Uitleg van de wet aan de Farizeeën

Ds. W. Arkeraats | 6 reacties | 24-01-2018| 12:22

Vraag

In Matthéüs 5 zegt Jezus met regelmaat: “Gij hebt gehoord dat van de ouden gezegd is:..., maar Ik zeg u,...” Ik heb begrepen dat Jezus met deze uitspraken wil aangeven dat de wet van Mozes niet alleen uiterlijk bedoeld is, maar dat er een gezindheid van het hart mee bedoeld wordt. Mijn vraag is: Waaruit blijkt dit uit het oude Testament?

Is het de Farizeeën en Schriftgeleerden te verwijten dat ze de wet alleen uiterlijk verklaarden en niet vertelden dat het ook om een innerlijke gezindheid ging? Ter voorbeeld: in vers 27 staat: “Gij hebt gehoord dat van de ouden gezegd is: Gij zult geen overspel doen. Maar ik zeg u, dat zo wie een vrouw aanziet om dezelve te begeren, die heeft alrede overspel in zijn hart met haar gedaan.” In de wet in Exodus 20 staat ook alleen: “gij zult niet echtbreken.” Hoe konden de Farizeeën weten dat er ook innerlijke begeerte mee bedoeld wordt? Is hen te verwijten dat ze dit gebod alleen uiterlijk verklaarden? Verklaart Jezus hier de wet nu zoals die in Exodus bedoeld is, of breidt Hij de wet uit?


Antwoord

Beste vriend(in),

Fijn dat je je vraag stelde over de uitleg van een woord uit de Bijbel. Deze is een goudmijn, maar soms moet je góed spitten! Ik wil proberen dat ook wat in praktijk te brengen.

Op het eerste gezicht lijkt het inderdaad, dat de Heere Jezus wat ‘kritisch’ omgaat met de woorden, die zijn opgetekend in de oude, heilige geschriften. Het lijkt wel of Hij vindt dat er het een en ander aan ontbreekt, wat Hij dan aanvult. Maar ja, we begrijpen ook wel dat de Heiland alle eerbied had voor de woorden van God. Toen de duivel Hem probeerde te verleiden was Zijn antwoord steeds: “Er staat geschreven!”

Laat ik bij je eigenlijke vraag beginnen: “Waaruit blijkt uit het Oude Testament, dat het om de gezindheid van het hart gaat?” Als er in dat opzicht niets is aan te wijzen, zouden we de Farizeeën en de Wetgeleerden ook niets kunnen verwijten. Maar wat ontdek je als je het Oude Testament ‘doorbladert’? Je leest dan telkens weer over het “de Heere dienen met heel je hart.” Psalm 119 staat er vol van en ook in het boek Deuteronomium lees je er telkens van. Maar ook in die tijd waren er al mensen die dat probeerden te ontwijken. Zij waren dik tevreden met een uiterlijke wetsvervulling. Daarom wordt het ook in het Oude Testament expliciet aan de orde gesteld: “Ik wil barmhartigheid en geen offerande.” En ook met deze woorden: “Besnijd de voorhuid van uw hart!” Op verschillende plaatsen laat de Heere zien dat uiterlijke wetsvervulling geen ‘zin heeft’, als de bekering van het hart ontbreekt. De mannen, die de hele dag door de oude geschriften bestudeerden, konden dat goed weten!

Maar nu doet zich het verdrietige voor: een mensenkind, vroom of vijandig, probeert altijd onder de radicaliteit van het Woord uit te komen. Dat leefde in het hart van die Schriftgeleerden. Maar komen we dat in ons hart ook niet tegen?

Ik maak dat duidelijk aan de hand van het voorbeeld, dat je aanhaalt: over de echtscheiding. De Heere Jezus zegt in Mattheus 5:31: “Er is ook gezegd: Wie zijn vrouw verlaten zal, geve haar een scheidbrief.” Zo staat het in Deuteronomium 24 vers 1. Tenminste: dat lijkt zo. Daar staat in werkelijkheid iets heel anders. Het gaat in dit gedeelte om een man die iets ‘schandelijks’ in zijn vrouw ontdekt en haar daarom een scheidbrief geeft. Dat is natuurlijk een hartverscheurend gebeuren. Maar het kwam in de tijd van Mozes helaas wel voor. Maar dan lezen we even verder in Deuteronomium 24: daar wordt beschreven hoe die bewuste vrouw met een andere man door het leven gaat, van wie ze dan ook weer scheidt. Zij mag dan niet meer met haar eerste man trouwen, want zij is ‘verontreinigd’.

Maar dit alles vergaten de Schriftgeleerden gemakshalve maar. En als we dan horen dat de Heere Jezus zegt: “Er is ook gezegd”, dan bedoelt Hij niet de woorden van Mozes, maar wat de mensen ervan hadden gemaakt. Men zei: “Zie je wel? Je mag best je vrouw wegsturen.” Nu ja, de strenge richting vond dat dat alleen mocht na overspel, maar een andere stroming (van Hillel) vond, dat het ook mocht als de vrouw niet lekker kon koken. 

Met opzet leg ik het wat breder uit, want zonder die achtergronden begrijpen we de woorden van de Heere Jezus niet. Daarmee kom ik tot de kern van mijn antwoord: de Heere stelt zich niet kritisch op tegenover de woorden van Mozes, maar wel tegen de verkeerde en eigenzinnige uitleg hiervan. En tegenover die pogingen om onder het Woord van God uit te komen, stelt Hij de radicaliteit van het gebod: “Gij zult niet echtbreken!” En om dat te illustreren, maakt Hij het concreet: “Als je een vrouw aanziet, om haar te begeren, heb je al overspel gedaan.” Hij voegt dus niets toe, Hij breidt de wet niet uit, maar geeft het gebod handen en voeten.

Dat moet wel verschrikkelijk radicaal geklonken hebben temidden van al die pogingen om de geboden van God zo te kneden en te schaven dat ze je geen kwaad meer konden doen. Zo verloren de geboden hun dodende kracht en brachten ze niet meer tot Christus.

Zo zien we de woorden van de Heere Jezus als een machtig teken van Zijn barmhartigheid. Hij wil ons bewaren voor een wet die ons fijn onze gang laat gaan, maar ons uiteindelijk in het verderf brengt. Daartegenover wil Hij ons brengen bij de radicale geboden, die ons tot de grond tot afbreken, maar die ons bij de gerechtigheid van Christus brengen, bij Hem, die alle geboden zuiver naleefde tot in de dood toe.

Als ik nu aan een preek bezig was, zou ik uitwerken wat dit voor ons concreet betekent. Maar dat valt wat buiten het bestek van de beantwoording van deze vraag. Maar je kunt vast en zeker de toepassing wel maken.

Ik onderstreep dat maar met de woorden van Psalm 86: “Leer mij naar Uw wil te handelen, ‘k Zal dan in Uw waarheid wandelen (de praktijk) – neig mijn hart (mijn innerlijk dus!) tot de vrees voor Uwen Naam.”

Ds. W. Arkeraats

Dit artikel is beantwoord door

Ds. W. Arkeraats

  • Geboortedatum:
    09-08-1946
  • Kerkelijke gezindte:
    PKN (Hervormd)
  • Woon/standplaats:
    Hardinxveld Giessendam
  • Status:
    Actief
135 artikelen
Ds. W. Arkeraats

Bijzonderheden:

Emeritus


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
6 reacties
Lecram
24-01-2018 / 13:29
Eigenlijk is het heel simpel: als Jezus zegt: "Er staat geschreven", gaat het om de geschreven Torah.
Als Jezus zegt: "Er wordt gezegd", gaat het om de mondelinge overlevering (wat nu de Talmoed is).
Dat laatste had Jezus weinig mee. Hem ging het om wat er in de geschreven Torah staat.
CrA
24-01-2018 / 14:33
Vraagsteller, in dezelfde wet, vermeld in Ex. 20, staat:"Gij zult niet begeren.." wat gaat over de gezindheid van het hart.
Jesaja40
25-01-2018 / 17:56
De Farizeeën leerden om naar de letter van de wet te handelen. Yeshua geeft hen aanvullend onderwijs om ook naar de geest van de wet te handelen.
CorsdeKort
26-01-2018 / 21:28
De wet in oude verbond gold als “een hek” tegen de zonde. Jezus kwam om de bedoeling (de eis) van de wet te houden. D.m.v. de wet konden overtreders van de wet worden bestraft maar de overtreders van de wet “gij zult niet begeren…” niet; dat was verborgen.

Jezus zijn probleem met de Schriftgeleerden en farizeeën was dat de meeste schijnheilig waren. Ze stonden te bidden op de hoeken van de straten zodat ze van alle kanten bekeken konden worden maar hij wist dat de witgekalkte graven waren; van binnen was het niet veel soeps. Dat stelde hij aan de kaak door hun, die de wet zo goed kende, uit te leggen dat ze ondanks dat ze de wet wellicht netjes hielden, voor te houden dat ze van binnen niet rein waren.

Bij Jezus was dat juist andersom. Hij deed niet aan uiterlijke poespas maar hij had een sterk innerlijk leven met God, zijn vader. Hij had dan ook maar één agenda: Zijn wil doen.

Sinds de 1e pinksterdag is het mogelijk om door Gods kracht Jezus, onze voorloper, na te volgen. Iemand die godvruchtig is wil dan als Gods wetten houden. Wat hem niet lukt (zonder Gods geest en –kracht). Dan kan deze tot erkentenis der waarheid komen en afgebroken worden en dan kan diegene na zich heel hartig te hebben overgegeven wedergeboren worden. Dan kan zo iemand Gods wil wél doen en al de wetten houden ja zelfs de eis der wet houden. Ja, MET mijn God spring ik over een muur en loop ik op een legerbende in (zei David). Geloofd zij God voor deze weg en dit leven!
Sammie2016
28-01-2018 / 23:27
De wet van Mozes was tot bescherming van de Joden, het maakte heel erg duidelijk dat zij (geldt voor alle mensen) zondig waren en een volmaakt offer nodig hadden die hen voor altijd van zonden zou bevrijden (niet de dierenoffers die onder de Wet moesten worden gebracht).
Dat offer was natuurlijk de zoon van God (Jahweh), Jezus Christus.
Daarom zegt de geïnspireerde Schrift terecht in (Galaten 3:23-25)
....."dat de Wet de leermeester is die tot de Christus leidt".
Volledigheidshalve: ..
„Voordat het geloof echter was gekomen, werden wij bewaakt onder de wet, daar wij te zamen in verzekerde bewaring waren gesteld, in afwachting van het geloof dat stellig geopenbaard zou worden. Dientengevolge is de Wet onze leermeester geworden die tot Christus leidt, opdat wij ten gevolge van geloof rechtvaardig verklaard zouden worden. Maar nu het geloof gekomen is, staan wij niet meer onder een leermeester” .

De Farizeeën en Schriftgeleerden waren verantwoordelijk voor het onderwijzen van de Joden. Ze moesten de Joden terugbrengen naar de bron van het leven en Zijn, Jahweh's, aanbidding waarvan zij voor de zoveelste maal van waren afgeweken.

Maar helaas moest Jezus hen kwalificeren als "blinde gidsen" omdat zij mensengeboden ipv Gods geboden onderwezen.....
’Dit volk eert mij met [hun] lippen, maar hun hart is ver van mij verwijderd.+ 9 Tevergeefs blijven zij mij aanbidden, omdat zij mensengeboden als leerstellingen onderwijzen.’
LAAT hen (religieuze leiders) maar begaan. Zij zijn blinde gidsen. Indien nu een blinde een blinde leidt, zullen beiden in een kuil vallen.
Lecram
28-01-2018 / 23:37
@Sammie: "Daarom zegt de geïnspireerde Schrift terecht in (Galaten 3:23-25)
....."dat de Wet de leermeester is die tot de Christus leidt"."

Dat is helaas een verkeerde vertaling. Het woordje "tot" heeft betrekking op tijd en niet op plaats. Dat is tevens veel meer in lijn met de context.
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Meisjesachtige jongen

Ik ben een jongen, maar ben altijd al meisjesachtig geweest. Als klein kind speelde ik al graag met poppen en met meisjes. Ik wilde toen ook graag een meisje zijn. Ik weet dit van mezelf, maar vind he...
Geen reacties
23-01-2005

Bekommernissen en muizenissen

Al vanaf jonge leeftijd voel ik een roeping van God. Altijd heb ik hiermee geworsteld! Enerzijds verlangt mijn hart hiernaar; ik weet dat ik anders altijd 'onrustig' zal blijven. Anderzijds wil ik het...
Geen reacties
23-01-2014

(...) Maar ik voel mijn ellende niet. Hoe kan ik dat veranderen?

Ik weet dat ik vol met zonde ben en dat alleen Christus met zijn bloed mij kan wassen en reinigen daarvan. Ik heb Hem nodig als borg. Maar ik voel mijn ellende niet. Hoe kan ik dat veranderen?
Geen reacties
23-01-2006
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering