Zoon moet van school naar de kapper
B.S. van Groningen | Geen reacties | 04-01-2017| 08:09
Vraag
Onze zoon van 15 heeft zijn haar langer dan gemiddeld. Persoonlijk vinden wij dat als ouders geen probleem. Het is een lieve jongen die op school totaal geen moeilijkheden veroorzaakt en altijd goed meedoet met de lessen. Nu heeft de reformatorische school waar hij op zit aan ons als ouders gevraagd of hij, conform de schoolregels, zijn haar laat knippen. Wij hebben de reglementen van de school nagekeken en daar staat niets over haardracht, alleen kledingregels. Daar houdt hij zich prima aan.
Daarnaast hadden oudvaders, die op deze school in hoog aanzien staan zoals Wilhelmus a Brakel, Thomas Boston en John Bunyan, haar dat net zo lang was. De school heeft dan als argument: goed fatsoen. Maar dan zouden deze oudvaders ook onfatsoenlijk zijn geweest. Mag dan de school eisen dat het haar van onze zoon wordt kortgeknipt, ondanks dat dit nergens in de reglementen vermeld staat?
Antwoord
Beste ouders,
Ik heb lang geaarzeld om uw vraag te beantwoorden. Waarom? Omdat ik niet kan nagaan wat in de schoolregels van uw school staat. Momenteel geef ik nog enkele uren les op een andere Reformatorische school. Daar wordt wel degelijk over haardracht, kledingregels etc. gesproken. In de praktijk blijft het best moeilijk om consequent te zijn.
De tweede reden waarom ik het niet gemakkelijk vind om te antwoorden is het feit dat u het uiterlijk van Brakel, Boston en Bunyan aangrijpt om de haardracht van uw zoon te legitimeren. Wanneer u de geschriften echt bestudeert, dan komen wezenlijker zaken naar voren, die ver boven het uiterlijk uitstijgen. Voor mij is het ook niet helder, waarom men in die tijd dit uiterlijk vertoonde. Maar om nu hen er bij te halen om gelijk te krijgen vind ik niet erg solidair met de school. U hebt er voor gekozen, dan moeten we ook regels accepteren, ook al hebt u er misschien zelf geen probleem mee. Uw conclusie dat de oudvaders onfatsoenlijk zijn geweest laat ik daarom voor uw rekening.
Wat ik me niet kan voorstellen is dat de school eist om het haar korter te laten knippen en dit nergens beschreven is. Paulus keurt in 1 Korinthe 11 het hebben van lang haar af. Maar is dit een scheppingsordening, geldt dit voor altijd en voor iedere cultuur? Dan zou ik in conflict komen met godvrezende dominees in de tijd van de Nadere Reformatie. Ook deze mensen leefden in een bepaalde tijd en cultuur en zij waren geen heiligen. Er zijn ook predikanten uit die tijd, die heftig tegen het lange haar hebben gestreden.
Wat ik wel belangrijk vind is, dat de Bijbel ons leert geen aanstoot te geven (Romeinen 14:13 en 2 Korinthe 6:3). Wanneer we tot eer van God willen leven, dan is het goed om in gezin, kerk en school de eenheid te bewaren. De satan is er altijd op uit om op deze aarde alles in de war te sturen. Juist als het gaan over onbelangrijke zaken probeert hij verwarring te stichten. En we gaan dan aan het hoofdgebod van Gods Woord voorbij: Hem lief te hebben boven alles en onze naaste als onszelf. Dat kan wel eens zelfverloochening betekenen. Zelf geen probleem hebben met bepaalde zaken, maar om de vrede te bewaren het toch nalaten. Er kan een bepaalde cultuur zijn die gegroeid is, maar je aanpassen aan deze cultuur is alleen goed als deze cultuur de Bijbel aan zijn kant heeft.
Tot slot maak er geen drama van, deze zaken betreffen niet onze zaligheid. Laten andere zaken de voorrang krijgen die het waard zijn om naar te leven.
Mijn laatste opmerking: erkennen we nog het gezag van kerk en school. In de HC lees ik: dat ik mijn vader en mijn moeder en allen die over mij gesteld zijn, “alle eer, liefde en trouw bewijze en mij hunner goede leer en straf met behoorlijke gehoorzaamheid onderwerpe, en ook met hun zwakheid en gebreken geduld hebben, aangezien het Gode belieft ons door hun hand te regeren.”
Hopelijk hebt u begrepen dat ik uw vraag niet uit de weg ga, maar wel probeer te wijzen op zaken die u meer aan het hart zouden moeten gaan. Van een jongen die zegt de Heere te vrezen, las ik onlangs dat het voor hem geen vraag was of lang haar mocht of niet mocht, maar dat hij door zijn uiterlijk geen sta in de weg zou zijn voor anderen. Het gaat niet om mijn eer, maar om de eer van de Koning.
Met hartelijke groeten,
B. S. van Groningen
Dit artikel is beantwoord door
B.S. van Groningen
- Geboortedatum:25-04-1951
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Hendrik-Ido-Ambacht
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Oud-godsdienstleraar Wartburg College, docent Cursus Godsdienst Onderwijs (Bijbelkunde) en ouderling.