Door de oog- en oorpoort

Beste dominee,

Het is mijn verlangen en streven om te leven zoals de Heere dat wil, dat Hij in alles de eer krijgt en dat Hij bovenaan staat in mijn leven: Psalm 73:25. Maar nu zit ik ermee dat als ik naar de stad ga, ik er heel lang rondkijk, winkel in, winkel uit, mijn ogen verkeerd de kost geef. Daarnaast doet die muziek die in de winkels en supermarkten gedraaid wordt mij pijn, die muziek kan ik als christen niet aanhoren. Achteraf heb ik zo’n spijt dat ik teveel tijd verknoeid en verbeurd heb. Die tijd had ik ook kunnen besteden om Gods Woord of goede boeken te lezen, een preek te luisteren of iets dergelijks.

Natuurlijk, boodschappen doen is nodig, maar ik blijf te lang in de winkel hangen om ten diepste een leegte/eenzaamheid te vullen die alleen de Heere vullen en vervullen kan. Dan hoor ik steeds die ene zin uit de preek: “Wat komt er al niet binnen door onze oog- en oorpoort...” Ik weet van mezelf dat ik niet alleen naar de winkels moet gaan, daarmee zoek ik mijns inziens de zonde op. Ik weet dat ik het niet moet doen, maar de zonde haten en vlieden.

Maar dominee, wat moet ik toch doen? Als ik een preek heb geluisterd, Bijbel gelezen heb, waarin ik de stem van de Heere mocht horen, word ik zo rustig en zie ik wat werkelijk belangrijk is. Ik voel me zo zondig, ellendig dat ik steeds weer dezelfde fout inga. Heere help! Wat kan/moet ik doen in deze strijd dominee, naast gebed en smeking aan de troon van Gods genade?

Als je de HEERE vreest, kom je heel concreet in de strijd van het geloof terecht. Dat is niet gemakkelijk. In een lied heb ik het zo verwoord: “Hoe moeilijk is de strijd, Heere, die ik daaglijks ken, nu ik mag weten dat ik van mijn Heiland ben!”

Twee dingen zijn van belang: In de eerste plaats bidden: wend mijn oog van de ijdelheden af. Niet kijken, niet luisteren en daarom ook plaatsen mijden, omdat wij zo zwak zijn. In de tweede plaats bidden: Schep mij een rein hart, want het zit meer van binnen. En zo ontdek je hoe slecht je bent. Paulus kan in Romeinen 7 belijden: ik, ellendig mens. En daarboven uit: Gode zij dank dat Jezus Christus overwint. Zo worden we des te meer naar de enige Redder toegedreven en komt er meer plaats voor Hem: U kunt redden, U alleen! De duivel zit niet stil om ons van de Heere en van Zijn troost te verwijderen. Maar de Heere is machtiger dan Zijn tegenstander.

Ook moeten we vulling zoeken (om de leegte te vullen), zoals je aangeeft. Uiteraard omgang met de Heere Zelf en met hen die Hem kennen. Maar ook met andere dingen bezig zijn. Dat is voor de een meer sport, voor de ander een andere inspanning, om niet in verzoeking (verleiding) terecht te komen. Ga vooral zingen, want daar kan de duivel niet tegenop.

Ik hoop je hiermee iets te hebben geholpen. Sterkte in de strijd!

Met hartelijke groet,
Ds. J. van Amstel