Nu oordeel of bij de wederkomst
Ds. C. Harinck | Geen reacties | 24-08-2003| 00:00
Vraag
In Openbaringen 20:11-15 gaat het over de Oordeelsdag. Er wordt gezegd dat de zee en de hel haar doden zullen geven. Maar dan is er dus blijkbaar nog niemand in de hemel, want die worden dan volgens Openbaringen geoordeeld tijdens de wederkomst. Toch wordt er in de Bijbel gesproken over mensen die alreeds in de hemel zijn (Job,Abraham). Hoe zit het dan? Worden we gelijk geoordeeld wanneer we sterven, of worden we allemaal geoordeeld bij de wederkomst?
Antwoord
Uit Openbaring 20:11-15 zou je kunnen afleiden dat de mensen pas zullen geoordeeld worden als alle doden zullen opstaan en voor de troon van Christus als Rechter geplaatst zullen worden. De vraag is: wanneer worden de mensen nu geoordeeld en wanneer gaan ze naar hun eeuwige bestemming, bij hun sterven of na de wederkomst van Christus?
Het standpunt van de gereformeerde theologie is, dat de gelovigen onmiddellijk na hun sterven met hun zielen de eeuwige heerlijkheid ingaan en de goddelozen naar de eeuwige rampzaligheid gaan. Zij blijven daar met hun zielen tot de oordeelsdag om dan met hun lichamen verenigd te worden en voor Christus als Rechter gesteld te worden. Daarna zullen zij met lichaam en ziel eeuwige heerlijkheid of eeuwige rampzaligheid beërven. De gereformeerden hebben dit sterk verdedigd in verband met de Roomse dwaling van het vagevuur enz.
Het probleem is hoe dit persoonlijk oordeel, dat over ieder mens bij zijn sterven geveld wordt, te verenigen is met het algemene oordeel over alle mensen in het eindoordeel? Worden de mensen dan tweemaal geoordeeld en is het laatste oordeel anders dan het eerste? Ook is de vraag of het tweede oordeel anders kan luiden dan het eerste?
De oude kerkvaders neigden naar de leer van de 'tussenstaat'. Zij leerden:
a. De gelovigen in de hemel genieten voor de wederkomst nog niet de volkomen heerlijkheid. De lichamelijke heerlijkheid ontbreekt nog.
b. De goddelozen lijden in de hel nog niet de volkomen straf op hun zonden, want de lichamelijke straf ontbreekt nog.
De kerk is later vervallen tot de Roomse gedachte van vagevuur, limbus patrum en limbus infantum enz. De reformatoren stellen allereerst met nadruk vast, dat een mens na het sterven onmiddellijk met de ziel naar de hemel of de hel gaat. Zij stonden wel toe dat er verschil is tussen de heerlijkheid en de rampzaligheid na het eindoordeel. Het lichaam zal daarna ook in heerlijkheid en straf delen.
De Schrift moet hier de doorslag geven. Nu, in de Bijbel vind je genoeg bewijs om te stellen dat het standpunt van de Vroege kerk en de Reformatie het juiste standpunt is. Denk maar aan de gelijkenis van de rijke man en Lazarus, aan de moordenaar op het kruis, aan de zielen onder het altaar (Openbaring 6:9), het bij de Heere zijn direct na het sterven (2 Kor. 5:6-9, Filipp. 1:23), de boodschap uit Openb. 14:13: "Schrijf, zalig zijn de doden, die in de Heere sterven, van nu aan" en Hebr. 12:23 dat ons zegt dat de zielen van de gelovigen nu in de hemel zijn.
De vraag, die overblijft is: waarom is het eindoordeel dan nog nodig? Het feit dat er een dag gesteld is waarop Christus als Rechter alle mensen oordelen zal is overvloedig genoeg uit de Schrift te bewijzen. Wij belijden dit ook in onze 12 artikelen van het geloof. Maar is zo'n eindoordeel wel nodig, omdat de eindbestemming van ieder mens reeds bepaald wordt bij zijn sterven? Dit lijkt het eindoordeel overbodig te maken.
Wij moeten, wat betreft het eindoordeel bedenken, dat het daarin niet alleen over de toekomstige en eeuwige staat van de mensen gaat. Het eindoordeel dient als een tentoonspreiding en verheerlijking van Gods barmhartigheid en rechtvaardigheid in de tegenwoordigheid van alle mensen en engelen. God brengt de gehele mensheid, allen die ooit geleefd hebben met ziel en lichaam voor Zijn rechtbank, tot verheerlijking van Zijn barmhartigheid door voor de gelovigen Zijn hemelse heerlijkheid te openen en tot verheerlijking van Zijn rechtvaardigheid in het verwijzen van de goddelozen naar de eeuwige rampzaligheid.
Verder zal dit oordeel publiek zijn en niet tot de ziel beperkt zijn. De mensen zullen naar ziel en lichaam geoordeeld worden en wegdragen wat in het lichaam is geschied, hetzij goed of kwaad.
Tot slot: de heerlijkheid van Christus vereist, dat er een Dag komt waarop Hem de eer gegeven wordt om alle schepselen te oordelen. Kortom, er staat heel wat meer op het spel in het eindoordeel dan onze zaligheid of rampzaligheid. De eer van God en de heerlijkheid van Christus zijn er mee gemoeid. Laten we nu de a.s. Rechter onze vriend maken door voor Christus te buigen, dan hebben we straks niets te vrezen. Nu is Jezus nog Zaligmaker, Die bereid is de snoodste zondaar te ontvangen. Maar straks zal Hij alleen maar Rechter zijn. "Kust de Zoon, opdat Hij niet toorne en u op de weg vergaat".
Ds. C. Harinck
Lees ook:
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. Harinck
- Geboortedatum:09-04-1933
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Bekijk ook: