Gemeente behoorlijk verrechtst
Ds. A.J. Schalkoort | 57 reacties | 09-04-2018| 10:47
Vraag
Al langere tijd zit ik met een probleem dat ik niet met de kerkenraad bespreekbaar durf te maken. Ik ben bang dat ik dan gelijk een bepaald stempel opgedrukt krijg. Daarnaast hebben al veel (oud)gemeenteleden de zaak aan de kaak gesteld, maar dit heeft voor zover ik weet niks geholpen. De situatie wordt alleen maar erger.
In 2010 ben ik lid geworden van mijn huidige gemeente. Een gemeente met een paar honderd (doop)leden die binnen ons kerkverband als een midden-gemeente kon worden beschouwd als het ging om ‘uitnodigingsbeleid’ van voorgangers en de samenstelling van de gemeente. De afgelopen jaren is de kerkenraad van mijn huidige gemeente behoorlijk verrechtst en is ze de aansluiting met een bepaalde groep gemeenteleden kwijtgeraakt. Een groot deel van hen is inmiddels overgeschreven naar een andere gemeente. Anderen voelen zich minder op hun plek en de vraag is wanneer een deel van hen vroeg of laat zich alsnog laat uitschrijven. De verrechtsing heeft er de laatste jaren ook voor gezorgd dat bepaalde mensen juist wel of niet lid worden.
De afgelopen twee jaar is het ‘uitnodigingsbeleid’ van voorgangers dusdanig versmald dat op een enkele uitzondering na alleen nog maar de rechterflank van ons kerkverband wordt uitgenodigd. Voorgangers die vroeger vaak kwamen worden de laatste jaren niet meer uitgenodigd. Hun boodschap lijkt ineens onder de maat te zijn. Ik merk dat ik de laatste tijd weinig geestelijk voedsel meer krijg, de preken zijn zogenaamd bevindelijk en meer cliché. Ik hoor weinig nieuws meer; het is meer van hetzelfde, voorspelbaar. De beloften van God worden ook steeds minder centraal gesteld. En zo kan ik nog wel even doorgaan.
Ik ben van mezelf geen prater, meng me verder ook niet diepgaand in gesprekken als het over dit onderwerp gaat. Je krijgt al snel een stempel en ik durf m’n mening eigenlijk niet goed te geven. Ik bid om verandering, maar de laatste twee jaar zinkt de moed me steeds meer in de schoenen als ik het nieuwe preekrooster weer bekijk. Waar ik vroeger vaak uitkeek naar de kerkdiensten, wordt dat steeds minder. Ik vind het zo erg, zeker omdat er in mijn kerkverband veel voorgangers zijn die ik wel graag hoor.
Op dit moment merk ik dat ik begin te overwegen om een overstap te maken. Eigenlijk wil ik dat ook weer niet en hoop ik dat we we terug kunnen naar hoe het ooit was. Of al is het maar een grote stap in die richting. Ik weet dat ik eigenlijk zou moeten praten, maar de ervaring leert ook wel dat het enkele zin heeft. Heeft u een advies voor mij?
Antwoord
Het probleem dat je hier schetst komt helaas in meerdere gemeenten voor. Mijn advies zou zijn: probeer toch in gesprek te komen met de kerkenraad. Je zou dus kunnen beginnen met een lid van de kerkenraad die al langer zitting heeft in de kerkenraad en weet hoe het in de beginsituatie was toen de gemeente nog een midden-gemeente was. Daarbij moet je vooral duidelijk krijgen waarom men kiest voor een ander beleid.
Ook is te overwegen of je samen met een andere gemeentelid die ook bezwaard is het gesprek aangaat. Een brief schrijven aan de kerkenraad ondertekend door een aantal gemeenteleden is ook een optie. Mocht dit alles niet baten, dan kun je altijd overwegen naar een andere gemeente over te gaan. Dan heb je in ieder geval gedaan wat je kon doen uit zorg voor de gemeente. Het gebed blijft belangrijk, maar de kerkenraad ter verantwoording roepen hoort ook bij de zorg voor de gemeente.
Ds. A. J. Schalkoort
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.J. Schalkoort
- Geboortedatum:05-10-1948
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Lunteren
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus-predikant
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Het gaat niet om de beleving van een ander, maar of het op Gods Woord gegronde bevinding is. En ik zoek geen zondekennis, daar is de grond niet in, maar dat gaat wel eraan vooraf voordat de ware Grond zich openbaart. Ik voel me van harte thuis bij het volk waar ik kom, daar hoor op Gods Woord gegronde bevinding. Ik moet dan ook vaak denken: voegt u bij Godsgezinden en gij zult er Jezus vinden. de Bijbel is een geestelijk Boek, en de Geest past het onderwerpelijk toe in het hart van Zijn kinderen. En ik snap Kip goed, als je ziet op de vroegere tijden zoals in Rijssen, bekeert God nu anders als toen?
@Willem B
In al de voorbeelden die je noemt zie je de nood bij deze mensen, hun zielennood, dat ze zien dat ze onbekeerd en zondig zijn, anders zou je toch niet uitroepen: wat moet ik doen opdat ik zalig worde?
Maar al met al liggen we ver van elkaar verwijderd en ik vraag me nog steeds af of verder discussiëren sticht, we gaan elkaar niet overtuigen.
Wat betreft de gevangenbewaarder, lees eens dit antwoord van dhr. Dooijeweert: http://www.refoweb.nl/vragenrubriek/25748/het-worstelen-van-de-stokbewaarder/
In de SV staat: "wat moet ik doen opdat ik zalig worde"
Dat heeft de klank van: naar de hemel gaan. Maar dat staat er niet in de grondtekst, daar staat het woord: sotho, wat betekent: gered worden.
Bij de andere voorbeelden die WillemB noemde kan ik in de verste verte niet lezen dat die mensen een zielennood hadden. Dat leg jij er in, inlegkunde heet dat. En alles wat je in het Woord van God legt, leg je als het ware in de woorden van God, je bepaalt dus wat God had moeten zeggen. Hoe kwalijk is dat!
Ik wens je van harte toe dat je uit je orthodox bevindelijke bubbel stapt en de werkelijke ruimte van Gods liefde gaat zien, voor jezelf, maar vooral voor anderen.
Ik wens jou van harte toe dat je de geestelijk bevinding van Gods Woord door Zijn Geest in je hart toegepast mag krijgen en dat je dan de ware liefde Gods mag gevoelen.
De vraag of de Heere Jezus alles, alles voor je is heb je nog niet beantwoord. Waarom draai je mu toch om de hete brei heen?
Je roemt veel in bevinding. Hoef je niet weg te gooien, maar... Zou je het kunnen? Om dit schade(lijk) en drek (sorry, maar waarmee toch echt stront wordt bedoeld, vergeef me) te leren achten tov van de uitnemendheid in Christus?
Of hou je dan niets over....?
Dat soort persoonlijke zaken beschrijf ik liever niet op het internet, maar ik kan u een tekst geven waarin alles in samengevat staat: Heere U weet alle dingen.
Waarom zo geheimzinnig als het gaat om datgene wat het liefste is (zou moeten zijn) in je leven? Waarom wel zo volmondig spreken over je zondigheid, maar niet over de Verlosser van je zonde? Heb je iets te verbergen?
“Until sin be bitter, Christ will not be sweet.” ― Thomas Watson
Zeker, als je veel hebt om te vergeven te krijgen, is de liefde groter. Ik heb een lieve vriend, die 38 jaar verslaafd is geweest, en door de duivel bezeten. Die man zat zich letterlijk dood te zuipen, totdat Christus in zijn hart kwam. Hij loopt nu over van liefde, maar zijn oude mens is dood. Zo ziet hij dat nu ook letterlijk. Hij loopt niet rond als een bedelaar, maar als een zeer blij kind van God, vertelt tegen iedereen hoe goed God is. De blijdschap straalt van hem af. Ik hoor hem nooit klagen dat hij zo'n groot zondaar is, die zijn vergeven. Weg gedaan.
Zó werkt God, vergeven is vergeven, daar denkt Hij niet meer aan, en wij hoeven er niet meer aan te denken. Wij hoeven alleen God uitermate zeer te danken dat Hij ons heeft gered en van ons een nieuwe schepping heeft gemaakt.
Waar het in deze om gaat is dat de maat wordt gemeten met anderen omdat ze niet klagend over deze wereld gaan. Dat is ongezond, en zeker niet zoals de bijbel daarover spreekt. Ook niet in Rom. 7, want daarin gaat het over hen die naar het vlees leven en niet naar de Geest.
De Liefde die alle verstand te boven gaat, sprekt zo duidelijk.en het voeg u bij de Godsgezinden gewis ge zult er Jezus vinden.
Ja,de tekst Heere Gij weet alle dingen,Gij weet dat ik U liefheb.
Is alleen bij degene te herkennen,die dit bevindelijk mogen beleven.
dus,voor beleving vatbaar en niet te bespreken.
zoiets moet elk mens zelf ondervinden.dan heb je met elkaar herkenningspunten.
dat wordt alleen verstaan,die daar bevindelijk kennis aan hebben.
ieder heeft zijn/haar eigen weg,maar bevindelijk hebben we altijd herkenningspunten.Kostelijk,als de een de ander mag aanvullen in beleving,dan smelten de harten ineen!
de Waarheid achter de Waarheid,leer je pas,als de Heere zelf in t hart gaat werken.
De Bijbel is en blijft een geestelijk Boek,wat alleen te verstaan is als de Heilige Geest het toepast.
zelf kunnen we alleen met het verstand de dingen waarnemen.
Maar geestelijk alleen van Boven geleerd.
de Heere bekeerd al Zijn Volk nog net als vroeger.
Alles wordt niet op 1dag geleerd..
en t oude Volk paste zelf niks toe,maar ontving het van Hem.
een gekregen Borg en Zaligmaker,voor doodschuldige zondaren.
zijn er geen zonden dan zijn er geen wonden.
Adam niet geleerd,Christus niet begeerd..
wat fijn dat ik dit mag meemaken,dat je zulke tere onderwerpen zo eerlijk en gepast mag antwoorden RSTHG21.
kWist het ook niet dat dit Leven bestond.T is enkel Genade als je t mag beleven.
Dat zie je pas achteraf. genade als je zondaar voor God mag worden,ach dan lig je plat op de vloer,Verloren verloren,dan ist omkomen in de waarneming.
o Die Liefde die alle verstand te boven gaat krijgt toegepast..........
niks uit ons maar alles uit Hem.
zo komt men in Jeruzalem.
joh,dat boek van Ambrosius ,,het zien op Jezus'' kostelijk zoals Ambrosius het heeft mogen leren.
o om dan te mogen zeggen,k'heb alles verloren,maar Jezus verkoren,wiens eigen ik ben.
weg wereld weg schatten,ge kunt niet bevatten,hoe rijk of ik ben.
sjonge wat maakt u veel los bij me,met uw zo gepaste antwoorden aan de mensen op refoweb.
Ja hier heb ik wat aan hoor.het zingt vanbinnen Zijn naam moet eeuwig eer ontvangen
@kip, prachtige woorden, het is me alleen een raadsel waar je dit zicht en zien op Jezus in de bijdragen van Rsthg meent te zien.
bedankt voor de tip mn heil niet bij mensen te zoeken.
wat betreft uw 2e vraag betreft het zien op Jezus wat betreft RSTHG21 kan ik niet anders onder woorden brengen.dan wat ik al heb geschreven.
Zijn pleidooi voor een zuivere prediking (RD 6-4) riep diverse reacties op. Daarom geeft T. Post een nadere toelichting. Hij neemt de doop als uitgangspunt.
Goed beschouwd is het verbazingwekkend dat er geen bakstenen door de kerk vliegen als de dominee met het doopformulier begint. „Deze lieve baby”, ik zeg het met mijn eigen woorden, „is vervloekt, verdient alle mogelijke onheil, ja, is het waard om voor eeuwig verdoemd te worden.” Maar niet minder verbazingwekkend is het dat de ouders niet in zwijm vallen van verwondering en aanbidding, als God daarna Zijn liefdeshart ontsluit. „Van dit kind wil Ik de God en Vader zijn!” In de kerk is water en geen vuur. „In dit water ben je rein, heilig als de engelen in de hemel.”
Zo spreekt God met twee woorden, als twee donderslagen: dood en leven, Adam en Christus, Wet en Evangelie. Denk deze twee lijnen als een kruis. Op het snijpunt woont onze God, in Christus geopenbaard. Vlees en bloed moeten hier bezwijken. Geen mens kan er (in zichzelf) bestaan. Hier wordt de mens opnieuw geboren. Het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw.
Na een ogenblik stilte beginnen wij mensen te praten. Heel vroom vragen wij ons af: „Wat zou God bedoelen?” We gaan dogmatiseren en maken ruzie. Waarom? Wij zoeken een modus vivendi, een manier van overleven voor onze oude mens.
In een diagram kun je kerkelijk Nederland met twee assen in kaart brengen. Aan de ‘rechterkant’ klampen we ons vast aan de Wet. Er is zelfs angst voor het Evangelie. „Pas op dat je je niet bedriegt.” Aan de ‘linkerkant’ omhelzen we het Evangelie. Twijfel is zonde, want we zijn „een parel in Gods hand.” Gods heiligheid is niet in beeld.
Opmerkelijk is het dat de zorgeloosheid toeneemt naarmate we verder van het snijpunt van de twee assen verwijderd zijn. Rechts zegt: „God moet het doen!” en houdt zich overeind met wat regeltjes en wetjes. Links zegt: „God is liefde!” en geniet van de ruimte voor de wereld en het vlees. In beide posities offeren we God op onze eigen hoogte. Het is zelfhandhaving en daarom vijandschap tegen God.
Geloof
Welk antwoord verwacht God op Zijn spreken? Een drievoudig „amen”: met ons hart, onze mond en onze levenswandel. Dit drievoudige „ja” heet geloof. Door dit geloof ben je zalig (Rom. 10:10). Het is kinderlijk eenvoudig (Micha 6:8). Geloof is gehóórzaamheid. Het steunt op Gods Woord alleen.
Wat is onze doodstaat? Dat ons hart boordevol wantrouwen zit tegenover God. Maar God daalt tot ons af. Hij noemt Zijn belofte een verbond, een testament, dat vastligt in de dood van Zijn Zoon. En alsof dat nog niet genoeg is, zet Hij in de doop als het ware Zijn handtekening eronder: „Alsjeblieft, dit alles is voor jou!” (vgl. Calvijn, Inst. 4.14.6).
Een kind kan begrijpen dat hier de vraag of God het wel meent een list is van de vorst der duisternis. En als we zeggen: „Dit geldt alleen voor Gods volk”, maken we het spreken van God krachteloos. Dan dwingen we de mensen om éérst in zichzelf op zoek te gaan naar de vruchten van de wedergeboorte. Dit is geen geloof, maar zoeken naar tastbare bewijzen.
Alleen God wekt doden op. Dat doet Hij door Zijn Woord en Geest. Vergelijk het met de woestijn. Zonder water is alles dood. Maar als het gaat regenen, weet je niet wat je ziet. De woestijn gaat bloeien als een roos. Ondertussen is die woestijngrond volkomen afhankelijk. Zodra het water verdampt is, verdwijnt alle leven. Zo werkt God, zonder ons in ons.
Droom
De twee woorden van God zijn niet los verkrijgbaar. Dat laat de doop (in de oorspronkelijke vorm) mooi zien. Ik kan niet gereinigd worden zonder onder te gaan. Maar ook: als ik onderga, word ik gereinigd.
De kennis van onze ellende is dus niet een lange donkere tunnel naar de verlossing. Dankzij Christus is zij de keerzijde ervan. Stervend aan mijn eigengerechtigheid word ik door het geloof één met Hem, Die om mijnentwil tot zonde is gemaakt, omdat Hij mij zo uitnemend heeft liefgehad. Christus kan ik nooit tegenvallen. Mijn ongeloof is dat ik mijn hele leven (ook na ontvangen genade) tegen deze waarheid vecht. We proberen er immers nog wat van te maken? Zalig zijn de mensen die failliet gaan, want hunner is het koninkrijk der hemelen.
Alleen in dit kruis zijn wij één. Elke profilering is uit den boze. O, Geest, doorwaai Uw hof en realiseer een blijde droom! In het 501e jaar na de Reformatie keerden alle protestantse kerken van Nederland terug tot de zuivere bron. Ze haalden de naambordjes van de kerkmuren en verbrandden die op een grote hoop. Zij lachten, juichten, zongen. Toen hieven zelfs de heidenen aan: „De Heere heeft hun wat groots gedaan!”
De auteur is docent in het voortgezet onderwijs.
Wat een prachtig stuk over de Ene Naam tot Zaligheid citeer je van Theo Post!!
Wat mij betreft moeten we hierbij deze discussie maar stoppen. Wie hierop nog met allerlei ja-maars komt, heeft het niet begrepen.
En wat het slot van zijn artikel betreft, ik hoop dat z.s.m. de datum hiervoor uitgeroepen wordt!
Lecram en rstgh samen op de knieën voor die ene Naam!
Dorual1, Samanthi Kip en Cra, samen hand in hand biddend in Zijn Naam!
En Vrouwke Zonder Naam staat naast me en we prijzen vol blijdschap die ene Naam! Wie sluit zich aan?
je vraagt om advies. Ik heb een advies van C.H. Spurgeon voor je:
Als jij, mijn oprechte broeder, de enige bent in je kerk die werkelijk zucht en huilt voor God, dan zal God je kerk gaan zegenen, want God heeft haar al gezegend door jou daarheen te zenden.
Kijk uit naar anderen die oprecht zuchten en huilen voor de kerk en ga aan het werk, zonder mopperen, zonder verdeeldheid te brengen, zonder pogingen je dominee te verjagen of veranderingen in de orde te brengen, bid het vuur van de hemel op het offer zoals Elia deed.
Dat is het enige wat nodig is. Het onrecht in de organisatie, de fouten in het bestuur en de ongeschiktheid van de kerkenraad, dit zal allemaal weer goed komen als het leven van God terug is. Maar zonder het zuchten en huilen om Gods leven, hoewel je alles moet doen om de verkeerde dingen te herstellen, heb je weinig gedaan voor een echt doel.
(Preek 649, 10 september 1865)
https://levenslicht.org/overdenking/huil-voor-je-kerk/