Strikte en stijve liturgie
C.A. Hoekman | 2 reacties | 13-12-2016| 16:37
Vraag
Ik zit in een Gereformeerde Gemeente en voel me daar over het algemeen thuis. Op bepaalde punten heb ik soms wat vraagtekens en op huisbezoek deel ik die ook met de ouderlingen. Ik krijg echter steevast als antwoord dat “het altijd zo is geweest en dat het daarom niet verandert.” Ik heb bijvoorbeeld voorgesteld om voor het “Onze hulp...” een welkomstwoord te doen door de dienstdoende predikant of ouderling. Om gasten het gevoel te geven dat ze hartelijk welkom zijn. Ook heb ik voorgesteld om af en toe bij de slotpsalm te gaan staan. Dat doen ze in de PKN van mijn vriendin ook en het zorgt voor wat afwisseling. Dit soort zaken worden dan gelijk van tafel geschoven omdat we “dat niet gewend zijn.” Hoe moet ik hiermee omgaan? Ik krijg soms wat kriebels omdat het allemaal zo strikt en stijf lijkt te gaan.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Je zit in een Gereformeerde Gemeente en voelt je daar over het algemeen thuis. Toch heb je soms wat vraagtekens over bepaalde punten. Punten die dan, zoals ik lees uit je vraag, de vormgeving van de kerkdienst ofwel de liturgie betreffen. Wanneer je daar vragen over stelt tijdens het huisbezoek wordt dat beantwoord met “het is altijd zo geweest en dat het daarom niet verandert.” Je krijgt er soms wat kriebels van omdat het allemaal zo strikt en stijft lijkt. Hoe ga je daar nu mee om?
Vooropgesteld, de liturgie in de eredienst is niet onbelangrijk. Het dient om het hart van de eredienst, te weten de verkondiging van Gods Woord, de gebeden, het zingen, de offerande des te beter, ordelijk en stichtelijk te laten verlopen. Een vaste liturgie geeft rust tijdens de eredienst. Laat alle dingen eerlijk en met orde geschieden (1 Kor. 14:40).
Betekent dat nu dat er nooit iets in de liturgie kan en mag veranderen? Is ze in beton gegoten, of zoals je het uitdrukt strikt en stijf? Ik denk dat er binnen het geheel van regels/richtlijnen/ gewoonten die onderdeel van de kerkdienst uitmaken, zaken zijn die onopgeefbaar zijn en zaken die veranderd mogen worden. Je haalt zelf reeds het begin van de kerkdienst aan, het votum: “Onze hulp...” enz. Dit is een onderdeel van de liturgie in de kerkdienst dat onopgeefbaar is. Maar of een kerkenraad, voor dat het votum uitgesproken wordt, de gemeente eerst laat begroeten door de dominee of de dienstdoende ouderling, is geen aanvulling die inhoudelijk de kerkdienst aantast. Dat is de vrijheid die een kerkenraad mag gebruiken. In kerken die in grote lijnen dezelfde liturgie hebben als de Gereformeerde Gemeenten gebeurt dat wel en die gemeenten zouden het vreemd vinden wanneer het niet meer zou gebeuren. Een andere zaak is of je het moet invoeren. Daar is wijsheid voor nodig en zeker goed overleg met de gemeente. Leeft het ook in de gemeente. Heel belangrijk is, kun je als kerkenraad uitleggen waarom je iets wilt wijzigen. Ik denk in jouw geval dat de kerkenraad de begroeting van gasten die geregeld de kerkdienst bezoeken als een eerlijke reden kan aanvoeren.
Ook voor je tweede voorbeeld, de slotzang staand of zittend zingen, gelden dezelfde argumenten. Overigens denk ik niet dat een kerkenraad er wijs aan doet om een verandering in de liturgie aan te kondigen en door te voeren met het argument dat ze dat in de PKN ook doen of om voor wat afwisseling te zorgen. Daar is de liturgie te waardevol voor.
Is een wijziging in de liturgie onmogelijk. Nee, er zijn gewoonten/regels die veranderd kunnen worden omdat situaties in de gemeente ook kunnen veranderen, en op zo’n wijze dat er dan inhoudelijk niets aan het hart van de eredienst verandert. Niet één gemeente zal, denk ik, nog precies dezelfde liturgie hebben als 50 jaar geleden.
Hoe ga je er mee om? Laat je vragen om wijziging altijd gepaard gaan met argumenten en vraag je kerkenraad om redelijke tegenargumenten wanneer ze het niet met je eens zijn. Een redelijk argument van een kerkenraad kan ook zijn dat ze bang zijn voor onrust in de gemeente. Op basis van eerlijke argumenten, over en weer, blijft er respect voor elkaar ondanks dat je het met elkaar niet altijd eens bent.
Voor alles, houdt het hart van de eredienst voor ogen, bijzonder wel de verkondiging van Gods Woord. Laat het je vreugde zijn dat de Naam van de Heere Jezus Christus geproclameerd wordt als de enige Naam tot zaligheid. Hij roept het jou en mij toe in de prediking: Neigt uw oor, en komt tot Mij, hoort, en uw ziel zal leven (Jes. 55:3a).
Hartelijke groet,
C. A. Hoekman, Kapelle
Dit artikel is beantwoord door
C.A. Hoekman
- Geboortedatum:23-09-1943
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Dhr. Hoekman was ruim 40 jaar ouderling in de Ger. Gem.
Bekijk ook: