Eens verlicht en nu afvallig
Ds. A. van Vuuren | Geen reacties | 22-01-2018| 12:00
Vraag
Vanavond werd er uit Hebreeën 6: 4-8 gelezen en dat blijft nogal angstig hangen. Na jaren depressie, automutilatie enz. en daarbij opstand tegenover God, heb ik Hem mogen leren kennen als mijn Zaligmaker en heb ik tijden gekend dat ik sterk verlangde voor altijd bij Hem te mogen zijn. Hem voor eeuwig groot te maken.
Sinds een paar weken voel ik me weer depressief, ziet de toekomst er donker uit en heb ik opstandige gevoelens en gedachten richting God. Het lukt mij niet meer om uit de Bijbel te lezen, te bidden. Heb het gevoel dat het toch niet helpt. Wil het niet meer. Ik heb zelfs gedachten: als God wil dat ik me zo rot voel, dan wil Hij ook dat ik mezelf pijn doe. En toen werd dit gelezen. Eens verlicht en nu afvallig. Hoor ik daar bij? De angst komt weer naar boven. Heb ik mezelf bedrogen? Kan het voor mij niet meer?
Antwoord
Beste vraagsteller/vraagstelster,
Laat ik maar met meteen met de deur in huis vallen en proberen je wat gerust te stellen. Je bent bang dat je behoort tot degenen die eens verlicht zijn geweest en weer afvallen. Juist die vrees bewijst dat je niet behoort tot degenen over wie het gaat in Hebreeen 6:4-8. Want bij zulke mensen komt er dan een definitieve verharding, waarbij men rustig en zonder liefde tot God en zonder vrees voor God verder leeft.
Ik weet niet in welke mate je last hebt van depressiviteit. Je hebt er "weer" last van, schrijf je. Dan heb je dus een arts, psycholoog of psychiater nodig. Mogelijk heb je die al. We moeten niet onderschatten hoe zeer het psychische invloed heeft op onze geloofsbeleving, zeker ook bij bepaald medicijngebruik. Het kan zelfs leiden tot tijdelijke geestelijke ongevoeligheid. Maar het feit dat je daar moeite mee hebt geeft aan dat je niet Geesteloos bent.
Als je aan de hand van een dode voelt, dan voelt die koud. Waarom? Omdat je eigen hand levend en warm is. Zo kun je je ook geestelijk koud voelen, dus God heeft je toch niet heeft losgelaten.
Het kan voor jou niet meer; dat wil de duivel ons wijs maken. Geef daar nooit aan toe, want dan heeft hij zijn zin. Hij wil ook dat we stoppen met bidden en Bijbellezen, wil ons wijs maken dat dat toch niet helpt. God wil niet dat jij je rot voelt en je zelf pijn doet. Dat heeft een psychische reden. De Heere weet hoe je je voelt. Hij helpt, ook als je moet zeggen: Heere dat bidden, het wil niet en het gaat niet meer.
Vergeet overigens niet het verband waarin de woorden uit Hebreeen 6:4-8 staan. Vooraf gaat de constatering dat de groei stopt bij de gelovigen tot wie de schrijver zich richt. Hij waarschuwt voor afhaken in vers 4-8, maar spreekt aansluitend uit dat hij positieve verwachting voor hen heeft. "Wat u betreft zijn wij overtuigd van betere dingen..." Die betere dingen en betere tijden bid ik je van harte toe, zo dat je positiever in het (geestelijk) leven komt te staan.
Met een meelevende groet,
Ds. A. van Vuuren
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. van Vuuren
- Geboortedatum:02-11-1948
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Capelle a/d IJssel
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus-predikant