Massaslachtingen op bevel des Heeren
Ds. C. Harinck | Geen reacties | 01-10-2001| 00:00
Vraag
In het Oude Testament vinden we verhalen van enorme massaslachtingen die door het volk Israël op bevel des Heeren uitgevoerd moesten worden. Voorbeeld Jozua 6:21 en 1.Sam.15. Niet alleen alle mannen en vrouwen, maar ook kinderen werden op gruwelijke wijze omgebracht. Waarom dit alles? Kinderen bijvoorbeeld konden toch heropgevoed worden? En is de prediking van Christus (ene wang, andere wang) in het NT, niet geheel anders dan de wil des Heeren in het OT?
Antwoord
Wanneer je over de enorme slachtingen leest in het boek Jozua, vraag je je inderdaad af: had Israël wel het recht om zo op te treden? Toch zijn deze oorlogen waarin ook de vrouwen en kinderen, ja alles wat leefde gedood werd, op het bevel van de Heere gevoerd. We lezen in Jozua 10:40: "Hij verbande alles wat adem had, gelijk als de Heere, de God Israëls gesproken had".
De reden voor de verdelging van de zeven Kanaänitische volken wordt ons reeds meegedeeld in Gen. 15:16. Zij hadden de maat van de ongerechtigheid vol gemaakt. Hun gruwelijke zonden, vooral op seksueel gebied, zijn de oorzaak waarom God wilde dat zij totaal uitgeroeid zouden worden. We lezen daarover in Lev. 18. Deze volken waren een kankergezwel, dat de omringende volken aanstak. Er was geen genezen meer aan. Zij waren vooral een gevaar voor het volk van Israël. Indien dit kankergezwel niet uitgesneden werd, zou dit ook Israël, het heilige bondsvolk, aantasten.
De Heere Jezus en ook de apostel Paulus verwijzen naar mensen, die niet meer te genezen zijn en alleen een gevaar voor anderen betekenen. (Matth. 23:13 en 1 Thess. 2:16). De christelijke ban is op deze bijbelse gegevens gefundeerd. Om het lichaam te behouden moet een arm of been, dat verrot is, worden afgezet. Anders zou het gehele lichaam er aan te gronde gaan. ( 1Kor.5).
Aan de andere kant lezen we duidelijk in de Schrift, dat God genade schenkt aan mensen en volken, die zich van hun goddeloosheid bekeren. (Ezech. 16). Dit komen we ook tegen in het boek Jozua. Wanneer steden zich niet verzetten worden zij niet verbrand. (Jozua 12:13). Zondaren verdelgen vanwege hun ongerechtigheid wordt Gods vreemde werk genoemd. Jes. 28:21). S. Rutherford noemde het de 'laagste" weg waarin God Zich verheerlijkt. De 'hoogste' weg is zondaren genade te bewijzen. Daarom zegt de Heere, dat Hij geen lust heeft in de dood van de goddeloze, maar daarin dat hij zich zal bekeren en leven. Verder blijven Gods oordelen een diepe afgrond.
Ds. C. Harinck.
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. Harinck
- Geboortedatum:09-04-1933
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Bekijk ook: