Strikken
J.P. van den Brink | 1 reactie | 22-05-2017| 08:58
Vraag
Een goede kennis van mij negeerde stelselmatig mijn mails waarin ik Gods grote daden groot maakte. Ik wilde haar dat graag vertellen en was steeds behoorlijk teleurgesteld als ze daarop niet reageerde. Later hoorde ik tijdens een lezing dat de boze niet wil dat Zijn daden schitteren. Toen viel bij mij het kwartje. Vervolgens reageerde ik naar haar toe wat ‘overmoedig’. Hierover voel ik mij schuldig en toch ook weer niet, omdat ik in volle overtuiging gehandeld heb. Ik ben zelfs zo ver gegaan dat ik heb overwogen (en heb haar dat ook verteld) dat ik mogelijk ook zelf in een strik van de boze gevangen geraakt ben, omdat ik meende in volle overtuiging te handelen.
Ik kerk bij de Ger. Gem. en ben erachter gekomen dat niemand mij daar kan helpen, ondanks dat de Bijbel ook niet onduidelijk is over de strikken van de satan. Natuurlijk heb ik e.e.a. wel aan mijn Schepper toevertrouwd en Hem om hulp gevraagd. Maar daarnaast wil ik hierover graag met mensen uit de gemeente/kerkenraad praten. Is dat verkeerd? Niemand uit de gemeente blijkt echter met deze materie (dit soort influisteringen van de boze, waarmee hij tweedracht zaait en relaties verwoest) vertrouwd. Hopelijk kunt u mij wat bijsturen.
Antwoord
Beste vraagsteller!
Je vraagt mij of ik je “hopelijk wat kan bijsturen.” Kennelijk ben je bang dat je bezig bent uit de bocht te vliegen! Laat ik je een grondregel meegeven. Als wij de werken van de duivel willen bestrijden, moeten we vooral op zoek gaan hoe de duivel ons persoonlijk leven en onze eigen gedachten probeert te beïnvloeden. Als we de duivel menen te kunnen bestrijden door te “beoordelen” hoe de duivel in anderen werkt, is het resultaat meestal onderlinge verwijdering en dat we niet (meer) naar elkaar kunnen luisteren en dat is nu precies wat de duivel wil bewerkstelligen. Lees het maar na in de Bijbel. Daar hebben de mensen zelfs van Johannes en de Heere Jezus gezegd (en waarschijnlijk in volle overtuiging dat ze het bij het rechte eind hadden en dat ze de Heere dienden) dat zij de duivel hadden. Daarmee sluitten zij zichzelf af van wat Johannes en de Heere Jezus Zelf zeiden.
Als je dit principe vasthoudt, zul je niet in de valkuil komen waarin je met je goede kennis bent terecht gekomen. Je mailde haar met het doel om samen de Heere te loven en te prijzen. Om een of andere reden heeft je kennis hier niet op gereageerd. Je vroeg je af wat hiervan de reden was en je hebt een simpele optelsom gemaakt: de duivel wil niet dat God groot gemaakt wordt; kennelijk wil mijn kennis niet met mij meedoen: dat is DUS het werk van de duivel in haar. Je hebt haar hier kennelijk mee geconfronteerd, je kennis herkende zich hier niet in en van een verder samen grootmaken van de Heere is het tot nu toe waarschijnlijk niet gekomen. Wie heeft er nu gewonnen?
Als je in gesprekken met anderen hun gedrag of reactie niet begrijpt, moet je niet beoordelend of beschuldigend naar de ander toe spreken, maar zoveel mogelijk open vragen stellen om erachter te komen waarom de ander anders reageert als dat jij hoopt of verwacht. Ik vraag mij ook af of de mail wel het meest geschikte middel is om samen de Heere groot te maken. Het beste is toch als je elkaar ontmoet en met elkaar van hart tot hart kunt spreken en dan samen in verwondering kunt komen over de grote werken Gods. Misschien sluit de wijze waarop jij schrijft over deze dingen niet aan bij de manier waarop jouw kennis over deze dingen denkt en schrijft en heeft ze geen raad geweten met je mail. En om maar niet ‘beoordelend’ over te komen heeft ze er tegenop gezien om naar jou toe terug te reageren. Zo maar een alternatief voor jouw toch wat snelle en onvolledig onderbouwde conclusie: influisteringen van de satan. Een simpel: heb je mijn mail ontvangen en wat vond je ervan?, was mogelijk voldoende om hierover het gesprek wel op gang te krijgen. Daar moet je de duivel nog maar even niet bijhalen. We moeten de duivel niet ontkennen of negeren, toch krijgen wij het advies in de Bijbel: geeft de duivel geen plaats (Ef. 4:27).
De Heere leert ons bidden: verlos ons van de boze. In die strijd moet je vooral bij jezelf blijven. De Heidelbergse catechismus zegt het zo: Omdat wij van onszelf zo zwak zijn, dat wij niet een ogenblik zouden kunnen bestaan, en daartoe onze doodsvijanden, de duivel, de wereld en ons eigen vlees, niet ophouden ons aan te vechten; zo wil ons toch behouden en sterken door de kracht Uws Heiligen Geestes … dat gaat niet over anderen, maar over mij!
Verder schrijf je in je vraag dat je binnen de gemeente waar je bij hoort over dit onderwerp geen weerklank vindt. Ik ken je gemeente niet en ik weet uit je vraag ook onvoldoende waarom jij tot deze conclusie bent gekomen. Als je met deze vragen rondloopt, is het inderdaad goed als je hierover wilt praten. Want je merkt dat als je in je eentje hierover aan het door redeneren gaat, dat je dreigt uit de bocht te vliegen. Ik zou je willen adviseren om bij je predikant of kerkenraad te vragen om een pastoraal gesprek hierover. Je zou deze vraag en mijn antwoord hierop aan de betrokken ambtsdrager kunnen opsturen als voorbereiding op het gesprek.
Ik hoop dat dit in jouw situatie mogelijk is, anders moet je nog maar een vervolgvraag stellen. De Bijbel is inderdaad niet onduidelijk over de strikken van de duivel en het is een belangrijk onderwerp om vooral alert te zijn en te blijven, maar blijf daarbij wel nuchter (1 Petr. 5:8). De duivel kun je het best bestrijden door te gaan zingen. Daar gaat hij voor op de vlucht. Want God woont onder de lofzangen Israëls, en de duivel voelt zich daar beslist niet op zijn gemak. De wereld en het heidendom meent de duivel te kunnen verjagen met geweld en met vuurwerk (de heidense gewoonte rond de jaarwisseling!), maar de kerk leert zingen. Dat dus de lofzang over de grote daden des Heeren de boventoon zou mogen voeren in je leven: Want daartoe heeft Hij ons mensen geschapen: opdat wij Hem zouden grootmaken!
Ik hoop dat dit antwoord de toon heeft gezet...
J. P. van den Brink
Dit artikel is beantwoord door
J.P. van den Brink
- Geboortedatum:10-06-1960
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Eindhoven
- Status:Inactief