Vertalen JHWH met HEERE
Gereformeerde Bijbelstichting | 5 reacties | 21-08-2018| 09:00
Vraag
De Naam waarmee de Heere Zich aan Mozes bekend maakt is JHWH. Volgens mij wordt deze Naam niet (meer) door de Joden uitgesproken. We weten daarom niet meer hoe deze Naam oorspronkelijk geklonken heeft. Nu gebruiken de kanttekeningen Jehovah. Ook Calvijn gebruikt deze benaming. Ik dacht dat dit onjuist was omdat de Hebreeuwse consonanten vervoegd werden met de klinkers van ‘adonai’ door de Masoreten. Is het dan niet beter om de ‘vertaling’ HEERE/HERE te gebruiken? Dit om verwarring met de Jehova’s getuigen te voorkomen?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Waar in het Oude Testament Gods Verbondsnaam JHWH voorkomt, is die in de Statenvertaling vertaald met: HEERE (met vijf hoofdletters dus). We lezen in Exodus 3:14 dat God aan Mozes de betekenis van die Naam openbaarde: IK ZAL ZIJN DIE IK ZIJN ZAL.
Het Hebreeuwse schrift was oorspronkelijk alleen een medeklinkerschrift. Om het lezen te vergemakkelijken, plaatsten Joodse schriftgeleerden (de masoreten) later onder, in of boven de medeklinkers klinkertekens. In de grondtekst van het Oude Testament zijn ook van de Verbondsnaam alleen de vier medeklinkers opgeschreven, JHWH dus. Ook daar zijn later klinkertekens bij genoteerd. Deze geven echter niet de oorspronkelijke uitspraak van JHWH weer.
Al eeuwenlang spreken Joden de Naam JHWH niet meer uit. Volgens hen is het uitspreken van deze Naam verboden, en die opvatting heeft te maken met hun interpretatie van het derde gebod (Ex. 20:7). Wanneer Joden de Naam JHWH lazen, spraken ze uit: Adonai (betekenis: mijn Heere, Bezitter), Elohim (betekenis: God) of ook wel Sjema (betekenis: de Naam).
Over het ontstaan van de Naam Jehovah schrijft dhr. L. M. P. Scholten in een artikel in zijn annotatiebundel “Nuttig tot lering” (Leerdam 2008): “De schriftgeleerden, die de bijbeltekst van klinkertekens voorzagen als hulp bij het bijbellezen, zetten bij de Naam, wat begrijpelijk is, de klinkers van Adonai (e, o, a) – of ook wel van Sjema of van Elohim, maar verreweg het meest van Adonai. Zo zou nimmer een Joods jongetje, dat voor het eerst de Schrift ging lezen, zich in zijn onnozelheid bezondigen aan het uitspreken van de Naam, zo dachten zij natuurlijk. Maar in de latere Middeleeuwen, toen de theologen van de christelijke kerk na eeuwen verwaarlozing weer begonnen het Oude Testament in de Hebreeuwse grondtekst te lezen, wisten zij dit alles zo precies niet. Zij dachten, dat de Naam zo uitgesproken moest worden, als die er staat met de klinkertekens der schriftgeleerden (e, o, a), dus: Jehovah. Maar dan spreekt men eigenlijk de medeklinkers van de Naam JHVH uit met de klinkers van Adonai.” In Gods voorzienigheid is de oorspronkelijke uitspraak van de Naam JHWH verloren gegaan. Volgens dhr. Scholten (in hetzelfde artikel) ligt daarin het goed recht van het blijven gebruiken van de uitspraak Jehovah. We kunnen echter niet zeggen dat deze de authentieke uitspraak van JHWH is. Anderen menen dat Jahweh de oorspronkelijke uitspraak van JHWH is, maar ook dat valt niet met zekerheid te zeggen.
Nu nog iets over de vertaling van het Hebreeuwse JHWH met HEERE. Deze vertaling komt in de meeste bijbelvertalingen voor. In de Septuaginta (de Griekse vertaling van het Oude Testament, die enkele eeuwen voor het begin van onze jaartelling ontstond) is JHWH meestal vertaald met het Griekse woord Kurios (Heere). Die vertaling houdt verband met het feit dat de Joden JHWH uitspraken als Adonai. De schrijvers van het Nieuwe Testament hebben van de Septuaginta gebruik gemaakt, en ook in de grondtekst van het Nieuwe Testament is de Verbondsnaam (in citaten uit het Oude Testament) met Kurios weergegeven. De Vulgata, de Latijnse Bijbel, vertaalde JHWH met Dominus (Heere). In de Lutherbijbel lezen we HERR, en in de vanuit Luthers vertaling vertaalde Liesveltbijbel en Deux-Aesbijbel (twee voorgangers van de Nederlandse Statenbijbel) vinden we een vergelijkbaar woord. De Statenvertalers gaven JHWH, in opdracht van de Dordtse Synode van 1618-1619, weer met HEERE; met vijf hoofdletters, ter onderscheiding van Heere met één hoofdletter als vertaling van Adonai. Eenzelfde onderscheiding komt voor in de Engelse King James Version, waar Adonai is vertaald met Lord en JHWH met LORD. Belangrijk voor de Dordtse Synode was het feit dat de schrijvers van het Nieuwe Testament, geïnspireerd door de Heilige Geest, voor JHWH het woord Kurios gebruikten. Ze besloot daarom ‘bij ontstentenis van een ander passend en gebruikelijk Nederlandsch woord, waardoor de kracht van dien Naam wordt uitgedrukt, en aangezien de Heilige Geest ons zelf is voorgegaan met het woord Jehova in het N. T. door Heere te vertalen, dat de overzetters in navolging van Christus en de Apostelen het woord J e h o v a vertalen zullen door het woord H e e r e en dat dit woord met grootere letters zal worden gedrukt […] overal, waar in den Hebreeuwschen tekst Jehova staat’ (H. Kaajan, “De pro-acta der Dordtsche Synode in 1618”, Rotterdam 1914). Trouwens, dat JHWH een eigennaam is, pleit voor de weergave HEERE met drie in plaats van twee E’s. Met een beroep op de spellingsvereenvoudiging die heeft plaatsgevonden, wordt ook wel HERE geschreven. Echter, bij wijziging van spelling moeten eigennamen niet veranderen.
De meeste bijbelvertalingen vertalen JHWH met HEERE, maar er zijn uitzonderingen. De Geneefse Bijbel van 1588 geeft JHWH weer met de Eeuwige (in het Frans l’Eternel). Calvijn gaf aan deze vertaling de voorkeur op grond van de betekenis die we lezen in Exodus 3:14. Ook diverse Joodse vertalingen hebben met de Eeuwige overgezet. De Jehova’s getuigen vertaalden JHWH in hun Nieuwe-Wereldvertaling met Jehovah. Echter, ook in het Nieuwe Testament gebruiken ze deze Naam; de Nieuwe-Wereldvertaling heeft daar 237 keer Jehovah, terwijl er in de Griekse grondtekst Kurios staat. De Jehova’s getuigen gebruiken de Naam Jehovah, maar loochenen tegelijkertijd de drie-eenheid van God. Echter, het misbruik van een woord heft het rechte gebruik niet op. Op grond van de Schrift mogen we met vrijmoedigheid belijden: Jehovah, de HEERE, is de drie-enige God. Net als de Statenvertalers deden in de kanttekeningen, mogen ook wij de Naam Jehovah gebruiken. Als we het maar doen zoals de Heidelbergse Catechismus het ons in de uitleg van het derde gebod voorhoudt: “dat wij den heiligen Naam Gods anders niet dan met vreze en eerbied gebruiken, opdat Hij van ons recht beleden, aangeroepen, en in al onze woorden en werken geprezen worde” (Zondag 36, antw. 99).
Met vriendelijke groet,
Lennart van Belzen
Lees ook:
Dit artikel is beantwoord door
Gereformeerde Bijbelstichting
- Kerkelijke gezindte:Divers
- Woon/standplaats:Leerdam
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Lennart van Belzen, GBS
De juiste aanspreekvorm is verloren gegaan en aangezien wij dat niet meer weten is gekozen voor alternatieven: de Eeuwige, Adonai, HaShem, en G'd.
De goddelijke naam is eigenlijk een actief-progressief werkwoord met causaal (oorzakelijk) verband.
De goddelijke naam kan dus vertaald worden met 'Hij veroorzaakt te worden'.
Met andere woorden God kan alles worden en doen wat Zijn voornemen ondersteund/verwezenlijkt.
En Zijn voornemen is om de aarde tot een Paradijs te maken.