Elias

In Mattheus 11:14 zegt Jezus over Johannes de Doper: "En zo gij het wilt aannemen, hij is Elias, die komen zou." In Lukas 1:17 zegt de engel tot Zacharias (over Johannes de Doper): "En hij zal voor Hem heengaan, in den geest en de kracht van Elias, om te bekeren de harten der vaderen tot de kinderen". In Johannes 1:21 zegt Johannes de Doper op de vraag van de Joden: "En zij vraagden hem: Wat dan? Zijt gij Elias? En hij zeide: Ik ben die niet. Zijt gij de profeet? En hij antwoordde: Neen" (vers 23). "Hij zeide: Ik ben de stem des roependen in de woestijn..." Volgens mij refereren Mattheus (Jezus) en Lukas (de engel) naar de profetie van Maleachi 4:5: "Ziet, Ik zende ulieden den profeet Elia, eer dat die grote en die vreselijke dag des HEEREN komen zal." Johannes (Johannes de Doper) schijnt te refereren naar de profetie van Maleachi 3:1 (zie onderstaand).

Samenvattend: In Mattheus zegt Jezus dat Johannes de Doper wel Elias is. In Lukas staat dat Johannes de Doper heen gaan zal in de geest en de kracht van Elias (het lijkt er dus op dat Johannes de Doper niet fysiek Elias is - hij was namelijk uit Zacharias en Elisabeth geboren: hij kwam niet direct uit de hemel). In Johannes zegt Johannes de Doper dat hij Elias niet (fysiek?) is. Hij zegt dus: "ik ben de stem des roepende in de woestijn: Maakt den weg des Heeren recht, gelijk Jesaja, de profeet, gesproken heeft." Welke profetie van Jesaja bedoeld wordt is me niet duidelijk. Het lijkt erop dat Johannes de Doper voor zichzelf Maleachi 3:1 in vervulling zag gaan: "Ziet, Ik zende Mijn engel, die voor Mijn aangezicht den weg bereiden zal; en snellijk zal tot Zijn tempel komen die Heere, Dien gijlieden zoekt, te weten de Engel des verbonds". Johannes de Doper gaat verder niet in op Elias door te refereren naar Maleachi 4:5; bijvoorbeeld door te zeggen dat hij niet fysiek Elias was, maar wel de vervulling van Maleachi 4:5 (die dan dus geestelijk gelezen zou moeten worden). Jezus lijkt ook nergens Maleachi 4:5 te verklaren.

Volgens mij dachten de Joden gebaseerd op het OT (Mal. 4) dat Elia als een van de belangrijkste profeten (die niet gestorven was) terug zou komen op aarde voor de oordeelsdag (en na ik aanneem na de messiaanse tijd). Naar het schijnt zetten de Joden namelijk tijdens de briet mila (besnijdenis van jongens) de deur open en de stoel klaar voor Elia (voor zijn fysieke terugkomst). Ik kan me zo voorstellen dat hetgeen Johannes de Doper en Jezus gezegd hebben enorm verwarrend moet zijn geweest voor de Joden met het Oude Testament in de hand. Het lijkt erop dat Johannes de Doper zichzelf anders zag dan dat Jezus hem (later) zag. Is hier een verklaring voor, of zie ik iets over het hoofd? Zou het kunnen zijn dat Johannes de Doper zich niet als Elias kon/wilde zien, aangezien Elias pas zou komen na de messiaanse tijd (de tijd van vrede en voorspoed zoals bijv. aangegeven in Jesaja 11:1-9, Jeremia 23, Ezechiel 37)?

Zie voor het antwoord deze links onder de tag 'Elia'.