Studente theologie
Ds. P.D.J. Buijs | Geen reacties | 05-02-2005| 00:00
Vraag
Ik ben een meisje van 18 jaar en eerstejaars studente theologie. Ik heb het verlangen om God te dienen, maar ik voel me vaak zo minderwaardig als vrouw, omdat ik nooit predikant of ambtsdrager zal kunnen worden, alleen maar omdat ik een vrouw ben. En er zijn meer zaken, zoals dat je bijvoorbeeld nooit 'leergezag' zal mogen hebben. Hoe moet ik hiermee omgaan?
Antwoord
Beste lezeres,
Mag ik beginnen om mijn blijdschap uit te spreken over je opmerking dat je het verlangen hebt om God te dienen. Wat is er heerlijker dan om die God te dienen Die in Christus naar zondaren heeft omgezien? Hij is het zo waard! Uiteraard komt dan de vraag in beeld hoe dat het beste zou kunnen.
Laat ik eerst even mogen ingaan op je gevoel dat je je vaak zo minderwaardig kunt voelen als vrouw, omdat je nooit predikant of ambtsdrager zult kunnen worden, vanwege het enkele feit van je vrouw zijn. Dat kan een gevoel zijn, maar het Woord van God laat het ons toch anders zien. Man en vrouw zijn voor God van gelijke waarde, maar daarmee zijn ze nog niet gelijk. Denk alleen maar aan de lichamelijke verschillen; die kan toch niemand ontkennen. De Heere wilde dat zo. Zo gaf Hij ook man en vrouw ieder een eigen plaats. Adam als hoofd van de vrouw (dat betekent niet: heerser, dictator -al is dat in de geschiedenis er vaak van gemaakt!-, maar: oorsprong, begin, en zo: degene die het voor haar opneemt, haar beschermt en in liefde leidt). De vrouw wordt genoemd de “hulpe” tegenover Adam. Weet je dat dat een erenaam is?! Het betekent niet: “hulpje in de huishouding”, maar: degene zonder wie de man niet compleet is; hij is “hulpbehoevend”! Dat het een erenaam is blijkt wel daaruit, dat de Heere de Hulp van Zijjn volk wordt genoemd (denk aan de bekende tekst uit Ps. 146). Zo heeft de Heere aan elk zijn/haar eigen plaats gegeven.
Uit het hoofd-zijn van de man vloeit voort, dat alleen hij geroepen kan worden tot een ambt in de kerk. Is de vrouw dan minder? Nee, zij mag op haar eigen manier dienen. Eerlijkheidshalve moet wel gesteld worden dat de kerk in het verleden wel eens te weinig gebruik heeft gemaakt van de vele mogelijkheden die de Bijbel vrouwen biedt om, buiten het bijzondere ambt, in de gemeente te dienen.
Nu zou ik daar een heel uitgebreid verhaal over kunnen houden. Maar ik denk dat ik jou als theologiestudente wel iets kan aanraden om te bestuderen.
Binnen het kerkverband waartoe ik behoor is de zaak van de plaats van de vrouw in de gemeente uitgebreid op synodes aan de orde geweest. De synode van 1998 sprak zich uit over de kwestie van “vrouw en ambt”. Daarover is een bezinningsrapport verschenen, waarin duidelijk werd gemaakt dat volgens Gods Woord het bijzondere ambt niet aan de vrouw toekomt. Maar vervolgens stond de synode voor de vraag: hoe dan wel? Want je bent er niet mee klaar om alleen maar te zeggen hoe het niet moet. De resulteerde in een vervolgrapport op de synode van 2001, onder de titel: “Dienst van de vrouw”. Deze beide rapporten zijn verkrijgbaar, en ik raad je graag aan om die eens te bestuderen. Ik denk dat je er echt door geholpen wordt. Je kunt ze bestellen bij: uitgeverij Buijten en Schipperheijn,
Amsterdam, tel. 020-524 10 10.
Ik wens je veel vreugde toe in het dienen van de Heere, op de plaats die Hij je Zelf (en dat gaat niet buiten gebed, bezinning en gesprek om) wil wijzen.
Hartelijke groet, ds. P. D. J. Buijs
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P.D.J. Buijs
- Geboortedatum:02-11-1961
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Nunspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: