De wereld in Johannes 3:16
Ds. D. Breure | Geen reacties | 04-12-2005| 00:00
Vraag
Er kan soms een heel verschillende uitleg gegeven worden aan het woordje "wereld" in Johannes 3:16: “Want alzo lief heeft God gehad de wereld...”. Blijkt hieruit niet de liefde en wil van God dat Hij geen lust heeft in de dood van de zondaren, zodat ze allen tot bekering komen?
Of betekent “wereld” hier uitsluitend de uitverkorenen, waar God een bijzondere liefde voor heeft? Als dit laatste het is, in welk licht kunnen we dan Gods wil zien dat Hij geen lust heeft in de dood van de zondaar?
Antwoord
Begrijpelijk dat je deze vraag stelt. Toch moeten we zeggen dat we met deze vraagstelling dingen in de tekst willen lezen die er niet in staan en waar het in dit verband van Johannes 3 ook niet over gaat. Het verband spreekt over de slang die Mozes in de woestijn verhoogd heeft (vers 14/15). Daarin gaat het erom dat God één middel gaf om gered te worden. En dat middel, die Middelaar, is Jezus Christus. Hij is dus gekomen om te behouden, niet om te verderven of om in het verderf te laten. En Gods liefde voor het verloren menselijk geslacht is zo groot (alzo lief...) dat ook al kan alleen Zijn Eigen Zoon ten koste van Zijn leven Middelaar zijn, dat Hij hem toch gegeven heeft. Er is Eén en dezelfde Middelaar door Wie heel de wereld moet zalig worden. Wordt dan ieder zalig? Nee, een ieder die gelooft. En achteraf zal dan ervaren worden dat het geloof een gave Gods is, te danken aan Zijn verkiezend welbehagen.
Zelf vind ik de onderscheiding van iemand als J. C. Ryle best zinvol. Die onderscheidt Gods liefde van medelijden en Gods liefde van welbehagen. Gods liefde van medelijden gaat uit tot de wereld. Heel de schepping, heel de mensheid. Denk ook aan de tekst uit Ezechiël die je aanhaalt. Met en vanuit die liefde komt God tot ons. Gods liefde van welbehagen is Zijn liefde waarmee Hij heeft uitverkoren. Denk aan een tekst als “Niemand kan tot Mij komen tenzij de Vader hem trekke”. Dat is liefde die de zaligheid garandeert en van eeuwigheid tot eeuwigheid heeft vastgelegd. Die mag en kan ik in geloof zien en aanbidden.
Alzo lief heeft God de wereld gehad. Dan moet je je afvragen: ben ik ‘wereld’? Of ben ik in eigen oog te vroom en goed om bij de wereld te kunnen horen. Dan sluit ik mijzelf buiten. Maar als ik me niet te goed weet om met de wereld gerekend te worden, dan mag ik in dit woord mijn zaligheid horen: als het voor de wereld kan, kan het ook voor mij.
Ds. D. Breure
Lees ook:
Dit artikel is beantwoord door
Ds. D. Breure
- Geboortedatum:30-08-1962
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Kockengen
- Status:Actief