Een kind van God zijn is (niet) normaal
C.A. Hoekman | Geen reacties | 03-07-2019| 12:01
Vraag
Ik heb het idee dat in de reformatorische kring wanneer je als klein kind in God gelooft en van Hem houdt, dit als heel uitzonderlijk wordt gezien. Terwijl dit in evangelische kringen anders is (denk aan de liedjes van Elly en Rikkert). Ook als volwassene loop ik hier tegenaan. Dat je, als je een kind van God bent, je in een heel bijzondere positie wordt gesteld. Dit terwijl dit op bijvoorbeeld een conferentie als Opwekking als heel normaal wordt gezien.
Ik baal hiervan. Want ik ben zelf opgegroeid in de Ger. Gem. en wilde en wil nog steeds heel dicht bij God leven. Maar ik wil zeker niet in een soort bijzondere positie terechtkomen. Ik wil boven alles normaal zijn. Ik merk bij mezelf dat ik, wanneer ik een conferentie van Opwekking beluister, ik me normaal voel. Maar als ik in de kerk zit vaak niet. Ook voel ik me normaal als ik verhalen luister van vervolgde christenen. Het geloof is zo belangrijk. Het is het belangrijkste wat er bestaat. Wordt het niet eens tijd dat ook in reformatorische kerken het bijzondere, het uitzonderlijke van het geloof er eens afgaat? En dan heb ik het vooral over de streng-reformatorische kerken.
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Eigenlijk weet ik niet goed hoe ik met je vragen, ontboezemingen, conclusies en gevolgtrekkingen om moet gaan. Misschien komt het voort uit het feit dat ik niet weet waar jij nu staat. Waarom ik dat zo zeg? “Een klein kind dat in God gelooft en van God houdt, wordt in reformatorische kring als uitzonderlijk gezien; in evangelische kring is dat anders. Een kind van God wordt in reformatorisch kring in een heel bijzondere positie gesteld, maar, bij voorbeeld, op een conferentie als Opwekking wordt dat als heel normaal gezien. Je voelt je normaal bij het beluisteren van een conferentie van Opwekking, maar als je in de kerk zit vaak niet. Het geloof is het belangrijkste wat er bestaat. Wordt het niet eens tijd dat ook in reformatorische kring het bijzondere, het uitzonderlijke van het geloof er eens afgaat? Vooral in de streng-reformatorisch kerken.” Je baalt van al dat bijzondere. Begrijp je mijn conclusie: waar sta jij nu? Reformatorisch of evangelisch? Ger. Gem. of een andere kerk? Wat is in jouw visie dan streng-reformatorisch? Voor ik probeer een antwoord te geven, wil ik je uitnodigen eerst zelf eens proberen helder te krijgen waar jij nu staat.
Wordt het niet eens tijd dat in reformatorisch kerken het bijzondere, het uitzonderlijke van het geloof er eens afgaat? Zullen we samen eens luisteren naar een paar prachtige omschrijvingen van het geloof? Ik lees met jou vraag en antwoord 21 van de Heidelberger Catechismus: Wat is een waar geloof? “Een waar geloof is niet alleen een stellig weten of kennis, waardoor ik alles voor waarachtig houd wat ons God in Zijn Woord geopenbaard heeft, maar ook een vast vertrouwen, hetwelk de Heilige Geest door het Evangelie in mijn hart werkt, dat niet alleen anderen, maar ook mij vergeving der zonden, eeuwige gerechtigheid en zaligheid van God geschonken is, uit louter genade, alleen om der verdienste van Christus wil”.
Lees alle verwijsteksten er bij en dan vraag ik je heel eerlijk: wat moet hier af? We lezen samen verder vraag en antwoord 60 van de HC: Hoe bent U rechtvaardig voor God? ”Alleen door een waar geloof in Jezus Christus; alzo dat, al is het dat mij mijn consciëntie aanklaagt, dat ik tegen al de geboden Gods zwaar gezondigd en geen daarvan gehouden heb, en nog steeds tot alle boosheid geneigd ben, nochtans God, zonder enige verdienste mijnerzijds, uit louter genade mij de volkomen genoegdoening, gerechtigheid en heiligheid van Christus schenkt en toerekent, evenals had ik nooit zonde gehad noch gedaan, ja, als had ik zelf al de gehoorzaamheid volbracht, die Christus voor mij volbracht heeft, in zover ik zulke weldaad met een gelovig hart aanneem.”
Lees alle verwijsteksten er bij en dan vraag ik je weer heel eerlijk: wat moet hieraf?
Begrijp je mijn moeite met het geven van een antwoord? Denk niet, dat ik niet weet dat er veel onbijbelse optochtelijkheid en vroomheid kan zijn in de kerk. Maar de kerk ben jij en ik, samen met al die anderen. Met bijzondere mensen moet je oppassen, die zijn er helaas te veel. Maar bijzondere genade is en blijft het. Is het niet bijzonder en heerlijk dat God zondige mensjes tot zich trekt, dat de Heere Jezus zondaren redt en hun zonden verzoent en dat de Heilige Geest mijn Leidsman wil zijn?
Heb ik Opwekking nodig om dat Bijbelse geloof te ervaren? Om christen te zijn? Moet ik dan naar Opwekking om aan de zalving van Christus deel te hebben, om Zijn Naam te belijden, mezelf tot een levend dankoffer aan Hem te offeren, met een vrij en goed geweten in mijn leven tegen de zonde en de duivel te strijden, om straks in eeuwigheid met Hem over alle schepselen te regeren? Ik denk dat een vervolgde christen zich hierin zou herkennen. En jij?
De kerk is niet een gemeenschap waar ik op al mijn gedachten en gevoelens antwoord krijg, maar de plaats waar de heilige God tot mij, zondaar, wil spreken. Niet zomaar spreken, maar spreken van verzoening en genade, van ontferming en liefde om Jezus’ wil. Daar ervaar ik dat het geloof door het gehoor is (Rom. 10:17). De Heere Jezus gaf aan Zijn discipelen alleen het Woord mee. Dat was en is genoeg. Verkondig het vrij en blij en Ik zal door mijn Geest zorgen dat het door het oor naar het hart gaat. In Handelingen 2 komt alleen het Woord aan het woord. En de vrucht weet je.
Wat moet er af van het geloof? Wat moet er af van jouw en mijn geloof? Alles wat een levende geloofsrelatie met de Heere Jezus in de weg staat! En dat kunnen ook ergernissen zijn, die je hebt over gedragingen van andere (streng-reformatorische) christenen. Laat dat je leven niet beheersen. Immers de meest tere geloofsontmoetingen met de Heere Jezus zijn onder vier ogen. Waar ik zondaar ben en blijf en, buigend aan Zijn voeten, Zijn vergevende liefde mag ervaren. Zo’n wonderlijke ontmoeting lees je in Johannes 4.
Gelukkig staat er niet waarom word jij/ik reformatorisch genoemd, maar waarom word jij, word ik een christen genoemd? Op Christus lijken, Hem volgen, zijn Naam belijden, soms ook Zijn smaad dragen, Hem aanprijzen en aanwijzen in deze stervende wereld. Dat is wat de Heere Jezus aan Zijn christenen als Zijn erfenis heeft nagelaten. Is dat je verlangen? Adeldom verplicht in de gemeente waar God ons een plaats gaf.
Hartelijke groet,
C. A. Hoekman, Kapelle
Dit artikel is beantwoord door
C.A. Hoekman
- Geboortedatum:23-09-1943
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Dhr. Hoekman was ruim 40 jaar ouderling in de Ger. Gem.
Bekijk ook: