Moeite met gezag te accepteren
G. Slurink | 4 reacties | 04-05-2017| 12:07
Vraag
Dank u, mijnheer Slurink, voor het uitgebreide antwoord. Ik ben daar heel blij mee, want het stelt mij in staat om verder te denken, te begrijpen en te leren. Een klein punt blijft nog haken. Dit:
"4. Onder invloed van de psychologie wordt de mens niet langer gezien als schuldig voor God maar als kwetsbaar slachtoffer waarbij de God of religie wordt aangedragen als de therapeut."
Het is een vraag die me ongelofelijk bezig houdt. Als kind, puber, was ik niet heel 'standaard'. Nogal sterk van wil. En heel gevoelig. En misschien slim. Het resulteerde in het gedrag van een meisje dat gezag niet zonder veel slagen en stoten accepteerde. Verbaal sterk. Ouders die ik niet als 'veilig' kon bevinden. Waardoor het uittesten, de brutaliteit, bleef. Vader werd woedend, erg woedend. Er viel een klap, hij riep dat hij me wilde vermoorden. Vader is overigens voor iedereen een erg zachtmoedige en gerespecteerde man. Wel met een kort lontje en gevoelig voor stress, maar dat is thuis. Hij heeft denk ik ook zijn bagage. In elk geval voelde ik me er zeer minderwaardig door en helaas worstel ik daar nog steeds mee. God voelt nog altijd als Degene die mij verwerpt. Ik leer inmiddels veel meer en ook mijn Godsbeeld moet bijgesteld worden, maar dat lukt niet. Het lijkt alsof er geen 'relatie' tastbaar is die ik, met eerbied gezegd, uit zou mogen testen en me zou mogen leren over te geven. Het basisvertrouwen om er te mogen zijn, om je over te kunnen geven aan iemand, mis ik in het gewone leven en mis ik ook in het geestelijke. Dus ben ik een zelfdoener. En ik weet dat je daar niet heel ver mee zult komen. Best wel voor de tijd, maar niet eeuwig.
Daarom is er ook de vraag over hoe je terugkijkt op je jeugd. Ik weet dat ik toen wóedend was om het vijfde gebod, vader en moeder eren. Laaiend! Dat nooit! Zo'n vader wilde ik niet eren! En dat deed ik ook niet, want boosheid was dichtbij, was machtig, was prettig en mijn zelfbeheersing was sowieso matig. Ik maakte, en maak, dus veel schuld. En ik weet nog niet hoe ik dat moet zien. Was ik schuldig of was ik slachtoffer? Wat ben ik? Ik denk beide, maar kan het absoluut niet plaatsen. Hoe ziet God mij nu? Wat zou Hij zeggen? Het is ongelooflijk wankel en leeg om zonder basisvertrouwen te leven. Alsof je altijd aan een parachute hangt. Nooit vaste grond onder je voeten vindt. Voor alle zaken van je leven dan trouwens. Hangend aan die parachute breng je dan ook weer gewonde kinderen voort. Ik vind het zeer pijnlijk en wil graag leren. Leren van God vooral. Hem vinden. Ik weet genoeg om te weten wat ik moet doen en waar ik uit zou moeten komen. Maar het lukt mij niet om het van mensen te leren. Ik geloof dat ik God daarvoor nodig heb, de omgang met Hem vooral en Hij lijkt eindeloos ver weg.
Vraagt Hij van mij om bijvoorbeeld schuld te zien, berouw te voelen, terwijl dat deel in mij verwond en kapot is? Omdat ik niet meer recht schuld kan voelen vanwege het minderwaardigheidsdenken? Hij wil vast dat ik Hem vertrouw en me aan Hem overgeef, maar hoe dan als je dat niet kunt? Ik weet niet goed wát Hij wil, waar ik moet beginnen. En vooral, óf ik van Hem mag zijn. Als ik bid is ‘daar’ niemand. Zo voelt dat. En dat is altijd. Terwijl ik intussen verstandelijk de andere werkelijkheid weet. Hoe kan ik daar zelf in gaan leven? Ik kom er niet uit. Er is altijd het idee van “je moet goed genoeg zijn” en “je was niet goed genoeg, dus God verwerpt.” Het is niet waar, ik weet dat, maar ik kan nog niets anders vinden.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Moeite met gezag te accepteren, ken ik ook. Ik ben nogal recalcitrant en tegendraads van aard en nog steeds heb ik laatst weer gemerkt. Onlangs was ik in het zwembad, baantjes zwemmen. Toen kwam er een badmeester op me af en zei dat mijn haren nog droog waren. Dat was blijkbaar fout want douchen is verplicht. Nu had ik wel gedoucht maar had daarbij mijn hoofd niet onder de waterstraal gehouden. Ik protesteerde nog door te zeggen dat door mijn haren nat te maken ze echt niet schoner zouden worden, maar zijn reactie was eenvoudig: regels zijn regels. Nu stelde dit alles uiteraard niets voor. Ik ging even naar de douche, hield mijn hoofd onder de straal en klaar was Kees. Toch liet het voorval me de hele avond niet meer los. Op een bepaald moment ging ik me afvragen waarom ik het niet gewoon naast me neer kon leggen en vergeten. Toen drong het tot me door dat het probleem was dat ik zijn gezag niet wilde accepteren. Uiterlijk legde ik me er wel bij neer, maar inwendig bleef ik ertegen protesteren. Ik wilde zelf op mijn troon zitten. Ik wilde zelf uitmaken of ik m'n haren nat zou maken of niet en wilde niet dat iemand anders daar iets over te zeggen zou hebben. Onafhankelijk van de vraag of de vermaning van de badmeester terecht was of niet, moest ik erkennen dat er hier nog steeds wat verkeerd zit bij mij.
Dit is zo maar een voorbeeld. Als ik erover nadenk, kan ik me vele situaties voor de geest halen waar soortgelijke dingen speelden. En waarschijnlijk hebben de meeste mensen dit wel. Dit zit in onze natuur en is een van de kernoorzaken van zonde. Als we gehoorzaam zouden zijn aan God zouden we niet zondigen. En ongehoorzaamheid aan menselijk gezag is ook altijd ongehoorzaamheid aan God want Hij heeft het gezag aangesteld. Hoe dat zich uitwerkt bij mensen is verschillend. De ene doet dit met veel uitwendig vertoon en zeer verbaal, zoals je van jezelf beschrijft. De ander doet het meer inwendig en zegt uiterlijk misschien wel: "ja" maar denkt inwendig: "nee", zoals bij mij vaak het geval is. In wezen maakt het geen verschil, het is in beide gevallen de uitwerking van onze opstandige natuur, onze 'oude Adam', onze oude, zondige, onwillige, zelfgerichte mens.
De schuldvraag bij mensen onderling is daarbij vaak complex. Er is altijd een wisselwerking, een actie en reactie, het ene lokt het andere uit. Vaak gaat geen van beide partijen geheel vrijuit. Het is de vraag of de vermaning van de badmeester terecht was, want alhoewel douchen verplicht is, is er bij mijn weten geen enkele regel die zegt dat je haar nat moet zijn. Maar mijn opstandige reactie op zijn vermaning komt geheel voor mijn eigen rekening. Ik heb uiteraard het een en ander meegemaakt in mijn leven en ook het nodige onrecht ondervonden. Toch ging ik daarbij zelf ook lang niet altijd vrijuit. In sommige gevallen had ik dingen gedaan die er aan hadden bijgedragen dat het zover kwam en in andere gevallen reageerde ik helemaal verkeerd. En omgekeerd heb ik ook anderen onrecht aangedaan en kreeg daarbij dan soms reacties terug die ook niet te rechtvaardigen waren. Ieder is verantwoordelijk voor zijn eigen acties en reacties. We moeten de schuld van wat een ander verkeerd doet niet toeschrijven aan onszelf, maar we moeten ook nooit de schuld van wat we zelf verkeerd doen proberen af te schuiven op iets of iemand anders.
Het lijkt me dat in het geval van jou en je vader bij beide fouten zijn aan te wijzen. Ik zie er voor mezelf nooit veel nut dat helemaal te gaan analyseren. Het is gewoon een gegeven dat het zo is in deze gevallen wereld waar de zonde nog heerst. Mij lijkt het genoeg om te beseffen dat we allemaal zondaren zijn, gevangen in ons zondige vlees en dat we allemaal schuldig staan tegenover God. Als we allemaal God gehoorzaam waren, was het een volmaakte wereld. Maar het is geen volmaakte wereld en niemand kan zeggen dat hij of zij volmaakt gehoorzaam is aan God. De enige die dat was was de Heere Jezus. En Hij is gekomen om ons thuis te brengen naar een nieuwe hemel en nieuwe aarde (zie Openbaring 21) waar deze volmaakte gehoorzaamheid er wel zal zijn, niet uit angst maar uit liefde.
Zo staan we dus allemaal schuldig voor God. Uit je verhaal blijkt dat er ook schuld is bij jou, uit je jeugd, net zoals bij je vader en bij ieder mens, bij mij evenzo. Maar terwijl God de verkeerde dingen die we doen afwijst, is de rijke boodschap van het evangelie dat Hij ons desondanks niet verwerpt. Jezus vertelt in Lukas 15 de gelijkenis van de verloren zoon, die je vast kent. Jezus schetst daar het beeld van God als een Vader die met open armen klaar staat om ons in Zijn armen te sluiten. Er is schuld maar er is geen reden om te denken dat je er niet zou mogen zijn, of om je minderwaardig te voelen. Integendeel. Bij mensen kan dat soms zo zijn, bij God niet. In de gelijkenis staat de vader al op de uitkijk. Als de zoon er aan komt ziet de vader hem en is hij met innerlijke ontferming bewogen en snelt hem tegemoet, valt hem om de hals en kust hem. De zoon zegt: “Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegenover u. Ik ben niet meer waard uw zoon genoemd te worden.” Maar de vader zegt: “Haal het beste kleed en trek het hem aan en geef hem een ring aan zijn hand en sandalen aan zijn voeten. Breng het gemeste kalf en slacht het, en laten we eten en vrolijk zijn. Want deze, mijn zoon, was dood en is weer levend geworden. Hij was verloren en is gevonden.” Vlak voor de gelijkenis van de verloren zoon staat de gelijkenis van het verloren schaap en de gelijkenis van de verloren penning. Jezus zegt daar bij beide gelijkenissen dat er blijdschap zal zijn in de hemel over één zondaar die zich bekeert. Zo staan daar drie gelijkenissen na elkaar om driedubbel duidelijk te maken wat Gods boodschap aan een verloren wereld is. Jezus is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is (Lukas 19:10).
God strekt zich naar ons uit, ook naar jou. Ieder mens is een unieke schepping van God, geschapen naar Zijn beeld. God wil ons vrijmaken van de zonde en ons daarvan redden. Hij wil niet dat er enigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen (2 Petrus 3:9). Hij vind geen vreugde in de dood van de goddeloze, maar daarin dat de goddeloze zich bekeert van zijn weg en leeft (Ezechiel 33:11). Hij had de wereld zo lief dat Hij Zijn eigen Zoon heeft gegeven opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Hij heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden (Johannes 3:16-17). Dat is de overweldigende rijkdom van de boodschap van het evangelie.
God verlangt niet dat we onszelf aanvaardbaar maken, dat kunnen we ook helemaal niet. Niemand is goed genoeg. Als God ons zou verwerpen om wat we verkeerd hebben gedaan en als dat het einde van het verhaal zou zijn, zou iedereen verloren gaan. “Allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God" zegt Paulus in Romeinen 3:23. Maar precies daarom heeft Hij Zijn Zoon gegeven. In Christus, dat wil zeggen door ons toe te vertrouwen aan de Heere Jezus, zijn we geaccepteerd, volkomen rein. Al waren je zonden rood als scharlaken, ze zullen wit worden als sneeuw. "Heilig en smetteloos en onberispelijk" zegt Paulus is Kolossenzen 1:22. We worden aanvaardbaar door ons te 'bekleden' met Christus door het geloof in Hem. God verlangt van ons dat we ons toevertrouwen aan Zijn Zoon en luisteren naar Hem en ons laten overkleden met Zijn gerechtigheid. Om niet, want het is uit genade. Dat is hoe we aanvaardbaar worden. De kunst en het geheim van het geloof is alles van Christus te verwachten.
Is er daarbij berouw en schuldbesef nodig? Ja, in die mate dat het je steeds weer naar Christus brengt. Toen ik tot geloof kwam en me aan de Heere Jezus kon overgeven, zag ik maar een klein beetje van mijn schuld en van mijn zondige aard. Maar ik zag genoeg om te weten dat ik schuldig stond. Heel veel van wat ik later ben gaan zien, zag ik toen nog niet. In de jaren die volgden heb ik er nog een hoop schuld aan toegevoegd. Onderwijl ging ik steeds meer zien dat ik uit mezelf een bron ben die alleen maar vuil water voorbrengt en waar niets goeds uit voorkomt, tenzij het van God gegeven is. Dat heeft me geholpen steeds minder op mezelf te vertrouwen en steeds meer mijn hoop volkomen te zetten op de Heere Jezus.
Vind daarom de vaste grond onder je voeten in de Heere Jezus. Hij is de Rots waar je op moet staan. Hij hing aan een kruis op Golgotha, zo'n 2000 jaar geleden, om onze schuld te dragen, ook jouw schuld, opdat wij door het geloof in Hem weer verzoend zouden worden met God. Probeer niet vaste grond te vinden in iets merkbaars dat je gebeden worden gehoord, maar door met ogen van geloof te kijken naar de verhoogde Christus die daar hangt aan het kruis om betaling te doen voor jouw en mijn schuld, en wat meer is, die gestorven is en opgestaan uit de dood, en ons daarmee het eeuwige leven geeft. Daar demonstreert God Zijn liefde voor jou! Je zegt dat het lijkt alsof er geen 'relatie' tastbaar is die je, met eerbied gezegd, uit zou mogen testen. Ik kan begrijpen dat je dat vanuit je achtergrond zegt. Maar ik denk dat je daarmee je aandacht op het verkeerde richt. God heeft Zijn liefde al bewezen, zoals Paulus zegt in Romeinen 5:8: "God echter bewijst Zijn liefde jegens ons, doordat Christus, toen wij nog zondaren waren, voor ons gestorven is. Veel meer zullen wij derhalve, thans door Zijn bloed gerechtvaardigd, door Hem behouden worden van de toorn." En in Romeinen 8:32: “Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken?” (zie Romeinen 8:31-39).
Ik heb zelf nooit een 'tastbaar' of 'voelbaar' bewijs dat God me hoort als ik bid. Ik zie ook geen enkele reden in de Bijbel om dit te verwachten. We wandelen in geloof en dit geloof moet gebaseerd zijn op Gods Woord. Er is een werkelijkheid die we niet ervaren of kunnen zien maar alleen kunnen weten doordat het ons verteld wordt. Weten is een kernwoord in de Bijbel, het staat er vol mee. En dit weten komt doordat God tot ons gesproken heeft, door Zijn profeten en door Zijn Zoon, hetgeen voor ons opgetekend staat in de Bijbel. Dit weten begint dan ook verstandelijk. Maar geloof gaat daarbij dan nog een stap verder, namelijk dat we het niet alleen weten maar het ook op onszelf betrekken en ons eigen maken, of bijbels gezegd: 'ontvangen' of 'aannemen'. En met dit ontvangen of aannemen wordt het persoonlijk en is de band met de Heere Jezus gelegd. En van daaruit groeit dan als het goed is ook het verlangen om de Heere welbehaaglijk te leven met Zijn hulp en met vallen en opstaan. Maar dit geloof begint met de kleine, eerste stap, en zal uitgroeien, als het gevoed wordt met een toenemende kennis van God en van Christus door Zijn Woord, tot een vast vertrouwen, mogelijk vaak aangevochten, maar dat altijd weer overwint door het oog te richten op de Heere Jezus. Ik ervaar God ook niet. Toch heb ik geen enkele twijfel aan dat Hij me hoort en dat komt voor een belangrijk deel uit wat ik weet uit de Bijbel. Jezus roept vele malen op om te volharden in gebed (zie bv. Mattheus 7:7-11 en Lukas 18:1-8) en de apostelen evenzo. Zou God dan niet horen?
Dus: Hoe ziet God je nu? Wat zou Hij zeggen? Hij zou zeggen: Ik heb je Mijn Zoon gegeven. Geef je over aan Hem, vertrouw je aan Hem toe, luister naar Hem! Bekeer je van je eigen wegen en stel je hoop volkomen op Hem alleen en volg Hem. Begin bij de Heere Jezus. "Allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven" zegt Johannes 1:12. En als we Christus kennen, kennen we ook de Vader. "Wie Mij kent, kent de Vader en wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien" zegt Jezus in Johannes 14. En leer van de Heere Jezus. "Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven. Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel; want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht." (Mattheus 11:28-30).
De apostel Paulus schrijft aan de gemeente in Filippi. Hij heeft veel om naar terug te kijken, goede dingen en slechte dingen. Maar hij zegt: “één ding doe ik: vergetend wat achter is, strek ik me uit naar wat voor is en jaag ik naar het doel: de prijs van de roeping van God, die van boven is, in Christus Jezus".
Ik hoop dat dit je verder helpt. Zoek het antwoord bij de Heere Jezus Christus.
Een hartelijke groet,
Gerard Slurink
Dit artikel is beantwoord door
G. Slurink
- Geboortedatum:12-02-1963
- Kerkelijke gezindte:Reformatorisch
- Woon/standplaats:Lahti, Finland
- Status:Actief
Bijzonderheden:
*Voormalig popmuzikant
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Wanneer God in je werkt door de Heilige Geest dan leer je willen wat God wil.
Hoe God jou ziet? Als een zondaar. Zie op Jezus, Hij wilde sterven voor zondaren, vertrouw op Hem, leg alles voor Hem neer. Stop met redeneren en begin of ga verder met bidden en leg alles aan Zijn voeten.
'Wendt u naar Mij toe, wordt behouden alle gij einden der aarde; want Ik ben God en niemand meer.'
Je hebt gisteren een vervolgvraag gesteld. Zou je daarvoor via mail contact op willen nemen met de redactie (vragen@refoweb.nl)?
Gezag bah een naar woord en het roept veel weerstand op, wij mensen misbruiken gezag om ons doel te bereiken op een verkeerde manier en alleen uit eigen belang of we willen er liever niets van weten. Het zegt ook iets van de persoon zelf, het is soms onzekerheid en angst, maar bij mijn vader was het puur sadisme. Hoe moet je naar God kijken en Zijn vaderschap! ik heb begrepen dat God allereerst liefde is, Hij leeft met je mee, Hij weet wie je bent, je zwakke punten en momenten in je leven.
Zijn gezag is niet mishandelen maar juist om je te helpen vrij te komen van het juk waar je onder leidt. Als God spreekt dan spreekt Hij met gezag ook als schepper in Genesis , en je hoeft daar niet bang voor te zijn, gezag betekent ook dat het je op de juiste weg houdt. God sprak met gezag en het was er en God zag dat het goed was. Gezag kan ook scheppend zijn in je leven, het zet je vrij van zonden en vrij van pijn en vrij van duivels invloed.
Ook de Here Jezus sprak met gezag tegen demonen, maar dit in de gebiedende wijze. Jezus liet duidelijk merken dat Hij God is, de demonen begrepen dit en smeekte om niet gepijnigd te worden. Een gezag door een overheid door regels en wetten schept weer duidelijkheid bijv de regels in het verkeer. Of een rechter die op gezag iemand in gijzeling neemt omdat die zijn boete niet heeft betaald enz. Maar op gezag van God heeft Jezus ons vrijgekocht door zichzelf te offeren aan het kruis om af te rekenen met de zonde en de dood.
En zo kijk ik naar gezag of ik heb het verkeerd begrepen dan hoor ik dit graag of er is een andere mening hierover.