Ben-Hur en bijbelse romans

drs. I. A. Kole | 1 reactie | 20-12-2016| 09:59

Vraag

Aan een Ger. Gem.-panellid. Mag het boek Ben-Hur gelezen worden in een reformatorisch gezin, of zou u het afraden?


Antwoord

Ben-Hur, a Tale of the Christ, in 1880 geschreven door de Amerikaanse auteur Lew Wallace, behoort bij het genre romans dat bijbelse of vroeg-christelijke onderwerpen verhalenderwijs aan de orde stelt. Het is al snel na verschijnen in het Nederlands onder dezelfde titel vertaald, en het heeft vanaf het begin vele, ook christelijke lezers geboeid.

In dit verhaal zijn de Joodse Juda Ben-Hur en de Romeinse Messala de hoofdfiguren. Aanvankelijk waren zij vrienden, maar daarin komt en kentering, en na een jarenlang verblijf van Messala in Rome komt hij met wraakgevoelens terug. Door verschillende acties van Messala komt Ben-Hur als slaaf op de galeien terecht, en zijn moeder en zus in de gevangenis. Na vele verwikkelingen en spannende avonturen komen de twee hoofdpersonen elkaar als wagenrenner weer tegen in een alles beslissende wedstrijd. Ben-Hur ziet zijn kans schoon om van zijn kant wraak te nemen, wat er toe leidt dat hij de wagenrennen wint en zijn vroegere vriend en huidige rivaal ernstig wordt verwond. Op dit crisispunt in het verhaal komt de Man uit Nazareth ter sprake. Ben-Hur had Hem eenmaal mogen ontmoeten, en maakt nu Zijn kruisiging mee. Jezus’ verzoenend sterven leidt ertoe dat er nieuw perspectief is voor de moeder en zuster van Ben-Hur. Tegelijk krijgt de vroegere vriendschap met Messala nu een definitieve en positieve wending. Zo kun je het verhaal kort samenvatten. Een roman waarin de Heere Jezus een bepaalde rol speelt.

De bijbelse roman mag zich de laatste tijd zelfs in een groeiende populariteit verheugen. Fictie als gave van God mag in dienst gesteld worden van het doorgeven van de boodschap van Gods Woord, zegt men dan, al wordt daar wel direct aan toegevoegd dat de roman wel een dienende functie dient te hebben ten aanzien van de bijbelse boodschap.

In december 2001 schreef Tineke Goudriaan naar aanleiding van 'Jeremia, de man die huilde' van Thom Lemmons een interessant artikel in het Reformatorisch Dagblad, waarin zij aan het genre enkele fundamentele gedachten wijdde. Zij ging daarbij uit van de vraag of het eigenlijk wel kan, een historische roman over een geschiedenis uit de Bijbel. Is de Bijbel daar geen té heilig boek voor? En C. Bregman schreef niet lang daarna in dezelfde krant een artikel over de bijbelse roman dat hij in het kader van zijn studie ooit 'De nadagen van Pilatus' van Simon Vestdijk las, en toen voor het eerst geconfronteerd werd met een figuur uit de Bijbel die een plaats kreeg in een roman. Die confrontatie beviel hem slecht, omdat dit boek hem shockeerde door de visie die de auteur had op de erotisch getekende figuur van Maria van Magdala, ook na haar ontmoeting met Christus. Deze vrouw wordt door de ontaarde fantasie van Vestdijk bezoedeld en het christelijk geloof wordt belachelijk gemaakt. Er zijn boeken die niet dan met schade voor de ziel gelezen kunnen worden.

Daar staan gelukkig wel andere leeservaringen van christenen tegenover. Neem het nu vrijwel vergeten 'Een leeuw op de weg' van Jaap Zijlstra, een goed geschreven verhaal over de onbekende profeet uit Juda, wiens leven zo dramatisch eindigt als hij wegens zijn ongehoorzaamheid door een leeuw verscheurd wordt. Ook van 'Het ravijn' van Meint R. van de Berg kunnen goede dingen gezegd worden. Deze roman geeft een levendig beeld van het conflict tussen Korach, Dathan en Abiram enerzijds, en Mozes en Aäron anderzijds. Ook de al wat oudere christelijke schrijver Rudolf van Reest schreef een dergelijke bijbelse roman, namelijk 'De grote ontmoeting', een roman waarin op een respectvolle en ingehouden manier wordt ingegaan op het leven van verschillende mensen rondom Jezus. Datzelfde geldt voor de in het Nederlands vertaalde roman 'De man van Cyrene', geschreven door de Zuid-Afrikaanse auteur F. A. Venter, een verhaal over Simon van Cyrene. Een voortreffelijk boek!

Maar krijgen fantasie en spanning in deze romanverhalen niet veel te veel waardering? Kan er geen vertekend beeld ontstaan van oud- en nieuwtestamentische figuren? Hebben we aan de soberheid van Gods Woord dan niet genoeg? Leiden deze romans juist niet áf van de lezing van de Schrift? Of kunnen verzonnen feiten meewerken om des te meer zicht te krijgen op de waarheid van Gods getuigenis?

De romanlezer moet zich realiseren dat hij met het genre van een roman te doen heeft. Dat is een uitgebreid verzonnen verhaal waarin de personen een reeks van gebeurtenissen en/of een innerlijke ontwikkeling meemaken. De schrijver wil door middel van een gefingeerd verhaal over mensen zijn ideeën op de lezers overbrengen.

Lange tijd is de roman in de gereformeerde gezindte gewantrouwd. Men zei wel eens: Hoe kan door een leugenverhaal de waarheid gediend worden? Dat verzet tegen de roman als zodanig is in onze kringen echter volledig opgegeven. De gezindte accepteert de fictie van het verzonnen verhaal omdat zij beseft dat zij langs die omweg toch achter de waarheid kan komen.

Een bijbelse roman is uiteraard een historische roman. Dat genre is inmiddels al weer een kleine twee eeuwen oud. Vanaf de negentiende eeuw heeft de ontwikkeling van dat genre een hoge vlucht genomen. Er ontstonden verschillende soorten historische romans: verhalen waarin de gebeurtenissen, de avonturen centraal staan; verhalen die met name de psychologische ontwikkeling van een al of niet verzonnen historisch figuur beschrijven; verhalen die vooral de ideeën vanuit een bepaald tijdperk uit de geschiedenis belichten; en ten slotte verhalen die een brok geschiedenis weergaven waarbij gebruik werd gemaakt van een dunne fictieve verhaallijn. Op haar wijze heeft Hella S. Haasse die laatste soort in de twintigste eeuw gehanteerd door rijkelijk gebruik te maken van uitvoerige historische documentatie.

De populariteit van de historische roman maakt duidelijk dat wij lezers het accepteren dat schrijvers in de vorm van een verzonnen verhaal, al of niet met historische figuren, een stuk geschiedenis vormgeven. Daarom is het heel goed mogelijk welwillend te staan tegenover het genre van de bijbelse roman op zichzelf. Er zijn echter wel duidelijke voorwaarden.

Het avonturengenre is minder geschikt voor het schrijven van een bijbelse roman. Natuurlijk mag een verhaal spannend zijn; het is zelfs een eerste vereiste, wil het überhaupt gelezen worden. Maar het kan nooit de bedoeling zijn om thrillers te schrijven die als extra pikant trekje een bijbelse achtergrond meekrijgen. En eerlijk gezegd is dat bij een boek als Ben-Hur wel het geval. En juist deze boeken werden druk verfilmd, zoals ook bij Ben-Hur gebeurde. Dan wordt dus ook de figuur van Jezus gespeeld!

Met de historisch-psychologische roman ligt het anders. Bij 'Jeremia, de man die huilde' van Thom Lemmons hebben we vooral met dat genre te maken. Het ging er de auteur om de figuur van Jeremia tot leven te doen komen, zijn levensroeping dicht bij de lezer te brengen, waarbij gebruikgemaakt is van verantwoorde fictie. Zo is een ’innerlijk portret’ ontstaan van een bijbelse figuur, waarbij overigens éérst eerbiedig geluisterd is naar wat de Schrift over hem te zeggen heeft. Daarvoor moest Lemmons hard studeren. Niet voor niets draagt hij zijn boek op aan een hoogleraar Oude Testament aan een christelijke universiteit, zonder wiens hulp en leiding het boek nooit tot stand zou zijn gekomen. Toch zal in deze min of meer psychologische romans alle vertoon van geleerdheid vermeden moeten worden. Dat is bij Lemmons het geval. We hebben hier met een verantwoorde bijbelse roman te maken, juist omdat de eerbied voor de Schrift zo duidelijk blijkt.

Ook een boek als 'De tempelbouwers' van H. Westerink wil een eerbiedige vertolking van de Bijbel zijn op de wijze van een verhaal. Ook deze schrijver heeft hiermee een verantwoord boek geschreven, al zijn de kunstzinnige kwaliteiten van de roman niet altijd even hoog. De tempelbouwers kan wellicht het best als ideeënroman getypeerd worden. Hierbij valt de nadruk niet zozeer op bijbelse personen, als wel op het handelen van God met Zijn volk. De roman is als het ware een verbeelding van de boeken Ezra en Nehemia. Toch constateer je als lezer dat ook dit boek gebaseerd is op nauwkeurig bijbelonderzoek, al laat hij het evenmin als Lemmons merken. Het is duidelijk dat ook Westerinks boek een eerbiedige vertolking van de Bijbel wil zijn op de wijze van een verhaal.

'Pontius Pilatus' van de Amerikaanse auteur Paul Maier past wellicht in het zo-even gehanteerde schema door het vooral als documentaire te zien met fictie als noodzakelijke ’opvulling’ om een goedlopend verhaal mogelijk te maken. Dat wordt al direct duidelijk in het voorwoord dat hij aan zijn verhaal meegeeft. De eerste zin daaruit is tekenend: „Niets van wat er op deze bladzijden wordt beschreven, is door archeologische ontdekkingen en historisch onderzoek achterhaald gebleken; integendeel.”

Paul Maier heeft als wetenschapper wel recht van spreken. Hij onderzocht als hoogleraar aan de Western Michigan University een keur aan historische bronnen op zijn vakgebied, wat hem een groot aantal gegevens rond de Romein Pontius Pilatus opleverde. Daardoor werkt Maier ook precies andersom, als we hem met Westerink vergelijken. Alle personen in zijn boek zijn historische figuren; geen enkele eigennaam heeft hij zelf bedacht. Alleen waar alle informatie ontbrak, heeft Maier zich bediend van „bedachte geschiedenis”, gebaseerd op waarschijnlijkheden, om de gaten te vullen. Dat Maier als wetenschapper een bijbelse roman schrijft, blijkt ten overvloede ook uit de vele aantekeningen die hij per hoofdstuk achter het eigenlijke verhaal geplaatst heeft. Het knappe is dat zijn boek over Pilatus toch geen ’aangeklede’ wetenschappelijke verhandeling is geworden. Het boek is integendeel een indringend en bijbelgetrouw verslag geworden van het belangrijkste proces in de geschiedenis.

Kan en mag het, een bijbelse roman? Een verzonnen verhaal om de waarheid van Gods Woord te dienen? Het genre kan als zodanig geaccepteerd worden. Wel moet duidelijk als hoofdvoorwaarde gesteld worden dat deze romans een dienende functie moeten hebben ten aanzien van de bijbelse boodschap. Ze mogen dan ook niet afvoeren van Gods Woord, zoals in Vestdijks 'De nadagen van Pilatus' gebeurde of – om een recenter voorbeeld aan te halen – in een roman van Guus Kuijer over Izebel, de vrouw van koning Achab, waarbij zij als een verstandige en sympathieke vrouw wordt geïntroduceerd. We kennen haar vanuit de Bijbel heel anders! Zo wordt bewust het bijbels getuigenis ontkracht en staat de roman in dienst van krachten die zich tegen God en Zijn getuigenis keren. Daarop moeten we wel bedacht zijn, zeker in onze tijd!

In dezelfde trant verscheen onlangs nog de roman 'De arkvaarders' van Anne Provoost, waarin het gezin van Noach er helemaal niet zo goed afkomt en daardoor ongunstig afsteekt tegen personen die op hun manier zo rechtvaardig mogelijk willen leven.

Bijbels romans mogen tot slot ook nooit de plaats van de Bijbel zélf gaan innemen. Op hun wijze, als verhaal, moeten zij heenwijzen naar het Boek der boeken. Ze mogen gewaardeerd worden als gave van God als ze in dienst gesteld worden van het doorgeven van de boodschap van Gods Woord. Ten diepste gaat het echter niet om de fictie, maar om de feiten die God ons in Zijn Woord laat verkondigen. Bij Ben-Hur is het verhaal al sterk onder invloed van het avontuur gekomen en bovendien is zó overwoekerd door de vele verfilmingen ervan, dat we hier beter maar heel voorzichtig mee moeten omgaan. Er zijn betere alternatieven!

Lees meer artikelen over:

boeken
Dit artikel is beantwoord door

drs. I. A. Kole

  • Geboortedatum:
    05-07-1940
  • Kerkelijke gezindte:
    Gereformeerde Gemeenten
  • Woon/standplaats:
    Berkenwoude
  • Status:
    Actief
170 artikelen
drs. I. A. Kole

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
1 reactie
balksplinter
24-12-2016 / 13:33
De diverse Bijbelse romans van Lynn Austin zijn ook zeer aanbevelenswaardig. Iets waar je altijd rekening mee moet houden, haal fictie en Bijbelse geschiedenis niet door elkaar.

Voor mezelf heb ik een hele duidelijke grens getrokken. Zodra God of Jezus woorden in de mond worden gelegd die niet letterlijk in de Bijbel staan, wat o.a. in 'Jeremia, de man die huilde' gebeurt, haak ik af. In de romans van Austin gebeurt dit gelukkig niet.
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

VEGA-test

Wat vindt u van de VEGA-test, welke vaak gebruikt wordt door klassiek homeopaten? Is dit bijbels verantwoord? En wat vindt u van het gebruik van chemische geneesmiddelen, is dat bijbels verantwoord? O...
Geen reacties
20-12-2004

Weinig over biseksualiteit gesproken

Waarom wordt er in reformatorische kringen zo weinig over biseksualiteit gesproken? Ik ben 30 en ik ben er sinds een half jaar achter dat ik biseksueel ben. Ik ben me nu een beetje in de verschillende...
6 reacties
20-12-2012

Geestelijk alleen in het huwelijk

Mijn vraag weet ik niet goed uit te leggen, maar ik ga een poging doen. Toen mijn man en ik trouwden in de HHK (ruim 15 jaar geleden), had ik er totaal geen weet van wat het geloof inhield. Mijn man k...
Geen reacties
20-12-2023
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering