Is je deur nog op slot - Elly en Rikkert

Kunt u mij wat meer inzicht/uitleg geven over het liedje “Is je deur nog op slot”, van Elly en Rikkert. Ikzelf vind er een wat spottende ondertoon in zitten. Maar toch kan ik niet de juiste woorden vinden om dit aan mijn man (die dit niet vindt) uit te leggen. Hij vindt de inhoud van de liederen niet zo belangrijk als ze maar ‘christelijk’ zijn.

Mag ik beginnen met de opmerking van uw man, die volgens u de inhoud van liederen niet zo belangrijk vindt “als ze maar christelijk zijn.” Eerlijk gezegd snap ik daar niets van! Zeker: een lied kan onchristelijk zijn wanneer de muziek thuis hoort in een heidense of in ieder geval niet-christelijke sfeer. Maar ten diepste wordt het christelijke van een lied toch bepaald door de woorden die in overeenstemming zijn met wat Christus ons leert in Zijn Woord?

Dat brengt me vervolgens bij de vraag of het genoemde liedje in overeenstemming is met het Woord van Christus en van God. Dikwijls hoor ik dan beweren dat dit lied  een moderne versie zou kunnen worden genoemd op Openbaring 3:20, waar de Heere Jezus zegt tot de gemeente van Laodicea: “Zie Ik sta aan de deur en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen en de deur zal opendoen, Ik zal tot hem inkomen.” Is dat wat het lied zegt? Mijns inziens niet. In de tekst  in Openbaring 3 lees ik tot drie keer toe het woordje “IK” met een hoofdletter en één keer het woordje “Mijn” met een hoofdletter. Het is Christus Die aan de deur staat en Die klopt, en de sleutel waarmee de deur opengaat is  het horen van Zijn stem. Dat is het machtige Evangelie in de tekst en daarvan hoor ik niets in dat liedje. Met alle goede bedoelingen van de dichters, die ik echt niet van spotten verdenk, maar hier wordt de aandacht voor wat God en Christus doen, verlegt naar het handelen van mensen. De klank is dan misschien wel christelijk maar de inhoud niet.

Ook kinderliedjes moeten christelijk zijn, dat wil zeggen, dat ze zingen van Christus en Zijn werk en van de Vader en van de Geest van Christus.
 
Met vriendelijke groeten,
Ds. J. Westerink