Nachten overslaan

Vragensteller; je schrijft: ' omdat ik te weinig gedaan heb voor de Heere.'
Je hoeft niets te doen voor de Heere. Je moet juist leven van genade.
Luther schrijft daar iets moois over:

God wil alleen in Christus gekend worden (en dat kan ook niet anders, zie Joh 1:18). Hij is het Zaad dat aan Abraham werd beloofd, op Hem heeft God al Zijn beloften gegrondvest. Daarom is alleen Christus het Middel, het Leven en de Spiegel, waardoor wij God zien en Zijn wil kennen.
Door Christus maakt God ons Zijn gunst en barmhartigheid bekend. In Christus zien wij, dat God geen toornige eiser en rechter is, maar een toegenegen en zeer milde Vader, Die zegent, dat wil zeggen ons van wet, zonde, dood en alle kwaad bevrijdt en ons door Christus gerechtigheid en het eeuwige leven schenkt. (...)
Wie deze kennis verliest, kan niet anders dan zich deze voorstelling vormen: ik wil God zus of zo vereren (...) en dan lijdt het geen twijfel, of God zal dat in aanmerking nemen en aannemen en mij daarvoor het eeuwige leven geven.
(...)
Iedereen denkt hetzelfde, namelijk: als ik dit of dat doe, dan zal ik een genadige God hebben, als ik dat niet doe, dan zal ik een toornige God hebben.
(...)
Daarom moet iedere mens die de kennis van Christus verliest, wel tot afgodendienst vervallen, hij moet zich wel van God een beeld maken, dat op geen manier klopt.

Tot slot Prediker 4:6

Een hand vol [met] rust is beter, dan beide de vuisten vol [met] arbeid en kwelling des geestes.

Vraagsteller

Je moet doen wat bij JOU / JOUW LICHAAM. Als je lichaam gemiddeld x-aantal uren slaap nodig heeft dan moet je die nemen. Het is “over geestelijk” / niet gezond dat dan te negeren.

Waarschijnlijk doel je op: 2 Cor 6 vanaf vers 4 waarin staat:
"maar wij doen onszelf in alles kennen als dienaren Gods: in veel dulden, in verdrukkingen, in noden, in benauwdheden, 5 in slagen, in gevangenschappen, in oproeren, in moeiten, IN NACHTEN ZONDER SLAAP, in dagen zonder eten, 6 in reinheid, in kennis, in lankmoedigheid, in rechtschapenheid, in de heilige Geest, in ongeveinsde liefde, 7 in de prediking van de waarheid, in de kracht Gods; met de wapenen der gerechtigheid in de rechterhand en in de linkerhand; 8 onder eer en smaad, in kwaad gerucht en goed gerucht; als verleiders en toch betrouwbaar; 9 als niet bekend en toch wèl bekend; als stervend en zie, wij leven; als getuchtigd, maar niet ten dode; 10 als bedroefd, maar altijd blijde; als arm, maar velen rijk makend; als niets hebbend en toch alles bezittend".

Hier gaat het om beproevingen die hij meemaakte als bijvoorbeeld die schipbreuk waardoor hij een nacht miste (zullen ze later wel hebben ingehaald) niet om bewust niet te slapen als zogenaamde heiligheid.

De kern van de zaak is om in elke omstandigheid een dienaar van God te zijn (dwz niet jezelf of je vlees dienen maar gehoorzaam te zijn aan de stem van de Heilige Geest) zoals hier dus vanaf het begin staat.

In ons geval kan dat zijn: in de file, surfend op internet, in geldzaken, bij tegenspraak, als iemand anders je beledigd, als men jou onheus behandeld enzovoort en dus ook als het slapen er niet van komt door ziekte, huilende kinderen e.d.

Als je dan God dient dan maak je het goed voor de ander en dank je God onder alles. Een kennis van mij moest er vanwege zieke vrouw en zieke kinderen op een nacht 20x uit zijn bed, dus van slapen kwam toen niet veel. Hij getuigde: ”het was de hemel op aarde”. Ik heb dat lang niet begrepen, maar later wel. Hij bedoelde dat de deugden rijkelijk door zijn leven (die nacht) te voor schijn kwamen: behulpzaamheid, offerzin, geduld, vriendelijkheid, liefde e.d. ipv mopperen, sacherijnig, e.d.

Zoals er staat Uw wil geschiede in de hemel, zo ook op de aarde.
Waarschijnlijk VOELDE dat brak, moe en beroerd aan maar daar gaat het niet om.

In hoofdstuk 4 staat vanaf vers 17: "Want de lichte last der verdrukking van een ogenblik bewerkt voor ons een alles verre te boven gaand eeuwig gewicht van heerlijkheid, 18 daar wij niet zien op het zichtbare, maar op het onzichtbare; want het zichtbare is tijdelijk, maar het onzichtbare is eeuwig.
Vers 8 in alles zijn wij in de druk, doch niet in het nauw; om raad verlegen, doch niet radeloos; 9 vervolgd, doch niet verlaten; ter aarde geworpen, doch niet verloren; 10 te allen tijde het sterven van Jezus in het lichaam omdragende, opdat ook het leven van Jezus zich in ons lichaam openbare. 11 Want voortdurend worden wij, die leven, aan de dood overgeleverd, om Jezus’ wil, opdat ook het leven van Jezus zich in ons sterfelijk vlees openbare. 12 Zo werkt dan de dood in ons, doch het leven in u".

Het voor de natuurlijke mens onzichtbare werk in ons, daar gaat het om: Goddelijke natuur verkrijgen hier op aarde, de vruchten van de geest; de deugden, omschepping naar Zijn beeld DAAR gaat het om.
Die verkrijgen wij niet in onze luie stoel maar eerder door verdrukkingen mits we dan dat onzichtbare voor ogen hebben en niet de omstandigheden!
cors.dekort@anico.nl