Preken van kaft tot kaft
Ds. H. Peet | 2 reacties | 31-07-2017| 08:05
Vraag
Er wordt regelmatig in de kerk en daarbuiten gezegd, of geschreven dat de Bijbel van kaft tot kaft gelezen dient te worden/belangrijk is. Is het dan niet vreemd dat er in kerken in z’n algemeenheid uit grote delen van de Bijbel nooit gepreekt wordt? Ik besef dat ik generaliseer, maar ik denk dat het ook zo algemeen ligt. Ik heb wel eens gehoord dat Calvijn in één jaar tijd uit alle (bijna 1200) bijbelhoofdstukken preekte. Naar het scheen leidde hij ook veel doordeweekse diensten in Geneve waardoor dit mogelijk was. Wanneer er slechts twee diensten per week zijn en er wordt één Bijbelhoofdstuk per dienst behandelt dan duurt ongeveer twaalf jaar om de hele Bijbel te behandelen.
Als ik naar bijvoorbeeld reformatorische diensten kijk dan is het gebruikelijk om op zondagavond te preken vanuit de Heidelbergse Catechismus. Dit is vrij gestructureerd (in principe elke zondag een HC-zondag) en de Bijbelhoofdstukken die bij de leerstukken van de HC aansluiten zijn vrij beperkt in vergelijking met het totaal aantal bijbelhoofdstukken. Rond christelijke feestdagen wordt er veel uit de daarbij behorende Bijbelgedeelten gepreekt. In alle andere (resterende) diensten wordt de Bijbel niet zodanig ordelijk behandelt zoals bijvoorbeeld Calvijn dat deed. Is het niet vreemd dat de HC wel ordelijk behandeld wordt en de Bijbel niet? Ik denk dat ik niet overdrijf als ik zeg dat er in kerken in z’n algemeenheid uit het grootste gedeelte van de Bijbel nooit gepreekt wordt.
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Je legt de vinger bij een fenomeen waar we binnen de gereformeerde gezindte wel eens wat onrustiger van zouden mogen worden. Je hebt gelijk dat de ‘preekbijbel’ van menige dominee heel wat dunner is dan de Bijbel zoals we die van onze God hebben ontvangen. Wanneer we er maar een heel dun Bijbeltje op na houden, moet dat ook wel leiden tot verschraling van het geloof. Ik schat in dat er heel wat meer uit de evangeliën gepreekt worden dan uit de brieven van Paulus bijvoorbeeld. En het zou me niet verbazen wanneer het om de brieven van Paulus gaat een hoofdstuk als Rom. 8 heel wat vaker aan de orde komt dan 1 Tim. 5 om maar een willekeurig ander hoofdstuk uit zijn brieven te noemen. Als het om het OT gaat zullen boeken als de Psalmen en verhalende stof uit het begin van de Bijbel of de profeet Jesaja heel wat vaker aan de orde komen dan een Bijbelboek als Ezra.
In de preekpraktijk lijken we als dominees het niet al te serieus te nemen dat al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaaktelijk toegerust (2 Tim. 3:16v). Het zou voor de gemeente heel heilzaam zijn als we hierin iets meer zouden lijken op iemand als Calvijn die consequent hele Bijbelboeken hoofdstuk door preekte. We zouden ongetwijfeld heel wat verrassende ontdekkingen doen. Anderzijds zijn er wel veel predikanten die regelmatig één Bijbelboek op de voet volgen en daarbij ook passages die ons minder goed liggen niet uit de weg gaan. Mijzelf is het wel overkomen dat juist de preek over het gedeelte waar ik het meest tegenop zag om een preek over te maken in het midden van de gemeente de meeste zeggingskracht had. Ik denk dat vele collega's die ervaring met me delen. Het mag ons stimuleren om platgetreden paadjes te verlaten en vrijwel niet ontgonnen gebied te betreden.
Wel heeft deze medaille ook een keerzijde. Je zou de Bijbel kunnen vergelijken met een lichaam, waarvan de Heere Jezus Christus het kloppend hart is. Sommige gedeelten liggen dichter bij dit hart van de Schriften, andere liggen daar verder van verwijderd. Zonder af te doen aan het woord van Paulus dat ik boven aanhaalde, lijkt het me logisch dat juist die Bijbelgedeelten die dichter bij het hart liggen frequenter aan de orde komen dan gedeelten die daar verder bij vandaan liggen.
Ik denk dan in het bijzonder aan al die gedeelten waarin de heilsfeiten aan de orde komen. Juist het volgen van het kerkelijk jaar zorgt ervoor dat die gedeelten uit de Schrift in het centrum van de aandacht en het geloof blijven staan. Als we ons vooral zouden bezig houden met gedeelten die op meer afstand liggen van dat hart zouden we zelfs het risico kunnen lopen dat we in de ruimte van de Schriften toch aan de Heiland voorbij lopen en dat kan nooit de bedoeling zijn. Juist het kerkelijk jaar helpt ons om te leven bij dat wat het hart van de Schriften vormt: Christus Die naar deze wereld kwam om zondaren zalig te maken. Bovendien zijn er best gedeelten waarvan je zeggen moet dat het niet eenvoudig is om die te behandelen op de preekstoel en die beter tot zijn recht zouden komen tijdens een bijeenkomst van een Bijbelkring of tijdens een Bijbellezing.
Wel moet een predikant erop toezien dat de veelkleurigheid van de Schrift op de preekstoel aan de orde komt, omdat anders het gevaar dreigt dat de Christus van de Schriften gaat verbleken en het gevolg zal zijn dat ook het geloof mat wordt en veel van zijn glans verliest. Daarvoor zal met regelmaat een vorm van 'lectio continua' zoals het heet met een moeilijk woord maar waarvan de betekenis zich laat raden, moeten worden toegepast.
Ik zou echter daarvoor niet graag de catechismusprediking opgeven zoals je voorstelt. Juist de prediking van de catechismus zorgt ervoor dat alle wezenlijke elementen van het christelijk geloof met regelmaat aan de orde komen. Om dan nog maar een beeld te gebruiken ontleend aan het menselijk
lichaam: hierin mag je ontdekken wat het skelet van het christelijk geloof uitmaakt. Hierdoor ontvangt je geloof 'stevigheid' en wordt het geen zweverig boel die op een gegeven moment als een pudding in elkaar zakt.
Bovendien is juist de catechismus een uitnemende gids om de weg te vinden in het landschap van de Bijbel. De catechismus heeft iets van een landkaart waardoor je behoed wordt voor verdwalen. Het spreekwoord zegt immers: iedere ketter heeft zijn letter! Zo kun je met de catechismus als gids de weg vinden in het geschakeerde bos van de Bijbel en zul je ondanks de veelheid aan bomen het bos juist wél zien. De catechismus geeft aan waar de hoofdwegen liggen en van daaruit kun je prima de zijwegen verkennen om het maar eens zo te zeggen. We zijn niet de eersten die de Bijbel lezen. Het zou van hoogmoed getuigen als we het Schriftverstaan van de kerk der eeuwen ongebruikt naast ons neer zouden leggen. Via een leerboekje als de catechismus mogen we daar onze winst mee doen.
Kortom, een scheut 'Calvijn' kan ons kerkelijk leven wel gebruiken als het gaat om het kiezen van preekstof, maar niet ten koste van alles. Het volgen van het kerkelijk jaar en de catechismusprediking helpen om te leven bij wat het kloppend hart van de Bijbel uitmaakt!
Ik hoop dat bovenstaande opmerkingen je iets aanreiken waarmee je je winst kunt doen. Met een hartelijke groet,
Ds. H. Peet
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Peet
- Geboortedatum:15-01-1964
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Sliedrecht (Eben-Haëzer)
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Ik heb het voorrecht om als niet-predikant in verschillende diensten voor te gaan en ben blij met de Oec. of Luthers rooster. Soms waag ik mij wel eens aan een catechismuspreek. Maar ik vraag mij af of ik meer dan eens over dezelfde zondag zou kunnen preken. Ik heb dan ook grote bewondering voor de predikanten die kans zien elk jaar opnieuw een originele preek te houden over de 52 zondagen. Ik denk dat ik heel gauw in herhalingen zou vallen. En dat gevaar is m.i. ook aanwezig als er niet van een rooster gebruik gemaakt wordt. Hiermee word je a.h.w. gedwongen eens naar een andere tekst te kijken, dan je misschien zelf zou doen.
Het is tevens een training om de Hebreeuwse namen goed uit te spreken. Zij komen dan een stapje dichter bij ons te staan. Als predikant merk je in de gesprekken waar hier en daar wat bijgestuurd moet worden in de kennis. Het verzoek van een persoon om over een bepaald onderwerp te spreken dwingt ook de predikant om de context én de tekst grondig te bestuderen. En de luisteraar zal zeggen: wat verrassend was de uitleg deze keer.