Jacob en de geschilde takken
ds. D.M. Elsman | 2 reacties | 14-06-2018| 15:39
Vraag
God zorgde ervoor dat Jacob een grote kudde kreeg bij Laban, Genesis 30. Maar Jacob gebruikte hiervoor wel middelen. Ik begrijp alleen niet goed wat het effect was van wat hij deed. De geschilde takken in de drinkbakken, scheidden die een bepaalde geur af waar de ooien vruchtbaar van werden? Of waren het de rammen die gestimuleerd werden door het zien van de bruin/witte takken en daardoor meer oog hadden voor de gekleurde ooien? Ook wendde hij het gezicht van de kudde naar de gekleurde dieren. Wat wordt daar mee bedoeld?
Antwoord
Dank je wel voor je mooie vraag! De commentaren wijzen hier op een verschijnsel dat bekend staat onder de term ‘verzien’. Het betekent dat het zien van iets een bepaalde indruk of afwijking kan overbrengen op de vrucht; dat zou ook al bij de paring van invloed kunnen zijn. Het zien van gestreepte takken zou een positief effect hebben op het aantal bontgekleurde lammeren (en omgekeerd het zien van allerlei witte voorwerpen een positief effect op het krijgen van zuiver wit vee).
Ook Calvijn wijst in die richting, waarbij hij opmerkt dat uit het volgende hoofdstuk (31: 10 e.v) blijkt dat God aan Jakob in een droom hiervoor een aanwijzing gaf.
De uitleg van vs. 40 (het wenden van het gezicht van de kudde naar de gekleurde dieren) kan zijn (zie de kanttekening bij de SV) dat Jakob de geboren gevlekte dieren apart zette -en de rest van de kudde achter hen aan liet trekken- dus met het gezicht gericht naar deze gevlekte en zwarte dieren. De bedoeling is dan hetzelfde ‘verzien’, nu niet van de bonte takken, maar van het bonte vee.
God zegent Jakob. Dat is ten diepste de verklaring van het effect van de geschilde takken. Zou voor de HEERE iets te wonderlijk zijn?
Ds. D. M. Elsman
Dit artikel is beantwoord door
ds. D.M. Elsman
- Geboortedatum:16-04-1961
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Rijssen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Bedenk dat Laban, Jakob's schoonvader, telkens de loonafspraken veranderde.
Ondanks dat nam Jakob's veestapel toe, en ook die van zijn slaven, door de zegen van Jahweh overeenkomstig de looneis van Laban.
Laban had gewoon geen vat op Jakob, uit wie de Messias zou voortkomen.
Zo zegende en beschermde de ware God Jakob en zijn nageslacht.
Later kreeg Jakob de opdracht van God om terug te keren naar het beloofde land.
Eindelijk verlost van het juk van Laban.
Als je tien keer een veestapel wil omruilen omdat er meer bij Jacob zijn dan bij Laban is dat gewoon een explosie van de veestapel geweest. Dat verklaart ook de uitdrukking aangaande Laban en zijn personeel. Zij moeten vanwege de toename een behoorlijk stukje verder lopen om grazige weide te vinden. Het drinken van die enorme aantallen vergt steeds meer personeel. Een aanslag op het vermogen van Laban. Maar ook een aanslag op het personeel wat met al het ruilen heel hard moet werken. Ook Jacob zal er moeite mee gehad hebben.
Economisch gezien een ramp als er op korte termijn zeer veel aanbod komt van wol/geitenhaar, vlees en levende have. Bij zoveel aanbod is de markt verzadigd en zit je opgescheept met enorme voorraden. Het ruilen leek erg nuttig. Het neveneffect is enorm geweest. Kleine details waar je heel snel overheen leest.
Wat leert ons dit alles? Er zit ook een les in: wie van Israël steelt beslist niet rijk zal worden. En Jacob krijgt meer dan hij wenste [Genesis 31:12]. De Eeuwige zegent hen en oom Laban draagt uiteindelijk de last van de achtergebleven veestapel.