Lijdzaam, maar niet lijdelijk
Ds. H. Peet | Geen reacties | 24-01-2004| 00:00
Vraag
Vanaf de preekstoel wordt nogal eens gezegd dat we lijdzaam moeten zijn, maar niet lijdelijk. Wat is het verschil tussen beiden en wat houden deze begrippen precies in?
Antwoord
Onder lijdzaamheid moet je verstaan het buigen voor de wegen die God met je gaat. Het erkennen van Gods soevereiniteit. Lijdzaam was bijvoorbeeld Job toen hij door vreselijke rampen werd getroffen en toch kon zeggen: de Heere heeft gegeven, de Heere heeft genomen, de naam des Heeren zij geloofd (Job 1:21). Lijdzaam ben je wanneer je het je aantrekt wat de apostel Paulus zegt: O mens, wie zijt gij die tegen God antwoordt? (Rom. 9: 20). Lijdzaamheid ben je, wanneer je in tegenspoed geduldig weet te zijn, zoals de catechismus daarvan spreekt in zondag 10.
Lijdzaam zijn, is dus nog wel iets anders dan de dingen maar over je heen laten komen. Het is de dingen aanvaarden, omdat je beseft dat het Gód Zelf is die bepaalde dingen op je weg brengt. Wie zijn wij als zondige mensen dat we daar ook maar enige aanmerking op zouden kunnen maken? God is God en dan kun je als mens alleen maar buigen. Het is boeiend om in dit verband ook even te letten op het woord dat in het Nieuwe Testament nogal eens gebruikt wordt voor lijdzaamheid. Dat is een woord dat heel letterlijk vertaald betekent: Er onder blijven, het eronder uithouden. Denk bijvoorbeeld aan de pijler onder een viaduct, dat het onder de last uithoudt, omdat het rust op een degelijk fundament. Zo kan ook een echte christen het onder zware lasten volhouden, omdat zijn leven een hecht fundament mag hebben, het volbrachte werk en de Persoon van de Heere Jezus Christus. Omdat Christus Zelf het leven van de christen draagt, kan hij het uithouden onder de lasten van het leven die hij dragen moet, of anders gezegd: kan hij lijdzaam zijn.
Lijdelijkheid daarentegen is iets totaal anders. Dan laat je de dingen maar over je heen komen. Je gaat ook uit van Gods soevereiniteit, maar trek je er een conclusie uit die komt uit de koker van de boze. Als God me niet heeft uitverkoren, heeft het toch geen zin om de Heere te zoeken. Dan kun je zoeken tot je een ons weegt, maar het zal je niet baten. En omgekeerd: als God je verkoren heeft, dan kom je er toch wel. Je begint dan daar waar je eindigen moet. Je begint bij het boek van God in de hemel, terwijl wij hebben uit te gaan van het boek op de aarde waarin de Heere Zich doet kennen. Lijdelijkheid rekent niet met de ernst van Gods appèl: komt herwaarts tot Mij allen die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven (Matth. 11: 28). Het laat zich niets gelegen liggen aan de oproep: zoekt de Heere terwijl Hij te vinden is, roept Hem aan terwijl Hij nabij is. Het laat zich niks gelegen liggen aan het ernstige appèl: bekeert u.
Zich verschuilend achter eigen doodsstaat, wat iets totaal anders is dan daarover in de schuld komen(!), legt men alle vriendelijke nodigingen en ernstige oproepen tot bekering naast zich neer. Men wordt met dergelijke oproepen niet werkzaam. Vergeten wordt dat wij als verantwoordelijke mensen geschapen zijn: als mensen die tot antwoorden geroepen worden. Deze nodigingen en oproepen dringen tot gebed. Juist dat gebed blijft bij lijdelijkheid achterwege. Lijdelijkheid lijdt tot biddeloosheid, terwijl alle nodigingen er juist toe willen brengen dat we ons bij de Heere melden: Heere, u nodigt armen en ellendigen, nu hier is er zo ééntje. Ik moet alles van u ontvangen. Heere, u roept me tot bekering. U staat in u volle recht, maar ik heb mijn hart zo tegen, ik heb mijn natuur zo tegen. Wilt u mij bekeren? Heere, hoe zal ik ooit mijn hart aan u kwijt raken, als Uzelf niet komt om het te nemen? Wie zo bidt als een bedelaar aan de troon van de genade vindt zeker gehoor, terwijl lijdelijkheid leidt tot niets.
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Peet
- Geboortedatum:15-01-1964
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Sliedrecht (Eben-Haëzer)
- Status:Actief