Tien geboden geldig voor de christelijke gemeente
Ds. A. Jonker | Geen reacties | 05-09-2005| 00:00
Vraag
Ik heb hier een vraag voor ds. Jonker. U stelde dat de zedenwet (tien geboden) nog steeds geldt als eis voor de christelijke gemeente. Kunt u dit wel bijbels onderbouwen? Bijvoorbeeld het sabbatsgebod wordt in het nieuwe testament nergens meer geëist. We leven toch in de vrijheid van Christus door de Geest en niet meer door de geschreven letter der wet? Ook kan ik nergens vinden dat deze wet moet worden onderhouden als teken van dankbaarheid. Sterker nog, in de Galatenbrief staat zelfs: "Want indien ik, hetgeen ik afgebroken heb, datzelve wederom opbouw, zo stel ik mijzelven tot een overtreder. Want ik ben door de wet der wet gestorven, opdat ik Gode leven zou." Dat zou betekenen dat we God behagen door in de geest te leven naar de wet van Christus en niet naar de oudheid der letter van Mozes.
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Als ik de vraagsteller goed begrijp, ziet hij een duidelijk verschil tussen het Oude Testament en het Nieuwe Testament. Daarom zou in het N.T. de zedenwet niet meer gelden. Het sabbatsgebod zou daarom ook niet gelden. Hij ziet het O.T. als geschreven letter der wet en het N.T. zou bepaald worden door de vrijheid van Christus door de Geest. Hij maakt dus een groot onderscheid tussen O.T. en N.T.
Dit kan ik niet meemaken en lijkt mij ook niet juist. Waarom ging de Heere Jezus en Zijn discipelen dan gewoon naar de synagoge en de tempel? Waarom gingen ook de apostelen na Pinksteren op het uur van het gebed naar de tempel? (Hand.3:1). Waarom wijst Paulus er op, dat hij niets gedaan heeft tegen het volk of de vaderlijke gewoonten? (Hand.28:17) Waarom moet Paulus gaan aantonen dat hij “alzo wandelt” als de niet-in-Jezus-gelovige Joden? (Hand.21:24).
Wanneer we het N.T. goed lezen, valt op dat dit helemaal in het verlengde ligt van het O.T. En als de Heere Jezus bij de inzetting van het H.A. zegt: "want dat is mijn bloed, het bloed van het Nieuwe Testament, hetwelk voor velen vergoten wordt tot vergeving der zonden" (Matt.26:28), dan is dit het Nieuwe Verbond, waarover Jeremia in hoofdstuk 31 geprofeteerd heeft. In dit Nieuwe Verbond delen eerst de in Jezus gelovige Joodse discipelen, later andere Joden en pas vanaf Cornelius en in Antiochie mogen ook heidenen daarin delen.
Het primaire vraagstuk is of we één Bijbel hebben, of dat we twee losse stukken hebben die samen één Bijbel vormen. Van harte geloof ik dat de Heere God spreekt in O.T. en N.T., door de profeten, de apostelen en bovenal door Zijn Zoon Jezus Christus. Dat het één bijbel is, primair voor de Joden en -dank God- ook voor de heidenen als mede-erfgenamen (Ef. 3:6). Het is zo zeer één Bijbel, dat in Jezus gelovige Joden zich serieus afvroegen of de heidenen zich ook moesten laten besnijden. In Hand.15 lezen we dat de in Jezus gelovige heidenen zich niet behoeven te laten besnijden, en de wet van Mozes niet behoeven te houden, zoals de Joden dat deden. Dit blijkt ook uit Romeinen 14. Wel is duidelijk, dat zowel de Jood als de heiden die in Jezus als de Christus gelooft, niet mag vertrouwen op eigen verdienstelijke werken van de wet. Hoewel de wet goed is (Rom.7:12), maakt de mens zo snel een verkeerd gebruik van de wet.
Zeker, de in Jezus gelovige Jood (en heiden), is gestorven aan de wet (Rom. 7:6) in de zin, dat hij of zij niet langer probeert om door eigen wetsvervulling aangenaam te worden voor God. Het (doel)einde van de wet is Christus! (Rom.10:4). In Christus is rechtvaardigheid, heiligheid en volkomen verlossing. In Hem is ware vrijheid. Maar geen vrijheid die een tegenstelling vormt met de goede wet van God. Want Jezus is niet gekomen om de wet te ontbinden, maar om die te vervullen (Matt.5:17).
Ik neem aan dat de vraagsteller over deze dingen al wel eerder heeft nagedacht. Heeft hij/zij er ook over nagedacht wat het betekent als de zedenwet (Tien Geboden) niet meer zou gelden als eis voor de gemeente van Christus (eerst alleen uit Joden bestaande!, later ook uit heidenen, nu meer heiden-christenen dan Joodse christenen)? Hoe moeten we dan omgaan met het gedeelte waarin de Heere Jezus de wetsregels tot in alle scherpte naar voren brengt? (Matt.5: de ouden... maar IK zeg u..!) Dan is niet alleen de daad van overspel zonde, maar ook het verkeerd begerig kijken naar een andere vrouw is overspel! Wat doet de vraagsteller dan met de woorden van Jezus tegen de Rijke Jongeling: Onderhoud de geboden... (Matt.19:17 en volgende).
De grote vreugde en het grote geheim van het geloof in de Heere Jezus is, dat de gelovige mag weten: Christus heeft in mijn plaats en ten behoeve van mij de wet volkomen vervuld. Dat is mijn verlossing! Maar de christen zal juist graag willen leven als Christus. Niet om de hemel te verdienen, maar uit dankbaarheid, geleid door de Heilige Geest. Dat geeft ware vrijheid!
Ds. A. Jonker
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. Jonker
- Geboortedatum:29-03-1954
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Putten
- Status:Actief