In zonde leven en in zonde vallen
Ds. W. van Weelden | Geen reacties | 27-12-2005| 00:00
Vraag
Ik had pas een discussie met mijn broer naar aanleiding van een opmerking van een dominee. Deze dominee zei zoiets als: "Ik ben even slecht als jullie, geen haar beter, enz." Ik was van mening dat deze dominee dan iets verkeerd deed, omdat je na je bekering weliswaar geen heilige bent, maar dat zonde wel een uitzondering moet worden. Mijn broer was het hiermee eens, maar zei dat je dat niet voelt omdat je ook telkens meer je eigen zonde gaat zien. Hij vindt dus dat, naarmate de tijd verstreek, je telkens meer 'mishagen aan jezelf' krijgt. Ik was echter van mening dat je je wel degelijk van veel zonden verlost voelt en dat je daar ook dankbaar en blij van zal worden.
Mijn vraag is nu: staat hier iets van in de Bijbel en wat is uw mening en die van de gereformeerde leer erover?
Antwoord
Allereerst wil ik mijn vreugde uitspreken dat er tussen broer en zus zulke gesprekken mogelijk zijn. Ik acht dit een kostbaar iets. Hou dit vast en ga zo door.
De aanleiding was een opmerking van derden. “Ik ben even slecht als jullie”. Dit is m.i. een mislukte poging van solidariteit. Ik begrijp het als een poging om naast de hoorder te gaan staan, maar die mislukt om twee redenen. De eerste is dat het een opmerking zonder concrete inhoud is. De vraag naar de bijzondere zonde is in dit licht dan ook terecht. Maar er is helemaal geen concrete zonde in het oog gevat. Het gaat om de lotsverbondenheid in de zonde. Maar die moet meer hout snijden. Dat is de tweede reden. De apostel Paulus vermaant/bemoedigt ons allen: de een achte de ander uitnemender dan zichzelf. Hij zelf belijdt de voornaamste van de zondaren te zijn. De uitspraak “ik ben veel slechter dan jullie”, zou pas echt de oren doen spitsen. Maar dan wordt er ook een getuigenis verwacht. Een getuigenis niet van eigen slechtheid, maar van de goedheid Gods, mij bewezen in Christus Jezus door de Heilige Geest.
Het gesprek tussen broer en zus zet de zaken echter helder. Je gaat steeds meer van je zonde zien. Sterker nog: je gaat steeds minder zonde doen en steeds meer zonde worden. Het mishagen aan jezelf is een aansporing om de zaligheid buiten jezelf te zoeken.
Het springende punt in het gesprek is het verschil tussen in zonde leven en in zonde vallen. De gelovige leeft niet in de zonde, maar valt in de zonde. Maar als de gelovige valt, wordt hij niet weggeworpen. De Heere ontfermt Zich over de mens, die zichzelf niet staande kan houden. Door het geloof is er leven uit genade.
Het idee dat men zich van veel zonde verlost voelt en daarover blij en dankbaar is, gaat hand in hand met het idee dat het met jezelf niets wordt. Het geestelijk leven groeit, zeiden ze vroeger, als een paardenstaart, altijd naar beneden. Deze uitdrukking wijst op het woord van Johannes de Doper, die op de Heere Jezus wijst en zegt: “Hij moet wassen (groeien/groter worden) en ik minder worden”. Maar het is duidelijk dat een mens door het geloof de zonde gaat haten, de zonde gaat haten en de zonde gaat bestrijden. Want waar het hart is, daar is de schat des levens.
De vraag die gesteld wordt, laat zich als volgt eenvoudig beantwoorden. Het gaat in het geloof niet om je gevoel, maar om het werk des Heeren! Om dit heel duidelijk voor ogen te krijgen verwijs ik naar zondag 23, vr. en antw.60. Hoe zijt gij rechtvaardig voor God? Alleen door een waar geloof in Jezus Christus. En dan komt het er op aan om af te zien van jezelf en op te zien naar de Heere. Nochtans God!
Het geheimenis van het geloof is gelegen in het feit dat de Heere des Geestes overig heeft. Dit is een citaat uit Maleachi en betekent dat de Heere altijd mogelijkheden heeft. De Heere kan altijd anders. Tot heil, redding en zaligheid. Dit te kennen is heel het leven!
Ds. W. van Weelden
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. van Weelden
- Geboortedatum:13-11-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oud-Alblas
- Status:Actief