Nieuwe Bijbelvertaling niet in de reformatorische kerken
Ds. H. Peet | Geen reacties | 14-11-2004| 00:00
Vraag
Waarom zal de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) niet gebruikt worden in de reformatorische kerken? Hij is toch een stuk leesbaarder geworden en de Statenvertaling is toch ook een vertaling?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Je stelt een korte vraag, maar er is een heleboel over te zeggen. Ik hoop dat onderstaand antwoord je mag helpen bij het vormen van je eigen mening:
In de reformatorische kerken bestaat een sterke gehechtheid aan de Statenvertaling en dat is om meer dan één reden begrijpelijk. De Statenvertalers hebben ernaar gestreefd om in hun vertaling zo dicht mogelijk bij de grondtekst te blijven. Of anders gezegd: ze hebben geprobeerd om de oorspronkelijke tekst zo letterlijk mogelijk in het Nederlands weer te geven. Dit hing samen met de overtuiging dat we in de Bijbel met Gods eigen Woord te maken hebben. Dit drong hen tot een zo letterlijk mogelijke vertaling waarbij er ook naar gestreefd werd zoveel als mogelijk was een woord uit het oorspronkelijk met hetzelfde woord in het Nederlands weer te geven. Men stond een zo concordant mogelijke vertaling voor. In technische termen zegt men dan dat de Statenvertaling sterk brontaal gericht is. Het gevolg hiervan is dat je soms uitdrukkingen tegenkomt die haast ‘Nederlands Hebreeuws’ of ‘Nederlands Grieks’ zijn. Denk bijvoorbeeld aan een bekende uitdrukking uit het boek Prediker: ijdelheid der ijdelheden. In alles beoogde men dus zo dicht mogelijk bij de grondtekst te blijven en dat verdient ons diep respect.
Een tweede reden waarom de Statenvertaling nog steeds erg geliefd is in reformatorische kring is dat je mag spreken van een voluit gereformeerde vertaling. De vertalers die een bijdrage leverden aan de totstandkoming van deze vertaling waren alle de gereformeerde overtuiging toe gedaan. Dit wekt uiteraard vertrouwen. Van geen enkele latere vertaling in Nederland gold dat in zo’n sterke mate als van de Statenvertaling. De mannen die aan deze vertaling meewerkten waren eersteklas wetenschappers (gerekend naar de maatstaven van hun tijd) en leefden in een hartelijke verbondenheid aan de Heere en Zijn dienst. Zij geloofden van harte wat de Heere in Zijn Woord tot ons zegt en je begrijpt dat dit heel belangrijk is bij een zo belangrijk werk als het vertalen van de Bijbel.
Tegelijk moet je eerlijk zijn: de Statenvertaling is en blijft een vertaling. Het is en blijft mensenwerk en is daarom ook niet onfeilbaar. De Statenvertaling draagt ook het stempel van haar tijd. Het is wel een vertaling uit de 17e eeuw. De taal van de Statenvertaling is een hele andere taal dan we vandaag spreken en dat komt de begrijpelijkheid lang niet altijd ten goede. Ook onze kennis van de grondtalen en de oosterse cultuur is vandaag veel omvangrijker dan toen de Statenvertalers hun werk deden. Zij zouden er stellig jaloers op zijn, als zij hadden kunnen beschikken over de kennis waarover wij nu kunnen beschikken. Daarom bevreemdt het niet dat er steeds weer nieuwe vertalingen ontstaan. Het is toch Gods bedoeling dat we in onze eigen taal -de taal die we spreken- horen over de grote werken van Gods (Hand. 2: 6,8,11). Toch hebben al die vertalingen binnen de gereformeerde gezindte nooit dat vertrouwen gekregen dat de Statenvertaling had en nog heeft. Liever een minder verstaanbare vertaling die wel heel betrouwbaar is, dan een meer verstaanbare vertaling die minder betrouwbaar is. Wel moet je eerlijk zeggen dat ook gevoelsargumenten en de angst voor vernieuwing best een woordje meespelen.
Is nu de NBV (Nieuwe Bijbel Vertaling) een goed alternatief? Immers, de kloof tussen het Nederlands van de Statenvertaling (SV) en dat wij spreken is wel heel erg groot aan het worden. We moeten er ons toch ook voor hoeden dat het oude Nederlands van de SV een nieuw soort kerklatijn wordt? Als een vertaling onbegrijpelijk wordt, moet je toch omzien naar iets anders? Op catechisatie krijgen jongeren er steeds meer moeite mee om deze vertaling te begrijpen. Je hoort het vaak al aan de manier waarop ze het voorlezen. Wordt het dan niet hoog tijd dat er wat gebeurt?
Toch denk ik niet dat de NBV een echt alternatief zal zijn, hoewel de vele jaren intensief en nauwgezet werken aan deze vertaling groot respect verdient Waarom dan toch geen bruikbare vertaling voor de gereformeerde gezindte? Bezwaren zijn onder andere:
1. De NBV is een zogenaamde interconfessionele vertaling. In dit vertaal project hebben het Nederlands en het Vlaams Bijbelgenootschap die beide een protestants karakter hebben en twee Rooms-Katholieke Bijbelstichtingen samengewerkt. Aan deze vertaling ligt dus geen uitsluitend gereformeerde Schriftvisie ten grondslag. Het vertaalwerk wordt vooral gezien als een ambacht waarbij het niet zozeer van belang is wat voor geloofsovertuiging men is toegedaan. Het uitgangspunt bij de NBV is dat vertalen vooraf moet gaan aan theologie. De vraag is of dat mogelijk is. Vertalen betekent dat er voortdurend gekozen moet worden en dan spelen niet alleen taalkundige overwegingen een rol. Juist dan lijkt me een goed oriëntatiepunt onmisbaar. Me dunkt dat er dan geen beter is als het gereformeerd belijden. Maar dat oriëntatiepunt ontbreekt bij deze vertaling.
2. Een belangrijk uitgangspunt bij de NBV is: brontaalgetrouw en doeltaalgericht. Aan de ene kant probeert men een getrouwe weergave te bieden van wat het oorspronkelijke tekst bedoelt te zeggen. Anderzijds streeft men ernaar om dit te doen in het Nederlands van deze tijd, wat overigens nog iets anders is dan simpel Nederlands. Een Hebreeuwse uitdrukking wordt dan niet letterlijk weergegeven maar met een vergelijkbare Nederlandse uitdrukking. Om een enkel voorbeeld te noemen uit het boek Amos Daarom heb Ik ulieden ook reinheid van tanden gegeven (SV) wordt in de NBV: Ik was het die jullie honger deed lijden (4:6). Als Paulus in zijn brieven de gemeente aanspreekt met: broeders (SV) wordt dat in de NBV: broeders en zusters. Hieruit wordt duidelijk dat in de NBV men zich duidelijk meer vrijheid veroorlooft dan in de SV het geval was. Die vrijheid komt de verstaanbaarheid ten goede maar verwijdert zich wel meer van de letterlijke tekst van in de grondtaal. Dat stuit op verzet. Wordt er toch niet te vrij vertaald?
3. In de NBV is de Godsnaam JHWH (Jahweh) vertaalt met HEER, terwijl binnen de gereformeerde gezindte een grote gehechtheid is aan de naam HEERE. Deze naam heeft onder ons een zeer vertrouwde klank gekregen en het zal gevoelsmatig (!) veel weerstand oproepen om van deze naam afstand te doen. Overigens moeten we wel eerlijk zijn dat het hier vooral om een gevoelsmatig argument gaat! In onze Psalmberijming hebben we er veel minder problemen mee. Dan zingen we zonder probleem: ’t is de HEER, wiens alvermogen, ’t groot heelal heeft grootgebracht... Het gaat hier trouwens ook om een typisch Nederlands probleem. In het Engels (Lord) en Duits (Herr) speelt dit uiteraard niet. Maar menigeen in reformatorische kring zal er toch gevoelsmatig moeite houden en maken dat de NBV er moeilijk ingang krijgt.
4. Belangrijke kernbegrippen uit de geloofsleer zul je in de NBV minder aantreffen. Een begrip als bekering wordt in de NBV nogal eens omschreven en dan niet altijd op dezelfde wijze. Zo wordt het nogal eens weergegeven met een nieuw leven beginnen. Je kunt je afvragen dat dit wel zo’n gelukkige omschrijving is. Er zouden meer voorbeelden te noemen zijn. Daarom werd in het Reformatorisch Dagblad al de vrees geuit dat deze vertaling wel eens zou kunnen meewerken aan geestelijke analfabetisme. Dat is natuurlijk de opzet niet maar zou een onbedoeld neveneffect kunnen zijn. Andere bekende Bijbelse begrippen als welbehagen, barmhartigheid, ontferming, goedertierenheid worden anders weergegeven. Nogal eens op een wijze waardoor toch wel een deel van de zeggingskracht van deze woorden verloren gaat. Uiteraard stuit ook dit op nogal wat bezwaren.
5. Bij cruciale teksten wordt nogal eens een keuze gemaakt die rekening houdend met de gereformeerde overtuiging zo niet gemaakt zou worden. Ik noem een enkel voorbeeld - men oordele zelf:
a. Gen. 12: 3b: alle volken op aarde zullen wensen gezegend te worden als jij (NBV) - in een noot wordt de vertaling genoemd die hier mijns inziens verre de voorkeur verdient: door jou zullen alle volken der aarde gezegend worden. De vertaling die je ook in de Statenvertaling vindt. Dat Abram er is om Christus is nota bene verdwenen naar een voetnoot!
b. Hand. 4: 12: Door niemand anders kunnen wij worden gered, want zijn naam is de enige op aarde die de mens redding biedt (NBV) - En de zaligheid is in geen ander; want er is ook onder de hemel geen andere naam die onder de mensen gegeven is door welke wij moeten zalig worden (SV). Het is te betreuren dat het woordje moeten hier verdwenen is en vervangen door kunnen. In het woordje moeten klinkt het heilsplan van God mee.
c. Hand. 11: 18: Dan geeft God dus ook de heidenen de kans om tot inkeer te komen en het nieuwe leven te ontvangen. (NBV) - Zo heeft dan God ook de heidenen de bekering gegeven ten leven (SV) Hier klinkt de NBV duidelijk remonstrants, terwijl de grondtekst er geen enkele aanleiding toegeeft.
d. Rom. 1: 4: Aangewezen als Zoon van God en door de heilige Geest bekleed met macht toen hij, Jezus Christus, onze Heer, opstond uit de dood (NBV) - Die krachtiglijk bewezen is te zijn de Zoon van God naar de Geest der heiligmaking uit de opstanding der doden. Bewezen is duidelijk iets anders dan aangewezen. De NBV wekt de suggestie als zou Jezus pas bij Zijn opstanding Zoon van God worden.
6. In de NBV ontbreken bij de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden die verwijzen naar God, de Heere Jezus of de Heilige Geest de hoofdletters. We zijn in de Bijbels die we gebruiken heel anders gewend en dit zal door menigeen als oneerbiedig ervaren worden. Ik kan er maar moeilijk aan wennen dat men in de NBV heel zuinig is met hoofdletters. Wel moet je eerlijk zeggen dat ons onderscheid tussen hoofd- en kleine letters voor de oorspronkelijke Bijbelsschrijvers onbekend was, zodat ook de waarde van dit argument betrekkelijk is.
Ik heb zo dunkt me verschillende redenen genoemd die als een grote belemmering ervaren zullen worden in onze kring. Toch is er naast ingrijpende kritiek ook best wat goeds te zeggen over deze vertaling. Het is wel een heel verstaanbare vertaling. Dusdanig verstaanbaar dat ik er ook wel een beetje jaloers op word. Ik wilde graag dat ik mijn catechisanten een verantwoorde vertaling kon bieden die zo verstaanbaar was. Ondanks alle terechte kritiek die je erop maken kan is wel gepoogd nauwkeurig naar de tekst te luisteren en dan kan een vrijere vertaling ook maken dat een tekst weer helemaal nieuw naar je toekomt. Het overkwam mij bij het lezen van Ps. 23: 3 in de NBV, waar de sporen der gerechtigheid uit de SV weergegeven zijn met veilige paden. Hierdoor werd voor mij het beeld opeens veel doorzichtiger. Stellig zijn er meer van zulke voorbeelden te noemen.
Ik ben van mening dat we binnen de gereformeerde gezindte ons wel eens te weinig hebben bekommerd om de verstaanbaarheid. Evengoed als je kunt verdedigen dat je juist omdat het om Gods heilig Woord gaat, zo dicht mogelijk bij het oorspronkelijk moet blijven (het principe van de SV), valt er ook wat te zeggen voor een maximale verstaanbaarheid juist omdat het het Woord van God is. Omdat het Gods Woord is moet iedereen het kunnen begrijpen. Juist in dit boek komt de Heere Jezus tot ons. Dit boek wijst de enige weg ten zaligheid. Dat doet toch verlangen naar een zeer verstaanbare Bijbel. Natuurlijk kan geen enkele vertaling de ergernis van de natuurlijke mens tegen de Bijbelse boodschap overwinnen. Dat kan alleen de Heilige Geest doen. Ondertussen mag je wel je best doen om het ontstaan van een taalbarrière zoveel mogelijk te voorkomen. Het één sluit het ander niet uit.
Gelukkig zal zich binnenkort naast de NBV nog een alternatief aandienen. Op initiatief van de Gereformeerde Bond is een stichting druk doende met een herziening van de Statenvertaling die beoogt de taalbarrière te slechten terwijl de kostbare schat die we als kerken in Nederland in de SV ontvangen hebben voor de toekomst behouden blijft. Zie het maar als een ingrijpende restauratie van dit indrukwekkende taalmonument. Zelf zie ik gespannen uit naar het uiteindelijke resultaat en de eerste deeluitgave is moedgevend: een heel betrouwbare vertaling in een verstaanbare taal. Hopelijk zal blijken dat deze herziene Statenvertaling wel een verantwoord alternatief is! Die overstap moet voor de Gereformeerde Gezindte te maken zijn.
Tenslotte: als je overweegt om de NBV aan te schaffen, zou ik je aanraden om een versie aan te schaffen met SV en NBV naast elkaar. Een dergelijke versie is door het Nederlands Bijbelgenootschap in de handel gebracht. Een dergelijke parallelbijbel is mijns inziens ook te verkiezen boven die van de SV en Het Boek naast elkaar die in reformatorische kring naar mijn inschatting ook vrij veel gebruikt wordt. Vast en zeker ook onder jongeren. Waarom niet een paralleleditie met Het Boek? Het Boek is een wel een zeer vrije en ook zeer onnauwkeurige weergave van de Bijbeltekst. Meer een parafrase eigenlijk dan een vertaling. De Nederlandse versie is zelfs een vertaling van een engels origineel en komt dus niet rechtstreeks uit de grondtaal! De NBV is daarentegen een echte vertaling, zodat ik aan een paralleleditie van SV en NBV de voorkeur geef boven die van SV en Het Boek. Juist dit zou een goed middel kunnen zijn om alles te beproeven en het goede te behouden ( 1 Thess. 5: 21) Ondertussen wacht ik met gespannen verwachting op het gereed komen van de Herziene Statenvertaling, waarvan ik hoop dat die binnen de Gereformeerde Gezindte als kerkbijbel kan gaan fungeren.
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Peet
- Geboortedatum:15-01-1964
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Sliedrecht (Eben-Haëzer)
- Status:Actief