Israël toen en nu
Ds. G.A. van den Brink | Geen reacties | 19-10-2017| 14:20
Vraag
Is Israël nog steeds het land van God en zijn de Joden nog het volk van God? Want zover ik weet zijn er de laatste jaren geen echt gelovige leiders over Israël meer geweest. En staat God weer aan de zijde van Israël in oorlogen als de Joden zich bekeren? En vaak lees ik dingen over de tempel, dat deze niet meer nodig is, maar door het sterven van de HEERE Jezus is toch alleen de offerdienst afgeschaft? Dan kunnen we toch nog wel een mooie tempel voor de HEERE bouwen? In de Bijbel scheurde iemand zijn kleren als teken van verdriet, kan het niet zo zijn dat het voorhangsel scheurde en dat de HEERE daarmee liet zien dat Hij rouwde om de dood van zijn Zoon?
Antwoord
Beste vrager,
Dank voor je vragen, die een complex van onderwerpen raken. Mijn eigen mening geef ik in alle bescheidenheid. Ik probeer die samen te vatten in 4 punten:
1. In de tijd van het OT had het volk Israel voorrechten die andere volkeren misten. Zie Psalm 147:19-20; Rom. 3:2. De Israëlieten hadden de verbonden, leefden in hoop en kenden God, maar de heidenen waren zonder hoop en zonder God in de wereld, zie Ef. 2:12.
2. Met de komst van Christus zijn de voorrechten van Israel hun niet afgenomen, maar toen hebben de andere volken gelijke voorrechten als Israel gekregen. Ten opzichte van God is Israël dus nog steeds een bevoorrecht volk, maar in vergelijking met andere volken zijn zij niet meer bevoorrecht, zie Ef. 2:13-18.
3. De voorrechten die nu voor Israel en voor alle volken gelden, houden niet in dat alle heidenen nu Jood zouden moeten worden, maar dat én Jood én heiden de voorrechten in Christus ontvangen. Niet Israel is onze Vrede, maar Christus (Ef. 2:14). Niet door Israel maar door Christus hebben wij toegang tot de Vader (Ef. 2:18). Dat het voorhangsel scheurde, was niet een teken van rouw maar een teken van toegang tot God voor ieder die gelooft (Hebr. 10:19-20).
4. Wie niet in Christus gelooft, gaat verloren. Dit geldt voor heidenen, maar ook voor Joden (Rom. 10:1,3). Buiten Christus kan niemand zichzelf beschouwen als behorend tot het volk van God (Rom. 9:32; Rom. 11:17,22). De tempel van het OT is nu vervangen door de christelijke gemeente (1 Kor. 3:16; 2 Kor. 6:16; Hebr. 3:6).
Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.A. van den Brink
- Geboortedatum:05-01-1974
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Vragen aan ds. Van den Brink kunnen tot nader bericht niet worden ingediend.
-Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.
-Bekijk ook: