Jehova's Getuigen aan de deur
Ds. J. Driessen | Geen reacties | 24-08-2003| 00:00
Vraag
Vandaag kreeg ik de Jehova's Getuigen aan de deur. Heel kort wil ik weergeven waar het over gegaan is en wat nu mijn vraag is. We waren het met elkaar over eens dat de Bijbel Gods Woord is. Ook dat we zondige mensen waren en alleen door het geloof in de Heere Jezus toegepast door de Heilige Geest zalig kunnen worden. Alleen over wat er gebeurt na het sterven, daar kwamen we niet uit. Zij geloofden dat als je bekeerd bent dat je in het graf blijft tot de wederkomst van de Heere Jezus en dan opgewekt wordt en een nieuw leven krijgt op deze aarde. Zij geloven niet in de hel. Als je onbekeerd blijft dan sterf je en verder niet. Hierover waren we het dus niet met elkaar eens.
Ook beweerden zij dat slechts 144.000 mensen het nieuwe leven zouden krijgen. En dat deze opgewekt zouden worden uit de dood. Hier waren we het dus opnieuw niet met elkaar eens. Vraag: Wat wordt bedoeld met nieuwe hemel en nieuwe aarde? Wat gebeurt er met de oude hemel en natuurlijk ook wat er met degenen gebeurd die in de oude hemel zijn. En wat gebeurt met de oude aarde en wat moet je je voorstellen bij de nieuwe aarde?
Antwoord
De vraag die hier gesteld wordt is niet in enkele zinnen te beantwoorden. Daarom wil ik de vraagsteller verwijzen naar een dogmatisch handboek of catechismusverklaring waarin deze dingen aan de orde komen. Ook kan gekeken naar een boek waarin de leer van de Jehova-getuigen aan de orde wordt gesteld.
Om in kort bestek de vraagsteller een beetje "op weg" te helpen, laat ik onderstaand een gedeelte volgen uit het boek van Ds. Vreugdenhil "het wachtwoord van de kerk" (verklaring 12 artikelen).
Hij schrijft onder het hoofdje "de nieuwe hemel en de nieuwe aarde": Ik geloof het eeuwige leven. Wat een machtig slotakkoord in de Apostolische Geloofsbelijdenis. Het eeuwige leven... daar loopt alles op uit: de volkomen zaligheid na dit leven.
Gods kerk zal die volkomen zaligheid bereiken via drie trappen. Het begint al bij het sterven, als onze ziel tot Christus, haar Hoofd in de hemel, wordt opgenomen. De volgende trap is de wederkomst van Christus. Dan zal ook de opstanding der doden zijn en zal onze ziel weer met ons lichaam verenigd worden. Dat nieuwe verheerlijkte lichaam is een voorwaarde om de volkomen zaligheid te ontvangen, die geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in het hart van de mens nog niet is opgeklommen (1 Kor. 2:9).
Maar er is nog een voorwaarde om tot die heerlijke zaligheid te komen. De hele schepping moet eerst ook nog vernieuwd worden. Die vernieuwing van de schepping wordt voorafgegaan door het eindgericht. In hoofdstuk 14 zagen we al hoe dat eindgericht volgt op de opstanding der doden. De wereldgeschiedenis zal immers bij de wederkomst van Christus ophouden en het gericht van God zal gespannen worden over alle volken, geslachten, families en personen. Wie zal dan kunnen bestaan? Alleen degenen die door genade mogen weten dat Christus Zich voor hen voor Gods gericht gesteld en al de vloek van hun weg genomen heeft (H.C. antw. 52).
Uiteindelijk zal in die weg toch alle knie zich voor Hem buigen (gewillig of onwillig) en alle tong zal belijden dat Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader (Fil.2: 10-11). Alle goddelozen zullen met de duivel geworpen worden in de poel. die brandt van vuur en sulfer (Openb. 20: 10). Wat vreselijk. Ontvlied toch de toekomende toorn, als u de Heere nog niet vreest.
Na het eindgericht en de verbanning van de goddelozen volgt dan de vernieuwing van de wereld. Ook dat is naar Gods belofte. De Heere Jezus Zelf spreekt erover in Mattheüs 19:28 als Hij Zijn discipelen troost in verband met de komende verdrukkingen. Dan wijst Hij ze op de 'wedergeboorte' van de hemel en de aarde. De gehele schepping zal worden vernieuwd en bevrijd van de dienstbaarheid der verderfenis (Rom. 8:2 l).
In die nieuwe schepping richt God dan Zijn Koninkrijk op. Want na die algehele vernieuwing van de schepping zal Christus het Koninkrijk aan God en de Vader overgegeven hebben (1 Kor. 15:24). Wel blijft Hij daarna tot in eeuwigheid het Hoofd van Zijn Gemeente, maar Zijn verlossingswerk is dan afgelopen. Tot dat verlossingswerk behoorde niet alleen Zijn Gemeente, maar de gehele schepping.
Met die "nieuwe hemel en aarde" wordt de schepping bedoeld. Het woordje "hemel" zou voor ons misverstanden kunnen oproepen, want wij kennen uit de Bijbel de "hemel" in de eerste plaats als de woonplaats van God. Maar die wordt hiermee niet bedoeld.
Als de profeet Jesaja de eindtijd beschrijft en de eeuwige vreugde van het nieuwe Jeruzalem en zegt: "Want zie, Ik schep nieuwe hemelen en een nieuwe aarde" (Jes. 65:17), bedoelt hij daarmee de schepping, de vernieuwing van de kosmos. Zo ook Petrus in zijn tweede brief. Daar schrijft hij over de wederkomst en de vernieuwing van de schepping: "De hemelen zullen met een gedruis voorbijgaan, en de elementen zullen branden en vergaan, en de aarde en de werken, die daarin zijn, zullen verbranden" (2 Petr. 3:10). Daarna trekt Petrus de lijn van de hoop direct door als hij eraan toevoegt: "Maar wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont (2 Petr. 3:13).
Hebt u die verwachting ook?
Ds. J. Driessen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J. Driessen
- Geboortedatum:25-07-1939
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. Driessen is op 12-02-2021 overleden.