Belofte van Jefta
mr. J.H. Doeven | Geen reacties | 16-08-2016| 13:44
Vraag
Mag je (met oog op de geschiedenis/belofte van Jefta) geen vergeving vragen/krijgen van een -ondoordachte- belofte aan de HEERE? Hij kent ons hart en is toch ook begaan met zondige mensen? Wij kunnen uit onzekerheid, angst of juist vreugde en dank iets beloven, maar wat als het nakomen echt niet lukt?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Ik merk eerst op dat er geen zonden zijn die niet vergeven kunnen worden door God en verzoend kunnen worden door het bloed van Jezus Christus dan de zonde tegen de Heilige Geest. Dus ook de zonde van een ondoordacht gedane belofte aan de HEERE.
Maar dan blijft wel de vraag over hoe om te gaan met het doen van beloften. De Bijbel is daar helder over. Wie aan de HEERE iets belooft, moet die belofte nakomen. God zegt in Prediker 5:3 en 4: “Wanneer gij een belofte aan God zult beloofd hebben, stel niet uit dezelve te betalen; want Hij heeft geen lust aan zotten; wat gij zult beloofd hebben, betaal het. Het is beter dat gij niet belooft, dan dat gij belooft en niet betaalt.” God waarschuwt hier tegen het lichtvaardig doen van beloften. Dat geldt naar onze medemensen toe. Maar dat geldt zeker naar de Heere toe. Als iemand een godsdienstige belofte doet als vrome daad en hij komt die niet na, dan is dat in de ogen van de Heere zonde. Lees ook Deuteronomium 23: 21 t/m 23. De geschiedenis van Jefta in Richteren 11 is hiervan een duidelijk voorbeeld. Jefta zegt dan (vers.35b): “Ik heb mijn mond opengedaan tot de HEERE, en ik zal niet kunnen teruggaan.”
Vaak realiseren wij ons niet wat we beloven en wat de gevolgen zijn. Dat moet ons aanzetten tot het terughoudend zijn in het doen van beloften. Als we de Heere een belofte doen, moeten wij die nakomen. En als blijkt dat we daartoe niet in staat zijn, dan zullen we ons tot het uiterste moeten inspannen om die belofte na te komen, wetend dat wij zondige mensen zijn met beperkingen. Het zal ons uitdrijven naar Gods genadetroon om van Hem wijsheid en vergeving daarvoor te vragen.
Ik denk ook aan de beloften die wij doen als we “ja” zeggen bij het afleggen van onze openbare belijdenis, bij het sluiten van ons huwelijk, bij het laten dopen van onze kinderen en bij onze bevestiging in een ambt. Vele male God getrouwheid, liefde, ootmoed, etc. beloofd. En wat hebben we ervan terecht gebracht? Ook daarvoor geldt: ”Verzoen de zware schuld die ons met schrik vervult, bewijs ons genade”.
J. H. Doeven
Dit artikel is beantwoord door
mr. J.H. Doeven
- Geboortedatum:01-08-1947
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Houten
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Was 42 jaar lang ouderling.
Bekijk ook: