Belofte aan God gebroken
J.P. van den Brink | 67 reacties | 27-03-2017| 16:16
Vraag
Een tijd geleden heb ik een belofte aan God gedaan. Die belofte heb ik gebroken. Ik heb zo’n enorme spijt, heb Hem zo vaak gesmeekt me te vergeven. Ik lig er ‘s nachts wakker van, ik blijf er maar aan denken. De Heere heb ik lief, al blijkt dat totaal niet uit mijn daden, ik haat het om Hem verdriet te doen. Hoe moet ik nu verder? Alsnog proberen om me aan die belofte te houden, of heeft dat nu geen zin meer? Ik wou dat ik het goed kon maken, ongedaan kon maken, maar dat kan ik niet. Voel me zo enorm schuldig, walg van mezelf en weet echt even niet meer wat ik moet. Toen ik de belofte net gebroken had heb ik van schaamte een halfuur met m’n hoofd onder een deken gelegen. Het slaat nergens op, ik weet het, maar ik ben mezelf even kwijt door deze enorme fout. Ik weet dat Hij van me houdt en mijn zonden heeft gedragen, maar des te verschrikkelijker hoe ik met Hem ben omgegaan. Hoe nu verder?
Antwoord
Inmiddels zijn er op Refoweb diverse antwoorden over het onderwerp: doen van geloften. Als je de zoekfunctie gebruikt (zie ook de artikelen hieronder), kom je diverse antwoorden tegen die je verder kunnen helpen en je vindt er ook diverse verwijsteksten die onderstrepen wat je zelf ook al zegt, namelijk dat je een gedane belofte moet houden. Het is als een eed, die je voor Gods Aangezicht hebt uitgesproken en die je niet mag breken.
Het is altijd verblijdend als mensen zich met een krachtige belofte aan de Heere en Zijn dienst verbinden. Dat kan publiekelijk (belijdenis, doopbelofte) maar ook in het verborgene tussen jou en de Heere alleen. Het kan zijn dat je je zo verbonden weet aan de Heere, dat je daar een speciale belofte bij doet. We vinden dat in de Bijbel o.a. bij Hannah, die een kind van de Heere verbidt en als deze haar geschonken wordt, hem belooft ‘weg’ te schenken om in de tempel te dienen. Bij Jephta na zijn overwinning. Bij Petrus, die de Heere krachtig belooft dat hij Hem niet te zal verlaten (en met hem de andere discipelen!). En zo meer.
Ik heb bewust deze voorbeelden gekozen om aan te geven dat niet in alle gevallen deze belofte nagekomen is (of kon worden). Hannah heeft inderdaad haar kleine Samuel onder de hoede van Eli gebracht toen hij enige jaren oud was; ook Jephta heeft zijn belofte gehouden maar, zoals de meeste verklaarders zeggen op een andere manier dan hij beloofd had. De Heere vraagt geen mensenoffers. Maar wat zou Jephta hebben moeten doen als er een onrein dier uit zijn huishouding hem het eerst had genaderd? Die had hij toch onmogelijk aan de Heere kunnen offeren (zo las ik in een van de antwoorden op Refoweb). En bij Petrus lezen we hoe hij Zijn meester heeft verloochend.
In zijn algemeenheid zou ik willen adviseren als je de Heere een belofte wil doen, dit eerst goed te overdenken. Doe het niet in een opwelling. Bij Hannah kwam het na een jarenlange worsteling in het krijgen van kinderen en een levende verbondenheid aan de troon van God. Bij Jephta kwam het voort uit een diepe dankbaarheid voor God over de verkregen overwinning, maar was spontaan en niet doordacht waardoor het van zijn dochter uiteindelijk een groot en bewonderenswaardig offer heeft gekost. En Petrus had de Heere hartelijk lief, maar ook bij hem weten we hoe zijn belofte geen doordachte, weloverwogen zaak was.
Ik weet niet welke belofte je aan de Heere hebt gedaan. Daarom vind ik het moeilijk om je een gericht advies te geven. Wellicht is het goed als je daar nog eens met je predikant of ouderling of een andere persoon die je vertrouwt in vertrouwelijkheid over spreken kunt. Als de belofte een goede zaak betreft, heeft het altijd zin om hem alsnog in te lossen.
Hoewel dit voorbeeld wellicht niet helmaal op deze situatie slaat wil ik wijzen op Mozes en zijn kinderen. Om een reden die ons niet bekend is, heeft hij bij de geboorte van zijn kinderen nagelaten zijn zoons te laten besnijden. Het gevolg hiervan is dat de Heere Mozes op weg naar Farao in een herberg zoekt te doden (Ex. 4:24). Als zijn vrouw Zippora alsnog de besnijdenis uitvoert, laat de Heere zijn straf varen. Het is altijd beter om een gelofte in te lossen ook al heb je hem aanvankelijk niet gehouden. Een niet ingeloste belofte blijft tussen de Heere en jou instaan, tenzij de belofte niet langer geldig is (een belofte kan ongeldig worden zoals bijvoorbeeld het geval is bij een trouwbelofte als een van beide partners overlijdt). Zo kan ook het houden van een niet ingeloste belofte door gewijzigde omstandigheden onmogelijk worden; je kunt ook een onmogelijke belofte hebben gedaan. Blijft in zo’n geval een schuldbelijdenis van jou voor God nodig.
Dan nog iets over je spijt en schuldgevoel. Je schrijft: Ik weet dat Hij van me houdt en mijn zonden heeft gedragen, maar des te verschrikkelijker hoe ik met Hem ben omgegaan. Daarmee kun je alleen bij de Heere terecht. Belijd hem je schuld en zonde. En als Hij je vraagt: Hebt gij mij lief? Dan wens ik je het antwoord van Petrus toe te mogen uitspreken: “Heere! Gij weet alle dingen. Gij weet dat ik U liefheb.” Dan maakt Hij het weer goed!
Tenslotte nog een welgemeende kritische opmerking. Waar verwacht je het nu van in je leven? Van het feit dat je je houdt aan je beloften? Misschien heeft de Heere je in deze dingen juist wel willen leren dat wij van onszelf niet tot deze dingen bekwaam zijn! Verwacht het toch niet van jouw standvastig geloof en gehoorzaamheid! Wij blijven, ook na ontvangen genade, het toch zo vaak houden op onze werkheiligheid. O, je mag de Heere dankbaar zijn als je bewaard mag worden voor de zonde en je moet ook tegen de zonden strijden en je beloften de Heere betalen. Maar het belangrijkste is dit, wat diezelfde Petrus later schrijft in zijn tweede zendbrief (3:18): “Maar wast op in de genade en kennis van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, beide nu en in den dag der eeuwigheid. Amen.”
Gode bevolen!
J. P. van den Brink
Dit artikel is beantwoord door
J.P. van den Brink
- Geboortedatum:10-06-1960
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Eindhoven
- Status:Inactief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Gods recht is niet anders. We zondigen bewust of (soms) onbewust, maar dat maakt ons niet minder strafbaar. Daarom is een volmaakt leven hier op aarde onmogelijk. God zij dank!!!! Want anders heb ik Jezus nergens meer voor nodig. Zijn bloed niet meer nodig. En dan heb ik ook niets te zoeken in de hemel of de nieuwe aarde, ik ben immers hier al in een 'verlichte' staat en heb het ook nog eens prima met mezelf getroffen.
Je begrijpt dat ik het volledig oneens ben met je exegese en zou je opnieuw met klem willen adviseren de Griekse grondtaal m.b.t. Rom. 3 en 7 eens te bestuderen. Dat kan tegenwoordig ook al online m.b.v. strongs. Dan zul je ontdekken hoever en hoe diep je er naast zit met je ideeën.
@benefietdiner Ik heb niks tegen de humor van Ouweneel. Integendeel. De Bijbel staat bij tijd en wijle bol van Goddelijke humor. Wat ik tegen Ouweneel heb is dat hij Gods Woord niet serieus neemt, die niet gelooft van kaft tot kaft en alleen voor waar aanneemt wat hij zelf verstandelijk kan bevatten. Dat is toch een wereld van verschil met de Engelse en Schotse Puriteinen. Ik lees ze veel, maar aan de diepgang en wijsheid van hun geschriften en preken, kan Willem bepaald niet tippen. Dat wil niet zeggen dat Ouweneel niet ook dingen zegt die wel behartenswaardig en leerzaam zijn. Maar iemand die de het gezag van de Bijbel op belangrijke onderdelen verwerpt en ondermijnt, daar heb ik helemaal niets mee.
Ik las het ja van Bijbelschool in Grönebach. Ging vanuit Heart Cry. Ik mag die mannen Brunt en Baan wel en luister af en toe een Brunt preek. Vooral die van Rom. 6 is super.
Vorig jaar haalden ze Zac.Poonen weer naar Nederland. DIE man zegt nu precies wat ik bedoel !
https://www.youtube.com/watch?v=AnWSR8F_W7M&feature=youtu.be
Ik raad een ieder dan ook aan die preek te luisteren. Buitengewoon!
Ik mag je wel, al zijn we het (helaas) regelmatig oneens. Grieks leren zit er niet ik. Ik ben druk met mijn bedrijf, 52 jaar en het MBO vond ik destijds al moeilijk zat.
Wij zijn het er over eens dat een volmaakt leven (dwz zonder onbewuste zonde) hier op aarde niet mogelijk is.
Ook ben ik het mee eens dat ik onbewust zondig, ik wel schuldig ben en dus de “schade” moet vergoeden d.w.z. als ik bijvoorbeeld iemand bezeer of te na kom met mijn woorden of daden, dit moet herstellen (als dat kan) d.m.v. excuses of vragen vergeving bijvoorbeeld. Ik elk geval moet ik mij zelf (als ik er nadien achter kom) oordelen (dat heet de werkingen des lichaams doden).
Echter, ik ben van mening dat voor wie in Christus Jezus zijn, Hem volkomen toegewijd leven, er geen veroordeling is, conform Rom 8: 1 Immers zo’n iemand wil er goede, zal door de geest vroeg of laat worden gewezen op de slechte uitwerking en zichzelf ALTIJD ALSNOG oordelen, die zonde alsnog afkeuren / doden. En wie zich zelf nu oordeelt valt later niet onder het oordeel.
Bovendien houdt het daar niet op; verderop staat: “3 Want wat de wet niet vermocht, omdat zij zwak was door het vlees – God heeft, door zijn eigen Zoon te zenden in een vlees, aan dat der zonde gelijk, en wel om de zonde, de zonde veroordeeld in het vlees, 4 opdat de eis der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, doch naar de Geest. 5 Want zij, die naar het vlees zijn, hebben de gezindheid van het vlees, en zij, die naar de Geest zijn, hebben de gezindheid van de Geest.6 Want de gezindheid van het vlees is de dood, maar de gezindheid van de Geest is leven en vrede. 7 Daarom dat de gezindheid van het vlees vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich niet aan de wet Gods; trouwens, het kan dat ook niet: 8 zij, die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen. 9 Gij daarentegen zijt niet in het vlees, maar in de Geest, althans, indien de Geest Gods in u woont. Indien iemand echter de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe. 10 Indien Christus in u is, dan is wel het lichaam dood vanwege de zonde, maar de geest is leven vanwege de gerechtigheid”.
Hier staat dus duidelijk over mensen die in het vlees zijn (al of niet zgn christenen). Zij hebben de geest niet en leven daar niet naar en zij kunnen Hem niet behagen.
Wij die (dagelijks trouw) naar de geest leven wel. En deze geest zal ons leiden naar de volle waarheid, stapje voor stapje een levensproces lang. Vers 14: “Want allen die door der Geest Gods geleid worden zijn zonen Gods”.
vers 29: “Want die Hij tevoren gekend heeft, heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld zijns Zoons, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broederen; 30 en die Hij tevoren bestemd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt”.
Daar ga IK voor!
Zij die naar de Geest wandelen hebben dan geen vergeving voor bewuste zond meer nodig maar hebben Jezus wel nodig voor reiniging van zonde hebben (onbewuste zonde) en des te meer als voorloper en hogepriester. Overigens is de voortdurende aanwezigheid van de heilige geest dan des te meer een noodzaak en wij weten dat God en de Jezus en de HG één zijn.
Ik begrijp dat velen dit boven de pet gaat omdat dit (kruis) zwaar lijkt of omdat het onbekend is doordat het weinig wordt gepredikt (Poonen wel te bekijken via de site van HeartCry) maar ik heb er geloof voor en bij mij werkt het, God zij dank, wel.
Ik wil Vraagsteller bedanken voor de “aanleiding” en @Omega voor de reacties. Het schrijven heeft mij zelf opgebouwd en hopelijk helpt het ook anderen.
Ik ervaar het ook zeker als een waardevol gesprek waar ik door word opgebouwd.
Ook zie ik nu beter wat het betekent om heilig te zijn voor God - 'heilig', d.w.z. door Hem 'apart gezet', uit de wereld overgeplaatst IN Jezus Christus.
Het oude is voorbijgegaan; Hij is iets nieuws begonnen, zelfs in mij, arme zondaar.... Wat een genade dat ik het nu ook af en toe zo mag ervaren!
In Rom 7 en 8 heeft Paulus het over drie verschillende soorten mensen. 1. Hijzelf ("ik ellendig mens" enerzijds en "ik dank God, door Jezus Christus", anderzijds; oftewel de tweemens Paulus. 2. De gelovigen: "Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest." 3. De ongelovigen: "Want die naar het vlees zijn, bedenken, dat des vleses is; maar die naar den Geest zijn, [bedenken], dat des Geestes is."
Voor die laatste is er geen vergeving, tenzij ze zich bekeren. Voor Paulus en de andere gelovigen is er iedere dag vergeving, steeds weer opnieuw en ook steeds weer opnieuw nodig. Zegt de Bijbel: "En het gebed des geloofs zal den zieke behouden, en de Heere zal hem oprichten, en zo hij zonden gedaan zal hebben !!!!, het zal hem vergeven worden" (Jac. 5:15). Het gaat hier om een gelovige. Ja zelfs het volmaakte gebed dat iedere gelovige (ook) geacht wordt te bidden vraagt de Vader om de dagelijkse vergeving: "En vergeef ons onze zonden; want ook wij vergeven aan een iegelijk, die ons schuldig is." Een van de meest bekende kinderen van God in de Bijbel, koning David, vraagt er ook om in Psalm 6: "O HEERE, straf mij niet in Uw toorn, en kastijd mij niet in Uw grimmigheid! Wees mij genadig, HEERE." Vergeving = genade vragen en krijgen. Het lijkt me dat de Bijbel toch wel verstand van zaken heeft ;-)
Kortom, vergeving is niet eenmalig, maar net zo nodig als ons dagelijks brood. Als we geen vergeving meer nodig hebben, hebben we ook het vergevende bloed van Christus niet meer nodig en is Hij volkomen overbodig geworden.
Over HeartCry heb ik zo persoonlijk contact met je.
Wij spaken elkaar zojuist door de telefoon. Ik vond dat opbouwend en verhelderend. Bedankt daarvoor. Ik waardeer jouw uitleg en oprechtheid en inzet o.a. op Refoweb en de manier waarop je dat brengt.
Inhoudelijk hebben wij verschillende inzichten. Moet kunnen toch?!
Toch weet ik één ding. Ik houd mij aan het Hoofd Christus en ben van zin daarin voort te gaan en zo meer naar hem toe groeien. Als jij dat ook doet dat ook dan smelten wij op een gegeven moment samen dat kan niet anders.
“Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van Jezus,zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde” (1 Johannes 1 :7)
Met hartelijke broeder groet.
Cors de Kort
HEERENVEEN – De mens mag volgens dr. W. J. Ouweneel niet bij de rechtvaardiging blijven staan. „Hij houdt op aarde zijn zondige natuur, maar hij is niet langer in de mácht van de zonde.” Dr. J. Hoek: „Ieder overwinningsleven dat aan het kruis voorbij wil zijn, valt ten prooi aan hoogmoed.”
Beide theologen gaan in discussie met elkaar in het vorige week verschenen boek ”Gereformeerden en evangelischen. Overeenkomsten en verschillen in actueel perspectief” (uitg. Medema, Heerenveen). Beide theologen verschillen vooral van mening op het punt van rechtvaardiging en heiliging, doop en verbond.
De uitdrukking ”rechtvaardiging uit geloof” staat in de evangelische traditie veel minder centraal dan in het protestantisme, stelt dr. Ouweneel. De evangelische traditie sluit volgens hem meer aan bij de oosters-orthodoxe traditie, waar het meer gaat om de overwinning op satan, het herstel van het beeld van God in de mens en de rol van de Heilige Geest daarbij.
Dr. Ouweneel ziet binnen het protestantisme een relatief geringe plaats voor de Heilige Geest vergeleken met de evangelischen. „Tegenover het arme zondaarsgeloof dat veel traditioneel-protestants denken kenmerkt, staat de evangelische nadruk op een geheiligd overwinningsleven, niet in eigen kracht, maar in de kracht van de Geest.”
Volgens dr. Hoek is er echter sprake van een hardnekkig misverstand wanneer de gereformeerde geloofsbeleving als het arme zondaarsgeloof wordt getypeerd tegenover geheiligd overwinningsleven. De jubel van Romeinen 8 volgt niet chronologisch op de klacht van Romeinen 7, maar het gaat hier om een samenklank die gaandeweg wordt verdiept. „Het drááit in het christenleven om de rechtvaardiging, terwijl het gáát om de heiliging en de verheerlijking.”
Dr. Ouweneel erkent dat rechtvaardiging belangrijk is, maar God heeft de christen veel méér gegeven. Hij ziet de rechtvaardiging als iets wat behoort bij het fundament, niet bij het gebouw. „Daarom vind ik gelijkvormigheid met Christus, het eeuwige leven als een tegenwoordig bezit, intimiteit met God, vervulling met de Geest en dergelijke belangrijker dan de rechtvaardiging.” Het gaat volgens hem eerst over de positie van de christen in Christus en daarna de praktische heiliging en rechtvaardiging. Hij vindt de betekenis van de Heilige Geest in het praktische christenleven in de westerse traditie „enorm verwaarloosd”, al komt er „gelukkig” een kentering. Daarom is het geen wonder dat veel christenen zich meer in Romeinen 7 (negatieve ervaringen met heiligmaking) dan in Romeinen 8 (vrijgemaakt van de zonde, vervulling met de Geest) thuisvoelen.
De christen is niet langer in de mácht van de zonde; door de kracht van de Heilige Geest hóéft hij niet langer te zondigen, aldus dr. Ouweneel. Heiliging is niet iets negatiefs (de zonde eronder krijgen), maar juist iets positiefs: gelijkvormigheid aan God of Christus.
Dr. Hoek erkent dat de gelovige de status van gerechtvaardigde én van heilige heeft: in Christus is hij een nieuw schepsel. In de heiliging streef ik ernaar te wórden wat ik in Christus ben. Is bij evangelischen de rechtvaardiging niet te veel een doorgangsstadium in een groeiproces? zo vraagt hij zich af. Er is een klein beginsel van gehoorzaamheid (Heidelbergse Catechismus), maar dat heeft een krachtig „ferment”: het naar álle geboden Gods willen leven.
Dr. Ouweneel noemt het een misverstand dat in de heiliging de christen steeds beter wordt. De christen wordt juist steeds volwassener. „Heiliging betekent niet zozeer dat je steeds sléchter van jezelf denkt, maar eerder dat je steeds mínder aan jezelf denkt en steeds meer aan Christus.” Het Nieuwe Testament spreekt nooit van een strijd tegen de zonde ín de gelovige, maar over de zondige machten búíten hem. Dr. Ouweneels grootste probleem met de gereformeerde leer van de rechtvaardiging en heiliging is dat deze nog zo veel over zonde en te weinig over Christus gaat.
Gereformeerden leggen volgens dr. Ouweneel zozeer de nadruk op de continuïteit van het Oude en het Nieuwe Testament dat de kerk als het geestelijke Israël wordt gezien. Dit is vervangingstheologie, aldus dr. Ouweneel. „Zolang men de babydoop als teken van het verbond en als in de plaats van de besnijdenis gekomen acht, is men nog gevangen in het vervangingsdenken. De kwestie van de doop (babydoop of geloofsdoop) is dan ook hét belangrijkste geschilpunt tussen gereformeerden en evangelicalen, doordat deze kwestie met zo veel andere theologische thema’s blijkt samen te hangen.” Dr. Hoek stelt dat wanneer de heidenen in Christus deel hebben aan het vernieuwde verbond met Abraham, er geen sprake is van vervangingsdenken, maar van „verbredingsdenken.”
De twee theologen botsen vooral op het punt van verbond en doop. De principiële keus om de kinderdoop te aanvaarden, is volgens dr. Hoek gefundeerd in de overtuiging dat God het nieuwe verbond behalve voor Israël ook voor christenen uit de heidenen heeft bestemd. Het verbond is op wederkerigheid aangelegd, zodat de doop van kinderen pas voltooid wordt wanneer het kind tot persoonlijk geloof en belijden komt.
Dr. Ouweneel noemt het gereformeerde verbondsdenken „door en door oudtestamentisch.” „Er is met de gemeente simpelweg nooit een verbond gesloten”, zo poneert hij. Gereformeerden hadden de verbondsleer volgens hem „nodig” in hun strijd tegen de wederdopers om de kinderdoop –achteraf– te legitimeren. Het Koninkrijk Gods is zijns inziens een veel universeler begrip in de Bijbel.
Dr. Hoek typeert zijn visie als „vervullingsleer.” In Christus komen de wegen van Jood en heiden bijeen. Doop en besnijdenis doelen beide op de opname in de gemeenschap van het volk van God, en daarom worden de kinderen erin meegenomen. De besnijdenis beeldt een voluit geestelijk heil af dat in de kern niet verschilt van het heil in Christus.
De theologen kruisen ten slotte de degens over de christen en de wet (onder de meer de plaats van de zondag) en kerk en ambt. Volgens dr. Ouweneel is in deze tijd van „brede ontwikkeling, democratisering en mondigheid” de figuur van de dominerende predikant achterhaald. „Men mag nóg zo’n hoogkerkelijke ambtsopvatting huldigen, deze werkt in de praktijk gewoon niet meer.”
Dr. Hoek kiest voor een „heilzame samenhang tussen het ambtelijke en charismatische.” Het ambt is een gave Gods aan de gemeente en heeft alles te maken met roeping. Kerkenraden moeten echter geen tweedeling in de gemeente scheppen tussen ambtsdragers die de dienst uitmaken en een onmondige gemeente. De leidinggevenden coördineren alle gaven in de gemeente en zorgen ervoor dat mannen én vrouwen in hun diversiteit en gelijkwaardigheid worden ingeschakeld in de opbouw van de gemeente.
http://www.rd.nl/kerk-religie/tussen-rechtvaardiging-en-overwinningsleven-1.640349
De heiligingsleer van CorsdeKort is een aanvulling op de gereformeerde belijdenis zoals Omega dat verwoord en een aanvulling op de HC en DL. Het leven door het geloof in Christus is geen verdere fase van het geestelijke leven volgend op de verzoening met God en de rechtvaardiging door het geloof, maar betekent juist een blijven daarbij.
Wie leeft door het geloof, roemt niet in de vruchten van de Geest in hem gewerkt, maar in het bloed van Christus Die hem heeft liefgehad en Zich voor hem heeft overgegeven. Een nauwere wandel met God betekent niet dat men de klacht over het eigen zondige ik achter zich laat, maar dat die klacht juist dieper wordt.
Volgens CorsdeKort is de rechtvaardiging door het geloof slechts het begin van het geestelijke leven. Wie daarin blijft steken, leeft onder de maat. De Gekruisigde is de verzoening van het verleden van een christen en de Opgewekte zijn leven voor het vervolg. Wie niet uit de overwinning van de opgestane Christus leeft is een vleselijk christen. In dit overwinningsleven laat de christen de klacht over de zonde achter zich en wordt door Zijn tegenwoordigheid elke zonde ten onder gehouden.
Het zou geweldig zijn als we elkaar daarin konden vinden.
Dank CorsdeKort en Omega
Ik verlangde naar een overwinningsleven
http://www.brunstad.org/nl/christelijke-films/ik-verlangde-naar-een-overwinningsleven
Wanneer je de Heere lief hebt en dicht bij Hem leeft, komt er een groot verlangen om niet te zondigen en is die zonde ook bitter. Maar dat is het einde niet! We moeten als gelovigen niet blijven hangen in: we zijn nou eenmaal zondaren tot onze laatste snik... ik heb nou eenmaal een driftig karakter... ik ben nou eenmaal ongeduldig... het zit in mijn karakter...
Ook ons karakter en onze erfelijke zonden wil de Heere aanpakken. Zijn bloed is ook gestort om ons een nieuw leven te schenken. Heel duidelijk staat er in Galaten dat we de nieuwe mens met zijn werken moeten aandoen en de oude mens moeten afleggen, we moeten ons denken vernieuwen. En dat wil de Heere ook helemaal zelf voor doen. We moeten het 100% van Hem verwachten, al gaat het niet zonder onze inzet. Wil je meer geduld? Vraag het van Hem! Wil je van je driftbuien af, vraag het Hem. Hij kan het zomaar van de één op de andere dag van ons afnemen! Dat kan! Vaak gaat de Heere het doen in een proces van afleggen van de zonde en aandoen van de nieuwe mens, als een bewuste strijd die we dagelijks in liefde voor Hem voeren. Heerst er een zonde in je leven? Schrijf de teksten op wat de Bijbel er over zegt en leg het elke morgen bewust af en richt je op wat God wil.
Om te kunnen afleggen hebben we de krachtige werking van de Geest nodig. En daar kunnen we ook om vragen! Maar wanneer kan de Geest echt doorwerken? Wanneer we alles van onszelf willen offeren. Wie zijn leven verliest, zal het behouden. Leven we in een leven van overgave? Mag Hij alle delen van ons hart hebben? Ook dat stukje wat je soms koestert?
De Heere vraagt van ons een toegewijd en volkomen hart en als we merken dat de zonde over ons heerst, zullen we dit direct bij de Heere moeten brengen. Zodat de Heere het in ons zal veranderen. Want er staat duidelijk in de Bijbel dat de zonde over ons niet mag heersen. Kortom: wij mogen niet overgeleverd zijn aan de zonde maar wij moeten erover heersen. En dan word dat lijden... afsterven aan onszelf. Onze zelfzucht, eerzucht, egoïsme en eigenbelang kruisigen... de oude mens moet aan het kruis. En willen we dat?! Wanneer je niet ten diepste van al je zonden af wilt, heb je geen overgegeven leven. Dan heb je misschien wel een Vergever maar geen Bevrijder. Maar het zou toch wel heel erg zijn als we wel geloven dat God onze zonden wil vergeven maar ons niet van de macht van de zonde wil bevrijden. Daarom moeten we ons gelovig aan Hem leren toevertrouwen dat Hij het uit ons zal werken. Wij moeten voortdurend verwachten en voortdurend geloven dat de Heilige Geest het in ons zal doen, een soort achterover leunen op Gods genade in een vurig verlangen.
Zondig je dan nooit meer? Zover zou ik niet willen gaan, maar je leven veranderd wel. Wanneer je elke zonde op Hem werpt en elke strijd voor gestreden houdt door Zijn Geest ga je ook de kracht merken van Gods Geest in je leven. Dan kun je wel stoppen met roken of stoppen met die driftbuien. Dan kun je wel geduldig omgaan met je kinderen. Als je gelooft dat het realiteit is dat Christus in je leeft en jijzelf niet meer, zal dit ook zichtbaar worden. Maar het geeft ook strijd. Want je moet jezelf echt voortdurend kruisigen en dat is vaak echt lijden. Want als je jezelf niet meer mag handhaven betekent dit vaak dat je je dus oneerlijk laat behandelen met het oog op de onderlinge liefde en vrede. Mag je dan niet meer voor jezelf opkomen? Je mag de waarheid wel zeggen maar dit moet altijd voorzichtig en in liefde. Wanneer je boos wordt en lelijk of hoogmoedig reageert, zit je alweer verkeerd. Wanneer het verlangen er is om heilig te leven, kunnen kleine zonden (de ondertoon of de gedachten die je ergens bij hebt) je al dwars zitten en moet je ze alweer belijden. Wie in het Licht wandelt gaat ook licht krijgen op de werken van het vlees in je eigen leven. Wat ik bij mezelf ook merk is dat er dan nog meer komt wat moet veranderen... en dat dit geen zware last is maar een groot verlangen, ik wil er graag vanaf... wat ben ik blij dat ik het niet zelf hoef te bewerken, me hard moet inspannen! Maar het doet ook pijn als ik dan wel gezondigd heb... want zonde is voor mij nooit meer goedkoop. Maar ik vertrouw en geloof dat de Heere mijn leven verder gaat vernieuwen, veranderen... het oude is voorbij gegaan... ik jaag naar de heiliging... als Jezus te worden... om weer te voldoen aan het beeld zoals Hij ons schiep.. voor Hem te leven, Hem te eren... God aangenaam te zijn en voortdurend te bedenken wat boven is war Christus is... te weten dat Hij de werken die Hij voorbereid heeft in mijn leven uitwerkt. halleluja!
We moeten ons echt afvragen of we leven in het Licht.. dat betekent dus heel dichtbij Hem... want als we nog tevreden zijn met een zondig leven leven we niet dichtbij Hem! Ook al kennen we Hem wel. Hij wil ons meer geven, en wie veel vraagt en veel verlangt krijgt veel. Daarom moeten we in onze gebeden veel vragen, ons gelovig aan Hem toevertrouwen en Hem in alle facetten van ons leven laten werken.
Wanneer we buiten Hem leven, onze stille tijd verzaken en de zonde toelaten, deze niet belijden kan God het soms nodig achten om ons terug te roepen.. dat kan soms op een onaangename manier. Ik zie dat niet als straf op de zonde maar als dat steentje wat de herder naar het schaap schiet, dat doet wel pijn maar brengt het schaap terug.
Ook kan de Heere ons geloof willen versterken en beproeven, dan laat Hij moeilijke dingen toe waardoor we ons dichter aan Hem vastklemmen en bepaalde zonden dan wel moeten afleggen.
Alle dingen, ook de moeilijke, werken zo mede ten goede! Het gaat daarom ook nooit verkeerd... vertrouw op Hem altijd! Ook in de storm, kan je dan nog rustig slapen... te weten dat niets ons kan deren omdat Hij voor ons zorgt en onze tijden en gelegenheden in Zijn handen zijn!
Hartelijk dank dat je dit met ons wilde delen.
Buitengewoon opbouwend, een verkwikking voor mijn geest!
Maar dat betekent niet dat ik de persoon blijf die ik was voor mijn bekering (dat KAN zelfs helemaal niet), of een idee aanhang dat ik onveranderbaar ben. Integendeel. Ik verander - word veranderd. Dat is een proces. Het gaat langzaam.
Denkend over het onderwerp vind ik de grootste bevrijding telkens weer dat het uiteindelijk helemaal niet over mij en mijn zonden gaat:
het gaat om Jezus Christus alleen.
https://www.youtube.com/watch?v=R8Ne1H3jxpc
En dan voegt ons 'heilig' leven niets meer toe aan onze zaligheid, maar dan is het een vreugdevol leven uit dankbaarheid. Niet omdat het moet, maar omdat ik niet anders meer wil. Oftewel, ik herhaal het nog maar een keer: heiliging is niets anders dan de dagelijkse levendmaking.
Ik denk dat ik wel weet hoe je het bedoeld, maar Jezus kwam voor onze ellende en onze zonde, dus in Zijn werk gaat het nou juist daar wel over.
Als we eens in kon leven hoe diep zijn lijden was om jouw zonden, zouden we nooit meer lichtvaardig over zonde praten. Juist in deze lijdenstijd is het goed om daar eens bij stil te staan. Dichtbij de Heere leven gaat nooit samen met de zonde, dus als het je om Jezus te doen is, zal er ook echt iets met de zonde gedaan moeten worden. En dan komt het belangrijkste: We mogen Jezus niet zien als een Middelaar die elke dag dezelfde zonden vergeeft en wij leven er in door omdat we denken dat we ze niet kunnen laten... natuurlijk vergeeft Hij wanneer we ze belijden (wat een geduld zeg!), maar ik vind het zo wonderlijk dat Jezus met Zijn Geest meer wil doen dan vergeven. De Spreuken zegt zelf: 'Wie zijn zonde belijdt en laat, die zal barmhartigheid verkrijgen!!!" Kan dat dan? Ze laten??
Heel veel christenen kunnen de Heere lief hebben, vergeving van hun schuld hebben ontvangen, en toch de wereld aan de hand houden. Zondige tv programma's, films kijken die net niet door de beugel kunnen, zichzelf handhaven ten koste van de naaste en hun zonden niet belijden aan degene tegen wie ze gezondigd hebben, carrière maken ten koste van anderen enz. Jakobus is daar heel duidelijk over: dat kan niet samen gaan!!! En dat kan ook niet. Ik zeg niet dat je geen kind van God kunt zijn als je je zo gedraagt, maar het hoort zo niet te zijn. Een kind van God moet een groot verlangen hebben Hem gelijkvormig te zijn.
Ik geloofde eerder ook altijd in een Vergever... leefde vleselijk en had geen leven dichtbij Hem... ik was al gearriveerd en binnen. Ik vrees dat er velen zo leven, licht of zwaar. De Heere heeft meerdere keren mij tot inkeer proberen te brengen, maar ik luisterde niet, koppig als ik was. Tot Hij een ernstige angststoornis toeliet in mijn leven. Deze bracht me zo in de nood, dat ik het leven helemaal niet meer zag zitten. Een halfjaar lang heb ik getobd, ondertussen was een vriendin voor mij aan het bidden. Ook andere mensen zijn voor mij gaan bidden en God gaf een weg. Een groot verlangen kwam er om dan een weg van Hem af te bidden. Al wist ik helemaal niet dat dit kon, dat Hij me hieruit kon bevrijden. Ik zag Hem alleen als Vergever. In die periode was in mijn dagboek psalm 119 aan de beurt... Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad! Uw geboden heb ik lief en ik zoek Uw waarheid, en de leugen haat ik! Twee weken lang werd ik door deze psalm gevoed en toen brak Zijn Licht door, ineens wilde ik mijn hele leven voor Hem gaan geven, er kwam zo'n liefde voor Hem en groot verlangen Hem aangenaam te zijn, de hele dag zong ik en kon niets mijn hart zo verheugen... er kwam zo'n geweldige vreugde in mijn hart. Twee dagen duurde dit! En daarna kwam het 'gewone' leven weer.
Opnieuw kwamen de verzoekingen en moest ik leren nu in de praktijk te brengen wat mijn hart zo verlangde... mijzelf over te geven in zijn Vaderhanden. Hem te vertrouwen, altijd... te geloven dat er bij Hem rust is, dat daadwerkelijk Zijn oog op mij rust en Hij mij leidt door Zijn raad. Het is alsof je in het diepe springt op het moment dat je zo verzocht wordt. Als de satan mijn gedachten vult met leugens. Alles in je vlees wil dan zelf de controle, zelf bepalen en de rust ergens anders zoeken. En als ik dan toch toegegeven heb, wat helaas wel eens gebeurd als ik niet waakzaam ben, dan moet ik mijn oude mens echt ernstig toespreken en m dwingen aan dat kruis te gaan. Dat vind mijn oude mens echt geen pretje en sputtert flink tegen, maar tegen die oude mens in maak ik mijzelf gewillig te kiezen voor de overgave. Dan moet ik dat in gebed doen door de kracht van de Geest ander lukt me dat echt niet. Dan belijdt ik: niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij en de Geest leidt mij en niet die nare gedachten uit mijn vlees of van de satan. Dan laat ik het los, blindvarend op Gods goedheid en leiding. Dan wijkt de verzoeking en komt er zo'n heerlijke rust!
Het besef dat in Hem de vrijheid is, is voor mij zo'n openbaring. Na maanden psychologische hulp, christelijk ook nog eens, was ik ten einde raad. Maar o wat ben ik dankbaar dat Hij mensen op mijn pad stuurde die mij lieten zien wat er werkelijk aan de hand was. Ik vond mijzelf het belangrijkste. Om mijzelf maak ik me het meeste druk, hoe egoïstisch. En dat leg ik af! Steeds weer... en wanneer ik het gekruisigd heb, komt er altijd rust! Ik wil mij allen nog voeden met de waarheid van het Woord en niet meer met mijzelf en de wereld. En als dat betekent dat ik af moet zien van alles van mezelf, dan wil ik dat! Ik ben die oude mens met zijn werken echt spuugzat. Hij levert niks op dan alleen ellende. Dan liever geen eigen verlangens meer, geen eigen toekomst meer willen bepalen, maar elke dag met Hem leven en vandaag in Zijn koninkrijk werken. En als er dan moeilijk dingen komen, wil ik alleen maar vragen: wat wilt U mij leren Heere, ipv mij te verzetten omdat het niet gaat zoals ik dat wil. Te vertrouwen dat alle dingen mee werken ten goede, ook die verzoekingen. Al heeft Hij me beloofd dat deze verzoekingen eens voorbij zullen zijn, die bevestiging heb ik uit de Schrift gekregen. Maar nu is het er nog bij tijden, en dat is dan een smeltkroes voor mij... het louteren is lijden voor mij in het vlees maar de Smid staat erbij en kijkt wanneer Hij zijn Eigen Beeld kan zien in het goud... dan pas zal Hij me uit dat vuur halen.
De Heere heeft ook wonderlijk bevestigd dat Hij voor mij zorgt... Hij verhoort mijn gebeden, geeft wonderlijk stukken uit de Bijbel als ik nood heb... Hij is het pad al gegaan wat ik moet lopen, Hij is mij voor gegaan, Hij zal mij veilig leiden.
Waar mijn leven vroeger van de ene ruzie naar de andere vloog, is er nu nog sporadisch ruzie... en als de ander mij nu oneerlijk behandeld ga ik eigenlijk nooit meer in de aanval, maar vraag ik: wat kan ik voor je doen, hoe kan ik dit voor je oplossen.. En ja.. dan doe ik inderdaad nog wel eens iets om een probleem op te lossen wat in mijn ogen helemaal niet mijn schuld is... maar zo is het probleem wel opgelost... of de ander dan misbruik van me maakt? Misschien wel... maar is dat erg dan?
Mag je dan nooit meer voor jezelf opkomen? Nou... minder vaak dan je zelf denkt. Want wordt zo het conflict opgelost? Jezus was altijd gericht op liefde en vrede.. moet je dan voorbij gaan aan de fouten van een ander, wat ten koste gaat van jou? ja vaak wel... het is een sieraad om aan een overtreding voorbij te gaan.... staat in Spreuken 19. E vergevingsgezindheid moet ons hoog in het vaandel staan, ook als de ander daar helemaal niet op gericht is.
Soms is het wel nodig om een ander terecht te wijzen, maar dan moet je wel zeker weten of dit ook Gods weg is. Het mag er namelijk nooit omgaan jezelf te handhaven, nooit. Het moet altijd tot opbouw van de ander zijn! En in liefde voor de ander.
Ik zeg niet dat mij dit altijd lukt, ik zie mijzelf vaak struikelen maar mijn verlangen is wel dat de Heere dit verandert, verwacht dit ook van Hem. Dat Hij mij ook hierin gelijkvormig maakt aan Hem.