Ceremoniële wetten gelden niet meer
prof. dr. M.J. Paul | Geen reacties | 01-10-2004| 00:00
Vraag
Je hoort vaak praten over de ceremoniële wetten en de ... wetten (ik weet niet meer hoe die heten). Dan wordt gezegd dat de ceremoniële wetten voor ons niet meer zo letterlijk gelden, maar dat de achterliggende boodschap nog wel geldt. Nu vraag ik me al lange tijd af, hoe men weet dat deze wetten niet meer gelden? Weet u waar dat in de Bijbel staat? Is iedereen het erover eens dat deze wetten niet meer gelden?
Antwoord
Meestal wordt in catechisatieboekjes het volgende onderscheid gemaakt: zedelijke wetten (de Tien Geboden), ceremoniële wetten (de offers) en burgerlijke wetten (wetten die met het land Kanaän te maken hebben). De Tien Geboden worden in onze kerken beschouwd als wetten die een blijvende geldigheid hebben; daarom worden ze ook vaak gelezen.
Van de ceremoniële wetten geldt dat de offers nu niet meer gebracht behoeven te worden. Christus heeft het grote offer gebracht, eens en voor altijd (Hebreeën 10). Op grond van 2 Korinthe 3 en Hebreeën 8 spreken we over het oude en het nieuwe verbond. Het oude verbond is het verbond aan de Sinaï en daaraan zijn wij niet meer gebonden. Hebr. 10:8 zegt dat het zondoffer nu niet meer nodig is. Maar de Joden proberen deze wetten nog wel in praktijk te brengen, omdat ze het Nieuwe Testament niet aanvaarden. De genoemde Brief aan de Hebreeën spreekt over de dienst in het hemelse heiligdom en over een volmaaktere Hogepriester dan onder het oude verbond mogelijk was.
Het bovenstaande is in grote lijnen hoe er in onze kring gedacht wordt. In detail ligt het wat moeilijker. Want de beloften en bedreigingen uit de Tien Geboden worden niet behandeld in de Catechismus en de sabbat (vrijdagavond en zaterdag overdag) wordt daar “alle dagen van mijn leven” en wij vieren de zondag. De Dordtse Synode gaf al aan dat er ook een ceremonieel deel zit in het vierde gebod. Maar de meeste geboden worden in het Nieuwe Testament herhaald en op grond daarvan is het goed dat wij die geboden houden. Het verdient daarom de voorkeur dat in de kerkdiensten ook de 'nieuwtestamentische wetten' gelezen worden (zoals Gal. 5; Efeze 4 en 5; Koloss. 3).
En wat de burgerlijke wetten betreft: het zou goed zijn als we de principes en de wijsheid van die wetten zouden onderzoeken en in praktijk brengen. Het is niet meer verplicht voor ons om een hek om een plat dak te bouwen (Deut. 22:8), maar het nemen van voorzorgsmaatregelen om een ongeluk te voorkomen, is natuurlijk heel goed. De Israëliet mocht van een arme volksgenoot geen rente vragen. Wij kennen dit niet, maar hoe helpen wij de naaste?
Kortom, de indeling in drie soorten wetten is niet helemaal juist, en in de Bijbel zelf staat die niet aangegeven, maar het wel gemakkelijk als richtlijn.
Ds. M. J. Paul
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook: