij zegt ook “Gij”. Deze mens zoekt het leven buiten zichzelf in Die “Gij”. Ja nietwaar: “Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht van hunne kracht”. Toch...?!
Ik bid dat de HEERE u wil schenken “verlichte ogen des verstands” om Hem te kennen door genade Die ons juist in deze weken verkondigd wordt. Mag ik het de engel in Efratha’s velden nazeggen tot u worstelende moeder van kinderen: “Vrees niet, want zie, ik verkondig u grote blijdschap: Christus de Heere!”
Hartelijke groet,
Ds. J. Bos
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J. Bos
- Geboortedatum:24-06-1948
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Naarden
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
verdrietig wordt ik van je berichtje. Omdat je jezelf zoveel tekort doet. Ik voel een enorme bewogenheid voor je. Als je in de buurt woont zou ik je graag eens uitnodigen om onder het genot van een kop koffie een gesprekje met je te hebben.
Bij deze dus van harte uitgenodigd.
Ik ben in een andere geloofskring terecht gekomen. (Maar binnen hetzelfde kerkverband blijven kan ook) en daar werd veel meer toegezien op de persoonlijke geloofsgroei. Men praat over zijn geestelijk leven met de Heere. Dat heeft me goed geholpen. En vuurt me wekelijks en dagelijks aan de Heere getrouw te zijn. Ik heb nu ook weer binnen mijn eigen oude kerkverband contact met medegelovigen. Het oppervlakkige gepraat is verleden tijd. Er is alleen nog serieus contact. Eerlijk en open. En zo hoort het ook te zijn. Neem de stap en open je hart voor een medegelovige. Belijd je zonden onder elkaar... Belijd en vergeef elkaar. Het staat er allemaal en we moeten dat gewoon gaan doen...
Iedere keer denk ik, nu moet ik de bijbel weer gaan lezen, nu moet ik weer bidden en mijn best doen. Maar zodra ik de bijbel opensla en ik lees, veroordeeld het bijbelgedeelte me. Het is een vicieuze cirkel waarin ik ben beland. Er zijn zoveel vragen in mijn leven en alles loopt zo anders. Het is goed om contact te gaan zoeken met (mede)gelovigen. Eerlijk zijn, erover praten, mijn zonden belijden en bidders om mij heen vinden.
Wijsheid en sterkte toegewenst.