Johannes kende Christus (niet)
Ds. J.A. van den Ende | Geen reacties | 08-02-2019| 12:47
Vraag
Hoe kan Johannes Christus prediken, terwijl hij zegt in Johannes 1:31: “En ik kende Hem niet”?
Antwoord
Beste vragensteller,
Bedankt voor je vraag! Het lijkt op het eerste gezicht inderdaad wat tegenstrijdig. Johannes spreekt over “Hij Die na mij komt” (Joh. 1:27) en zegt dan grote dingen over de Heere Jezus, terwijl hij even later in Joh. 1:31 en 33 twee keer zegt dat hij Hem niet kende.
Onderstaande kan misschien wat duidelijkheid geven.
Alle vier de Evangeliën beschrijven de bediening van Johannes de Doper. Daarbij is het opvallend dat hij eigenlijk niet eens zo heel veel over de Heere Jezus lijkt te zeggen. Hij roept op tot bekering om dat “het Koninkrijk der hemelen” nabij is gekomen (Matt. 3:2). Dat wordt uitgewerkt in Matth. 3:2-10. Daarna spreekt hij relatief kort, in twee verzen over de Heere Jezus (Matth. 3:11-12). Het is duidelijk dat Hij een centrale plaats inneemt in de boodschap van Johannes, maar de concrete invulling van de prediking over Christus is vrij beknopt. Ook in de vrij uitgebreide beschrijving van Lukas is datzelfde terug te zien. In Lukas 3:3-14 wordt een groot deel van de prediking van Johannes beschreven. Daarna, in vers 16-17 wordt opnieuw vrij beknopt verwezen naar de komende Jezus Christus, Die wel als zeer belangrijk en centraal wordt voorgesteld.
Bij het Joodse volk was de verwachting van de Messias aanwezig. God zou op een bijzondere manier gaan omzien naar Zijn volk. Johannes de Doper (die door God zelf tot deze taak was geroepen, Lukas 1:15-17 en Joh. 1:6), maakt duidelijk dat die verwachting op korte termijn in vervulling zal gaan. Daarbij is het goed voor te stellen dat hij daarbij zelf de precieze details ook nog niet helemaal wist voordat Hij de Heere Jezus had ontmoet. Wel weet hij dat de Messias (=Christus) zal komen, en dat het op hele korte termijn zal gaan gebeuren. Daarnaast maakt Lukas 1:15-17 duidelijk dat Johannes op een bijzonder manier de Heilige Geest had ontvangen. Misschien is dat ook wel het eenvoudige antwoord op je vraag, in één zin: God Zelf maakte het hem duidelijk.
In Johannes 1:31 en 33 staat “en ik kende Hem niet.” Het is niet helemaal zeker hoe we dat moeten uitleggen. Enerzijds is het goed voor te stellen dat ze elkaar letterlijk niet kenden van gezicht. Ze waren wel familie van elkaar, maar dat was natuurlijk in een tijd zonder Facebook en familiefoto’s. Het is goed voor te stellen dat de ouders van Johannes de Doper waren overleden toen hij nog jong was. Daarmee is misschien ook een stukje kennis over zijn familie voor hem vervaagd. Daarnaast weten we dat de Heere Jezus vanuit Galilea kwam (Matt. 3:13), terwijl Johannes de Doper verbleef in de eenzame, woestijnachtige delen van Judea (Matt. 3:1 en Lukas 3:2). Het is prima mogelijk dat ze elkaar daardoor nooit eerder hadden ontmoet.
Anderzijds is de tekst ook anders op te vatten. Dan kan het betekenen dat Johannes de Doper eerst niet wist dat de Heere Jezus zou gaan dopen “met de Heilige Geest.” In Johannes 1:33 wordt duidelijk dat Johannes de Doper daar door God Zelf op een bijzondere manier vooraf op gewezen is. Dit is in het bijzonder zichtbaar geworden toen Jezus gedoopt werd en God en Vader en God de Heilige Geest Zich bijzonder openbaarden. Johannes de Doper had dit gezien (Joh. 1:34) en dit had voor hem krachtig bevestigd dat de Heere Jezus inderdaad de Christus, de verwachtte Messias was.
Met een hartelijke groet,
Ds. J. A. van den Ende
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.A. van den Ende
- Geboortedatum:01-07-1991
- Kerkelijke gezindte:Vrije Evangelische Gemeente
- Woon/standplaats:Wemeldinge
- Status:Inactief