De Engel uit Exodus
Ds. G.K. Terreehorst | 4 reacties | 14-12-2016| 13:20
Vraag
In Exodus 23:20-21 lezen we: “Zie, Ik zend een Engel voor u uit om over u te waken op de weg en u te brengen naar de plaats die Ik gereedgemaakt heb. Wees op uw hoede voor Zijn aangezicht en luister naar Zijn stem. Verbitter Hem niet, want Hij zal uw overtredingen niet vergeven, omdat Mijn Naam in het binnenste van Hem is.” Het gaat hier over een engel die door God is gezonden, de Naam van Yahweh draagt en zonden kan vergeven, wat alleen God kan doen. Mogen we hier de (voor dat moment) komende Messias Jezus in zien? En hoe kunnen we dit ‘verdedigen’ tegenover de Joden die hier ongetwijfeld iets anders in lezen?
Antwoord
De teksten die je noemt maken deel uit van het zogenaamde verbondsboek (Ex. 20:22-23:33). Deze hoofdstukken bevatten de nadere bepalingen die horen bij de verbondssluiting. Exodus 23:20-33 vormt het slotgedeelte van dit verbondsboek. In dit afsluitende gedeelte voorzegt de Heere zegen voor wie zich aan de bepalingen houdt en vloek voor wie dat niet doet. Ook bevat het gedeelte een belofte van Gods trouw en zorg. De tekst die je noemt, en dat met name de identiteit van Engel, wordt op verschillende manieren uitgelegd.
De meeste Joodse uitleggers gaan er, aldus Calvijn, van uit dat hier een menselijke boodschapper bedoeld is, namelijk Jozua. Het gaat dan met name om zijn rol tijdens de intocht in het beloofde land. Andere uitleggers zijn van mening dat het hier gaat om een ‘gewone’ engel die voor het volk uitgaat en hen beschermt. Dat de Naam van de HEERE ‘in’ de engel is, betekent dat deze engel spreekt en handelt in naam van de HEERE. Veel uitleggers wijzen er echter op dat de manier waarop over deze Engel wordt gesproken, op meer duidt dan op een ‘gewone’ engel. De belangrijkste argumenten geef je zelf al aan. In andere gedeelten wordt ook gesproken over een Engel die voor het volk uitgaat en wordt eveneens gezegd dat de HEERE voor het volk uitgaat (vgl. Ex. 13:21 en Ex. 14:19). De uitleg dat het een ‘gewoon’ mens of een ‘gewone’ engel is, lijkt dus tekort te schieten.
Wanneer je vervolgens de vraag stelt Wie deze Engel is, dan denkt men uiteraard onmiddellijk aan Christus. Hij is het Die Zijn volk leidt door de woestijn naar het beloofde land. Er wordt dan ook verwezen naar 1 Korinthe 10 vers 9. In dit vers waarschuwt Paulus om Christus niet te verzoeken, zoals het volk vroeger in de woestijn gedaan heeft. Paulus lijkt hier dus te zeggen dat Christus het volk door de woestijn geleidt heeft. Kortom: alles overziende mogen we hier inderdaad een verwijzing in zien naar de Zoon van God, de Messias. Het is hier voor wel nodig dat we de tekst in Nieuwtestamentisch licht lezen met de ogen van het geloof. Lees hier wat Matthew Henry over deze tekst zegt.
In discussie met de Joden over deze tekst kun je wijzen op de andere plaatsen in Exodus waar er over Iemand gesproken wordt die voor het volk uitgaat. De wijze waarop over deze Engel wordt gesproken lijkt op meer te duiden dan de persoon van Jozua. Tegelijk heb je nog weinig gewonnen wanneer men dit erkent. De discussie met de Joden gaat met name over de vraag of de Messias die in het Oude Testament voorzegd is nog moet komen, of dat Hij is gekomen in de persoon van Jezus van Nazareth. De tekst uit Exodus maakt niet duidelijk dat Jezus van Nazareth de verwachtte Messias is. Christelijke uitleggers wijzen dan meestal op tal van andere teksten uit het Oude Testament die met de komst van Jezus in vervulling zijn gegaan. Meer dan discussie over teksten is voor de Joden het gebed nodig dat hun ogen geopend mogen worden voor de rijkdom van Jezus van Nazareth. Uiteindelijk is overtuigen niet ons werk, maar Gods werk.
Kand. G. K. Terreehorst
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.K. Terreehorst
- Geboortedatum:23-05-1986
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:IJsselstein
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
"....Aldus zal Gods geestelijk Israël behoed worden in de woestijn van deze aarde, en tegen de aanvallen van de poorten van de hel. Er wordt ook beloofd, dat Hij hen brengen zal naar de plaats, die God niet alleen voor hen bestemd, maar bereid heeft, en aldus heeft Christus een plaats bereid voor Zijn volgelingen, en zal hen er voor bewaren, want Hij is getrouw aan Hem, die Hem gesteld heeft. ..."
"....Christus is de oorzaak van de zaligheid alleen van hen, die Hem gehoorzamen. Het woord van bevel luidt: Hoort Hem, Mattheus 17:5. Onderhoud wat Hij heeft geboden, Mattheus 28:19. Onze noodzakelijke afhankelijkheid van de Goddelijke macht en goedheid moet ons tot
gehoorzaamheid bewegen. Wij doen wel ons er voor te wachten onze beschermer en weldoener te verbitteren, want als onze schaduw van ons is geweken en de stromen van Zijn goedertierenheid afgesneden worden, dan is het met ons gedaan, dan zijn wij verloren. Daarom: "Hoedt u voor zijn aangezicht en gedraag u jegens hem met allen mogelijke eerbied en voorzichtigheid. Vreest de Heere en Zijn goedheid." Christus zal getrouw zijn aan hen, die Hem getrouw zijn, en de zaak omhelzen van hen, die Hem aanhangen, vers 22. Ik zal uwer wederpartijders wederpartij zijn. Het zal een aanvallend en verdedigend verbond zijn, zoals dat met Abraham, "Ik zal zegenen die u zegenen, en vervloeken die u vloekt." Aldus behaagt het God om Zijn belangen en Zijn vriendschap ineen te strengelen met die van Zijn volk...."
Allereerst, jouw conclusie dat het hier gaat om de zoon van God, Jezus Christus, is absoluut juist!
Want de naam Jezus betekent "Jahweh is redding", Jahweh is de naam van God.
Deze conclusie is ook in lijn met wat er bijv. in Psalm 2 staat over Jezus wordt gezegd ...
2 De koningen der aarde stellen zich op En de hoogwaardigheidsbekleders zelf hebben zich als één [blok] aaneengesloten
Tegen Jahweh en tegen zijn gezalfde (Hebr.: mesjiʹach).
11 Dient Jahweh met vrees En weest blij met beving.
12 Kust de zoon, opdat Hij niet vertoornd wordt En GIJ niet [van] de weg vergaat,
Want zijn toorn ontvlamt licht. Gelukkig zijn allen die hun toevlucht tot hem nemen.
Als het om het verdedigen van Gods naam gaat (en alles waar die naam voor staat) duldt Jezus geen geen oppositie of tegenstand.
Jezus is ook de gezalfde van Jahweh en de 'aartsengel' (overste of hoofd) in die hoedanigheid leidt hij Gods volk in deze tijd, beschermt hij hen en verschaft hij geestelijk voedsel.
Jezus is ook de dagster die nu helder schijnt als bewijs dat de dag van Jahweh binnenkort in volle glorie zal aanbreken.
Wie de zoon van God niet erkent is verloren.....
1Joh 4:15 .. Al wie belijdt dat Jezus de Zoon van God is, God blijft in hem, en hij in God.
ook:
Mat 10:33 .. Maar wie Mij (Jezus) verloochenen zal voor de mensen, die zal Ik ook verloochenen voor Mijn Vader, Die in de hemelen is.
Deze teksten zeggen genoeg!
Iedereen, heiden, christen, Jood, orthodox, anders gelovigen ... etc etc etc. die Jezus de gezalfde van Jahweh niet erkent zal Gods oordeel moeten verwachten, voor deze mensen is er geen redding.
Daarom, nu er nog tijd voor is ... aanvaard de Zoon van God...
Joh 3:16 ..Want God heeft de wereld zozeer liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die geloof oefent in hem, niet vernietigd zou worden, maar eeuwig leven zou hebben.
groet.
Zou dat de reden zijn dat Paulus zegt in Romeinen 11?:
7 Wat dan? Wat Israël zoekt, dat heeft het niet verkregen, maar het uitverkoren deel heeft het verkregen en de anderen zijn verhard,
8 zoals geschreven staat: God heeft hun een geest van diepe slaap gegeven, ogen om niet te zien en oren om niet te horen, tot op de dag van heden.
9 En David zegt: Laat hun tafel voor hen worden tot een strik, tot een valkuil, tot een struikelblok en tot vergelding.
10 Laat hun ogen verduisterd worden, zodat zij niet zien en maak hun rug voor altijd krom.
11 Ik zeg dan: Zijn zij soms gestruikeld met de bedoeling dat zij vallen zouden? Volstrekt niet! Door hun val echter is de zaligheid tot de heidenen gekomen om hen tot jaloersheid te verwekken.
12 Als dan hun val voor de wereld rijkdom betekent en het feit dat zij achteropkomen rijkdom voor de heidenen, hoeveel te meer hun volheid!
En verderop dit:
26 En zo zal heel Israël zalig worden, zoals geschreven staat: De Verlosser zal uit Sion komen en zal de goddeloosheden afwenden van Jakob.
27 En dit is het verbond van Mij met hen, wanneer Ik hun zonden zal wegnemen.
28 Zij zijn weliswaar wat het Evangelie betreft vijanden vanwege u, maar wat de verkiezing betreft geliefden vanwege de vaderen.
29 Want de genadegaven en de roeping van God zijn onberouwelijk.
De verblinding van de Joden heeft tot doel dat jij en ik behouden worden. Paulus is er dan van overtuigd dat de gelovige Jood ook behouden wordt, ook al is hij blind voor Jezus.