Twee listen van satan
Ds. A. van Vuuren | Geen reacties | 28-02-2019| 15:54
Vraag
Mijn hele leven geloof ik al in God. Er is echter een periode in mijn nog jonge leven (23) geweest waarin ik de stem van God weggestopt heb en ik toegegeven heb aan de verleidingen van het leven. Denk hierbij aan seksuele zonden en alcoholmisbruik. Ook al wist ik dat het niet Gods wil was, toch gaf ik er aan toe en probeerde ik het tegenover mezelf te verantwoorden dat het allemaal niet zo erg zou zijn. Iedere keer negeerde ik Gods stem opnieuw.
Nu probeer ik de laatste tijd wel weer erg op God gericht te leven, maar ben ik bang dat God Zich niet meer laat vinden door mij. Ik worstel namelijk erg met de tekst uit Spreuken 1:20-33. Net zoals daar beschreven (vers 28) heb ik, voordat ik me weer geheel op God ging richten, andere angsten gehad, zoals angst voor een soa en ben ik daarna pas God zorgvuldig gaan zoeken. Nu ben ik bang dat vers 28 voor mij geldt. Ik ben bang dat ik net zoals Saul ben en dat God mij niet opnieuw tot Zich wil nemen en wil vergeven. Zelf wil ik wel graag naar Gods wil leven. Is er nog vergeving mogelijk voor mij?
Antwoord
Tja, dat je een hele periode van Gods los hebt geleefd dat hakt er nu flink bij je in. In die tijd besefte je niet wat je er de Heere mee aan deed. Je onderkende niet de schuld die je daarmee op je laadde. Je maakte je zelf wijs dat het allemaal niet zo erg was. Dat is een list van de duivel. Voordat we zondigen maakt hij ons wijs dat het allemaal niet zo erg is. Of dat iedereen zulke dingen doet. Maar als we het kwaad dan gedaan hebben dan wil hij ons wijs maken dat het te erg is. Dat je maar niet moet denken dat er vergeving is, omdat je te vaak en te lang die zonden hebt begaan. Dat eerste, dat vergoelijken van het kwade daar ben je ingetrapt. Maar trap nu ook niet in zijn tweede list; dat er geen vergeving zou zijn voor jou. Dat de Heere zich niet door jou laat vinden.
Je angst is heel begrijpelijk, aangezien je zo lang en zo vaak in de fout bent gegaan. En het lezen van Spreuken 1:28 heeft die angst versterkt. Maar mijn vraag is, waarom trek je wel vers 28 naar je toe, maar niet vers 23: “Keert u zich tot Mijn bestraffing, zie Ik zal mijn Geest over u overvloedig uitstorten, Ik zal mijn woorden u bekend maken.”
Daar belooft de Heere dus degenen die tot inkeer komen dat Hij hun Zijn Heilige Geest zal geven en tot hen woorden van genade en vergeving zal spreken. Dat mag je de Heere in je gebed voor houden. Pleit op die belofte, klamp je daar aan vast.
Eens kwam de duivel bij Maarten Luther, met een papier vol met zonden van Luther. Weet je er nog meer?, zei Luther, schrijf ze er maar bij. Eindelijk was de duivel klaar. Toen pakte Maarten Luther een pen en schreef er door heen: “En het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt ons van alle zonden” (1. Johannes 1:7b).
“De Heere is goed en gaarne vergevende”, zegt Psalm 86. Vergeven is Gods liefste werk. Daarom speelt menig organist vol op het orgel op het moment dat we in de kerk zingen: “Maar neen, daar is vergeving, altijd bij U geweest” (ps. 130:2 berijmd). Geeft dat je geen hoop als je dat zingt?
We moeten onze zonden niet bagatelliseren -dat doe jij ook niet- maar als je niet gelooft dat de Heere jou wil vergeven dan kleineer je het offer van Jezus aan het kruis van Golgotha. Dat is het ergste wat je zou kunnen doen. Nog veel erger dan al het kwaad dat je in die bewuste periode deed. “Er is in één druppel bloed van Christus meer kracht om mij te behouden, dan in al mijn zonden kracht is om mij te verdoemen” (Calvijn).
Je hebt een tijd lang geleefd als de verloren zoon, Lukas 15. Maar de hemelse Vader staat op de uitkijk en wacht op jouw terugkomst. Hij wil je zo graag in de armen sluiten en aan Zijn Vaderhart drukken.
Met hartelijke groet,
Ds. A. van Vuuren
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. van Vuuren
- Geboortedatum:02-11-1948
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Capelle a/d IJssel
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus-predikant