Op de stoel van Mozes gaan zitten
Ds. H.H. Klomp | 1 reactie | 17-02-2018| 11:47
Vraag
Wat bedoelt Jezus met Matth. 23:2-3: “De schriftgeleerden en de Farizeeën zijn gaan zitten op de stoel van Mozes; daarom, al wat zij u zeggen dat u in acht moet nemen, neem dat in acht en doe het; maar doe niet overeenkomstig hun werken, want zij zeggen het, maar doen het zelf niet.” Ik dacht altijd dat Jezus wars was van de leringen van de Farizeeën zolang die niet op de Torah van Mozes waren gebaseerd?
Antwoord
Beste vragensteller,
Je komt met een wezenlijke vraag. Schriftgeleerden en Farizeeën beschuldigden Jezus er (o.a.) van Zich niet te houden aan de wetten van Mozes. Dat doet Hij wel. Alleen niet op de manier van de genoemde (kerk!)mensen. Jezus dringt met Gods wet door tot het hart. Farizeeën en Schriftgeleerden blijven aan de buitenkant. Ze zijn op de stoel van Mozes gaan zitten. Dat betekent zoveel als: ze willen de wetten van Mozes wel honoreren, maar op hun eigen manier. Ze willen uitvoeders zijn van Mozes’ wetgeving. Echter niet om daardoor de zonde te beteugelen en God te eren. Nee, maar om er zelf de gevierde man mee te worden. Daarom zegt Jezus: doe wel naar hun woorden (voor zover in overeenstemming zijn met Gods wetten), maar niet naar hun daden. Ze voeren een vroomheidsshow op. Hun hart is echter onbekeerd. Want uiteindelijk haten zij een (mede)zondaar en bedoelen ze in alles wat ze doen zichzelf.
De Heere kiest helemaal voor de inhoud van Mozes’ wet (nota bene de geopenbaarde wil van Zijn Vader!), maar blijft niet aan de buitenkant. Als ons hart niet veranderd is dan gaan we uiteindelijk met de wet van Mozes aan het werk om er zelf wat mee te worden. Dat is zonde voor God, ook al ben je een zogenaamd net kerkmens die als refo precies in het uiterlijke spoor blijft. Je moet dit gedeelte uit Matth. 23 lezen in het licht van Mattheus 5:20: “Want Ik (Jezus) zeg u: tenzij uw gerechtigheid overvloediger is dan die van de Schriftgeleerden en Farizeeën, dat gij in het Koninkrijk der hemelen geenszins zult binnengaan!” Met die overvloediger gerechtigheid bedoelt de Heere dat het spreken van Gods wet je hart verbreekt door de Heilige Geest. Dat je zo een alles verzondigd hebbend mens wordt en leert vluchten tot de Zaligmaker. In Hem schuilplaats ontvangt en van de Heere Jezus (Die de wet van Zijn Vader volmaakt heeft vervuld!) verzoening en vergeving krijgt. Dan ga je van genade (leren) leven. Niet meer boven anderen staan en hen veroordelen, want wie ben je zelf... Dan heb je de Heere Jezus lief en nodig om tot eer van God te kunnen leven. Dat misten Schriftgeleerden en Farizeeën. Dat leert de Heere al Zijn volk en kinderen.
Een weerklank daarvan vind je in Zondag 2 uit de Catechismus. Daar wordt gevraagd hoe je je ellende leert kennen voor God. Het antwoord is: uit de Wet Gods. Volgende vraag: wat eist de Wet Gods van ons? Dan volgen niet de Tien Geboden, maar het magistrale (bijbelse!) antwoord: dat leert ons Christus in een hoofdsom/samenvatting. Zie Matth. 22:37. God liefhebben boven alles en de naaste als onszelf. Hier wordt elke vluchtpoging om met de Tien Geboden aan het werk te gaan en er zo zelf wat mee te worden en aan persoonlijke schuld en zonde voorbij te gaan, afgesloten (het werkverbond is verbroken). Als Christus ons onderwijst worden we zondaar voor God. Vallen we Hem toe in Zijn recht en genade en leren we in ootmoed stil en verwonderd te leven van Gods genade. Waarbij de Wet des HEEREN norm en richtsnoer is (van binnenuit). En de Heere Jezus Zelf de overste Leidsman en Voleinder van het geloof van al Gods kinderen, klein en groot. Dat is tot eer van God, zaligheid van de zondaar en tot bouw van de Kerk. Hopelijk heb ik je vraag naar tevredenheid kunnen beantwoorden.
Groet,
Ds. H. H. Klomp
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H.H. Klomp
- Geboortedatum:05-04-1949
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Veenendaal
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Met emeritaat sinds januari 2017.
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Mozes was in beginsel degene die moest toezien of de wet gehandhaafd werd.
Lees Exodus 18 vanaf vers 13 t/m Exodus 20.
Dit wetende lees ik Matth.23:2-3 als volgt; de Schriftgeleerden en de Farizeeën oordelen en veroordelen op grond van de Thora. Zij zijn goed op de hoogte van de wet. Jezus zegt dat men in acht moet nemen en doen hetgeen ze zeggen.
Maar, de Schriftgeleerden en Farizeeën zeggen het wel, maar doen het zelf niet. Dus doe niet overeenkomstig hun werken.