Verbond en doop in Gereformeerde Gemeenten
Ds. C. Harinck | Geen reacties | 30-12-2016| 14:36
Vraag
Door mijn huwelijk ben ik in een behoudende PKN-gemeente terecht gekomen, hetgeen ik als een voorrecht beschouw. Nee, ik schop zeker niet naar de Ger. Gem. was ik uit kom. Ook daar heb ik nog steeds grote waardering voor. Wel intens verdriet om een veelal bedekt evangelie. In de PKN hebben wij weer verdriet om andere zaken. Zo leerden wij ook: het is nergens volmaakt.
Omdat ik nu zwanger ben, zijn we enorm veel met de doop bezig en voelen we ontzettend de verantwoordelijkheid voor ons kindje. We lazen een boekje van ds. Van Kooten over de doop en van ds. Van den Belt. Dit heeft ons erg bemoedigd. Maar we lazen ook in een dagboek van de Ger. Gem., met als titel “Even stil”, twee hoofdstukken over adoptie en ingelijfd zijn. Als wij daar samen goed naar kijken, kunnen wij niet anders lezen dan dat de Ger. Gem. de adoptie en het inlijven pas ziet na de wedergeboorte. Dit komt ook wel overeen hoe ik dit altijd heb geleerd. Daarom is het ook zo ontzettend moeilijk voor mij om die rijkdom die ik lees over adoptie en inlijving van die andere schrijvers die ik noem te ontvangen. De blokkade die ik heb in mij doordat ik dit nog nooit zo gehoord heb, is enorm. Wij hebben het hier zo moeilijk mee. Klopt het dat dit dan ook alles te maken heeft met de visie op het verbond en de doop?
Mijn hart zegt: blijf in de PKN, want ik voel dat ik gevoed word, dat de zon heel erg langzaamaan meer mag opkomen aan de horizon. In de Ger. Gem. was ik altijd onzeker, twijfelend en moedeloos, altijd in mezelf ronddraaien. Dit komt ook doordat ik sterk gevormd ben door (een) bepaalde predikant(en). Maar we zijn zo enorm bezig, met welke visie wij ons kindje -dat in mij groeit- wij willen groot brengen. Klopt het dat in de Ger. Gem. de adoptie (troost van de doop in de hervormde kerk) pas na de wedergeboorte wordt geplaatst?
Antwoord
Beste vraagstelster,
Laat ik beginnen met te zeggen dat het mij goed doet dat jullie reeds over het ongeboren kind zorg hebt. De grootste zorg moet zijn dat dit kind een ziel heeft en zoals het doopformulier zegt: met ons in zonden ontvangen en geboren is en alleen dan het koninkrijk Gods kan ingaan als het van nieuws wordt geboren. De gebeden en de opvoeding van ouders zijn daarbij niet zonder vrucht. God heeft beloofd dit te zegenen. Kijk maar naar Gen. 18:19. Het is een gelukkig kind dat met David kan zeggen: “Op U ben ik geworpen van de baarmoeder af”, Psalm 22:11.
Er is over verbond en doop veel getwist. Er zijn verschillende visies. In de Ger. Gemeente wordt sterk gewezen op het wezen van het verbond en dat betreft de uitverkorenen. Zij zijn wezenlijke verbondskinderen. Dat blijkt uit hun bekering en geloof in Jezus Christus. In de Chr. Ger. kerk spreekt men van drie verbonden. Naast het werkverbond spreken zij van een eeuwig Genadeverbond, waarin alleen de uitverkorenen zijn, vertegenwoordigd door Christus. Er is een Genadeverbond in de tijd. Daarin waren alle Israëlieten onder het Oude Testament met Abraham als hun vertegenwoordiger. In dit laatste verbond zijn nu alle gedoopten.
In de Herv. kerk is onder de zogeheten ‘bonders’ altijd de lijn van Calvijn aangehouden. Hij leerde dat alle gedoopten met God in een verbond staan en hun de beloften toekomen, maar dat in de praktijk zichtbaar wordt dat er twee soorten verbondskinderen zijn. Kinderen die zich bekeren en geloven en kinderen die dit niet doen. Denk aan Jakob en Ezau, ranken die vrucht dragen en ranken die geen vrucht dragen. De laatste mening leeft ook in de Ger. Gemeente. Echter helaas met weglating dat al de gedoopten Gods beloften toekomen.
Ik hoop dat je er iets van begrijpt.
We moeten de Schrift als beslissend nemen. Daarin lezen we dat God Zich neerbuigt en een verbond aangaat met Abraham en zijn nakomelingen. Op de Pinksterdag verklaart Petrus dit ook geldig voor de NT-kerk. Hij zegt tot de verslagen mensen, die wel moesten denken na hun verwerping van Christus, nu zal God wel niets meer met ons te doen willen hebben: “U komt de belofte toe en uw kinderen.” Hij verklaart het verbond nog steeds geldig.
De visie dat Gods verbond en beloften op de gedoopte kinderen rusten is op de Bijbel gegrond. Maar de Bijbel zegt ook dat velen dit versmaden en dat de echte verbondskinderen alleen diegenen zijn die een persoonlijke relatie met God hebben en dus weten van bekering, geloof en heiligmaking.
De inlijving waarover je het hebt, kan zijn een inlijving in Abraham, dus in het verbond dat God met de kerk heeft, maar de echte inlijving komt tot stand als Jezus en de arme zondaar met elkaar verbonden worden door een waar geloof. Dan komt Christus ook in onze harten wonen. Ik zou toch graag zien dat je dit vasthoudt. Dat is geen erfenis van de Ger. Gem., maar van Gods Woord.
Ik begrijp dat je met de erfenis van de Ger. Gemeente zit, vooral als wat eenzijdig benadrukt is dat het om de uitverkorenen gaat en de beloften niet voor alle gedoopte kinderen zijn. Ik zou willen dat je vasthoudt aan de Schrift . De kinderen van Israël waren kinderen des verbonds. Hoor maar wat Petrus zegt: “Gijlieden zijt kinderen der profeten en des verbonds,” Hand. 3:25. Maar hij wekt ze tegelijk op tot bekering en geloof.
Het is maar in een notendop, want de doop en het verbond zijn zaken waar boeken over geschreven zijn.
Denk maar veel aan Psalm 22:11.
Gods zegen met de a.s geboorte,
Ds. C. Harinck
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. Harinck
- Geboortedatum:09-04-1933
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Bekijk ook: