Des Christens Groot Interest - William Guthrie
Ds. C. Harinck | 4 reacties | 08-01-2016| 08:14
Vraag
Ik heb met interesse uw lezing over “Des Christens Groot Interest” van William Guthrie beluisterd. Op 54:23 zegt u dat William Guthrie een aantal zaken opsomt wat het rechtvaardigmakend geloof niet is. Het is onder andere niet: persoonlijk te weten dat Christus voor je gestorven is. Het geloof richt zich niet op deze zaken omdat het verborgenheden zijn, maar het geloof richt zich op wat het evangelie belooft. Kunt u hier wat meer over zeggen?
Antwoord
Beste vraagsteller,
U doet er goed aan het boek van Guthrie zelf te lezen, dan zal het u duidelijk worden, maar ik wil uw vraag natuurlijk beantwoorden. Het rechtvaardigend geloof, dat is: een geloof dat mij rechtvaardígt voor God. Het is het geloof zoals het voor het eerst in de Bijbel genoemd wordt in Gen. 15:6.
Dit geloof maakt ons rechtvaardig voor God. Dit geloof zoekt dit niet in de werken van de wet maar in de beloofde en gekomen Messias Jezus Christus. De vraag is nu: wat gelooft dit geloof? Gelooft de zondaar die door dit geloof zijn rechtvaardigheid voor God in Jezus Christus zoekt, dat Christus heel persoonlijk voor hem of haar is gestorven? Of richt het zich op de boodschap van het Evangelie, die zegt dat Christus volkomen kan zalig maken al degenen, die door Hem tot God gaan? Hebr. 7:25. Begint dit geloof met de zekerheid dat Jezus voor hem of haar gestorven is of met de zekerheid dat er een Zaligmaker is Die kan redden van de verdiende toorn van God en Die Zich in het Evangelie met al Zijn verdiensten aanbiedt?
Indien het eerste geëist wordt. Wat heeft die mens dan nog te geloven? Hij of zij weet alles al wat men weten wilde, namelijk dat men door Christus met God is verzoend. Maar zo gelooft de zondaar niet. Hij of zij gelooft en beleeft dat men verloren en schuldig is en in Gods gericht niet kan bestaan. In die nood vlucht het rechtvaardigend geloof tot de Christus van het Evangelie en vindt in Zijn verzoenend lijden en sterven zijn rechtvaardigheid voor God. Als het gaat om een zekerheid vooraf zou je slechts over één zekerheid mogen spreken, namelijk dat het rechtvaardigend geloof alleen zeker is van de waarheid van het Evangelie dat er in Jezus Christus redding is voor de grootste van de zondaren en dus ook voor mij. Persoonlijke zekerheid van de rechtvaardiging volgt op het geloof en gaat er niet aan vooraf.
Ds. C. Harinck
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. Harinck
- Geboortedatum:09-04-1933
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Dit is een bijbels antwoord. Ef. 1:13 ''In Hem bent ook u, nadat u het Woord van de waarheid, namelijk het Evangelie van uw zaligheid, gehoord hebt; in Hem bent u ook, toen u tot geloof kwam, verzegeld met de Heilige Geest van de belofte."
In de Bijbel staan er legio voorbeelden van. De moordenaar aan het kruis. Hij kwam tot Jezus en zei: "denk aan mij, als U in Uw Koninkrijk gekomen bent." Hij geloofde het Woord van waarheid in Micha 5: 1 dat Jezus de Heerser was, Die een Koninkrijk had. Hij ontving, nadat hij dit geloofd had, de persoonlijke zekerheid dat hij een onderdaan van dit Koninkrijk was : "En Jezus zei tegen hem: Voorwaar, zeg Ik u, heden zult u met Mij in het paradijs zijn."
Heel terecht merkt Ds. op, dat dit geloof dus niet begint met de zekerheid dat Jezus zijn of haar persoonlijke zaligmaker is, maar dat dit geloof in de eerste plaats zich richt op datgene wat God in Zijn Woord over Jezus zegt. En zo'n geloof vraagt God. Dit is de wil van Mijn Vader dat gij gelooft in Hem die Hij gezonden heeft. Het krampachtig zoeken naar de zekerheid dat Jezus voor mij gestorven is, zonder dit geloof, heeft geen resultaat.
"Begint dit geloof met de zekerheid dat Jezus voor hem of haar gestorven is of met de zekerheid dat er een Zaligmaker is Die kan redden van de verdiende toorn van God en Die Zich in het Evangelie met al Zijn verdiensten aanbiedt?
Indien het eerste geëist wordt. Wat heeft die mens dan nog te geloven?"
Mooi! En zo waar.
Nou, bijvoorbeeld dit:
2 Korinthe 5:17 Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden.
en dit:
Mattheüs 5:16 Laat uw licht zo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken zien en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken.
en dit:
Efeziërs 2:10 Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.
en dit:
Hebreeën 10:24 En laten wij op elkaar letten door elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken.
Volgens mij hebben wij nog genoeg te doen nadat we tot geloof zijn gekomen