Kinderen van het vlees en kinderen der belofte

Ds. H. Korving | Geen reacties | 16-08-2019| 12:27

Vraag

God richt Zijn verbond niet met Ismaël op, maar wel met Izak, vgl. Gen. 17:18-21. Toch wordt Ismaël wel besneden. God geeft daar zelfs opdracht toe, vgl. vers 10. Dus hij ontvangt wel het teken, maar niet de betekenende zaak? Hij wordt wel besneden, maar is niet in het Verbond? Hoe zit dat?

De redenen en onderliggende vragen bij deze vraag noem ik er ook bij:

1. wij hebben zelf twee jonge kinderen en ik heb geleerd om veel houvast te vinden in het genadeverbond, voor mijzelf, mijn vrouw en kinderen. Het teken van de doop is toch een ontwijfelbaar getuigenis dat wij een eeuwig verbond met God hebben? Maar wat nu als dat teken ook gegeven wordt aan mensen waar God openlijk en van te voren van zegt: Ik richt met hem/haar niet Mijn verbond op? Ik wil mijn kinderen naar het oordeel der liefde zien als Gods kinderen, behorend tot Zijn Gemeente. Maar als teken en betekende zaak in de Bijbel van elkaar losgekoppeld worden, dan heb ik daar toch geen grond voor?

2. In contact met baptisten leg ik graag het verband tussen doop en besnijdenis. Zij voeren op grond van deze geschiedenis aan dat je dus beter geen kinderen kan dopen, omdat je niet weet of ze in het verbond zijn.

ADVERTORIAL

De zorgverzekeringen van Care4Life

Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.

U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.

De zorgverzekeringen van Care4Life

Antwoord

Beste vraagsteller,

Bedankt voor je vraag. Het is een belangrijke en ook wel begrijpelijke vraag. Ik bedoel dat het vragen kan oproepen of iemand nu wel of niet in het verbond is en wat het dan betekent om in het verbond te zijn. In feite komt het erop neer dat je op twee manieren in het verbond kunt zijn. 

Er zijn niet twee verbonden, de een inwendig en de ander uitwendig. Maar je kunt wel op twee verschillende manieren in het verbond zijn. Calvijn maakte op grond hiervan al het onderscheid tussen tweeërlei kinderen van het verbond. Naar de overtuiging van de reformator gaat dat terug op de Schrift zelf, omdat Paulus bijvoorbeeld kan zeggen dat niet alles Israel is dat Israel heet (Rom. 9:6). Hij maakt in het vervolg van dat hoofdstuk een onderscheid tussen kinderen van het vlees (Ismael) en kinderen der belofte (Izak) als een geestelijk onderscheid dat door het gehele verbondsvolk heenloopt (H. 10) terwijl echter tegelijk de ruimte wordt getekend hoe God buitenstaanders van het verbond (heidenen) inlijft, inent als takken van een wilde olijfboom die in de goede olijfboom Israel worden ingeënt (H. 11). Het maakt dus verschil hoe je het woord ‘verbond’ definieert.

Het is van God uit gezien zeker geen lege huls en niet “alleen maar” een teken: het is ook een zegel van Gods genadige belofte (HC zondag 25). Zegel is waarmerk, keurmerk, echtheidskenmerk. Vergelijk dit eens met het watermerk van een biljet van 100 euro. De belofte van het verbond is beslist geen valsemunterij, het heeft een werkelijke (geestelijke) waarde, gedekt door de Bank van de Hemel.

Teken en betekenende zaak worden niet losgekoppeld, maar zijn ook weer niet zo automatisch aan elkaar verbonden dat er een is-gelijk-teken tussen staat. Er zit een bepaalde spanning tussen, die alleen kan worden opgelost met gevouwen handen. 

Het beeld van het bankbiljet (ik heb het geleend en afgeleid van Spurgeon’s “Chequeboek van de Bank des Geloofs”) maakt dat eigenlijk wel mooi duidelijk, naar mijn bescheiden mening.

Als je kind van de honger omkomt, kun je hem/haar de 100 euro in handen geven. Maar is dat eetbaar? Neemt dat als zodanig de honger weg? Je moet ermee naar de bakker om brood te kopen. Dan zal blijken hoeveel dat papieren briefje werkelijk waard is.

Het bankbiljet van de doop is waardevol, maar wij en onze kinderen moeten het gaan inwisselen bij Degene Die dit uitgegeven heeft: de Heere. Bij de troon der genade worden op vertoon van dit waardepapier de heilsgoederen geschonken aan een ieder die ermee terugkomt bij Hem. Om Christus’ wil...

(Wat ik hierna opschrijf is een beetje gechargeerd, dat ben ik me bewust, maar ik zet het wat ongenuanceerd neer om de posities wel scherper in beeld te krijgen.)

Baptisten èn gereformeerden in de linkerflank (van de PKN) èn in de rechterflank van de gereformeerde gezindte zoals Ger. Gem, GGiN, OGG en dergelijke zijn op dit punt in feite gelijkdenkend, namelijk dat zij het verbond definiëren vanuit de verwerkelijking van het heil: kortom, in het verbond zijn = kind van God zijn en vice versa.

Ter linkerzijde zegt men: in het verbond zijn betekent behouden zijn; dus wordt er niet onderscheidenlijk gepreekt omdat men immers ervan uitgaat dat men een kind van God is.

Ter rechterzijde zegt men: alleen de kinderen Gods zijn in het verbond, dus onderzoek jezelf nauw, ja zeer nauw want je hebt wel het teken, maar nog niet de betekenende zaak. Men onderscheidt doorgaans tussen het wezen van het verbond = delen in de genade, dat geldt alleen de uitverkorenen en de bediening van het verbond dat slechts het uitwendige teken betreft. 

Bij de baptisten is er dezelfde verbinding tussen verbond en behouden zijn, alleen de volgorde anders: je moet eerst een kind van God zijn, dan kun je gedoopt worden = ingelijfd in het verbond, als een waar teken en zegel van je geloof en bekering. De gemeente van de baptisten bestaat principieel uit wedergeboren christenen. 

De gedachte van Calvijn: de werkelijkheid van het genadeverbond hooghouden en tegelijk uitgaan van tweeërlei kinderen van het verbond is dus wel moeilijker want er zit meer spanning in: je kunt er nooit een kloppende rekensom van maken. Het vraagt om geestelijke werkzaamheden en als we op dat plekje terechtkomen zullen we ondervinden dat de God van het verbond niet tegenvalt voor mensen die zo ontzettend tegenvallen...

Kortom, over het verbond moeten we niet redeneren: het moet beleefd worden als een wonder en ons uitdrijven naar Gods genadetroon.

De raad van de baptisten zou ik dus maar niet overnemen, namelijk dat je maar beter geen kinderen kunt dopen omdat je toch niet weet of ze er wel of niet bij horen. De raad van psalm 81 vers 12 lijkt me een betere weg te wijzen.

Met vriendelijke groet,
Ds. H. Korving

Lees meer artikelen over:

kinderdoopverbond
Dit artikel is beantwoord door

Ds. H. Korving

  • Geboortedatum:
    01-12-1954
  • Kerkelijke gezindte:
    Christelijk Gereformeerd
  • Woon/standplaats:
    Urk
  • Status:
    Actief
200 artikelen
Ds. H. Korving

Bijzonderheden:

Ds. Korving ging in november 2021 met emeritaat.

Lees ook het artikel dat Refoweb met ds. Korving had n.a.v. zijn boek 'Taal en teken'.

En kijk/luister:

 

 


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Sinds kort bezoek ik sekssites

Al een tijdje worstel ik met een probleem. Ik ben nogal thuis in de computerwereld en weet daar goed mee om te gaan. Sinds kort bezoek ik sites met seks enzo. Al verschillende dingen heb ik ondernomen...
Geen reacties
15-08-2004

Man wil scheiden

Mijn man wil van mij scheiden. Al langer wist ik dat hij ongelukkig was, maar daar mocht nooit over gesproken worden. Nu is er een internetvriendin en is het voor hem kraakhelder dat ik de oorzaak van...
5 reacties
15-08-2014

Zakelijke afwikkeling van verbroken verloving

Tot mijn grote verdriet is de verloving uitgeraakt tussen mijn vriend en mij. Onze toekomstplannen kwamen totaal niet meer met elkaar overeen en er zijn tal van andere problemen bijgekomen die met nam...
3 reacties
15-08-2016
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering