Niet huilend over de wereld gaan
drs. W.H. Hoorn | 2 reacties | 30-11-2015| 17:07
Vraag
Ik heb een onrustig leven. Enerzijds ben ik er van overtuigd God als mijn Zaligmaker te kennen, anderzijds twijfel ik daar heel erg aan. Die twijfels zijn gekomen nadat ik met mijn man mee gegaan ben naar zijn kerk en daar heel weinig mensen echt geloven. Als je er iets over zegt krijg je als reactie, dat ik het zelf wil pakken, maar dat het echt Gods werk moet zijn. Ik vind bidden heel moeilijk, maar verlang wel heel erg naar meer kennis van God en lees en luister de Bijbel, preken van diverse kerkverbanden en andere christelijke lectuur. Dit voelt heel goed en ik leer er veel van en kan soms echt mezelf vinden in datgene wat ik lees of beluister.
Nu is het grootste punt dat ik niet huilend over de wereld ga vanwege mijn zonde. Ik besef dat ik een zondaar ben en een Borg nodig heb. Ik heb in mijn leven ook ervaren dat God mij de directe zonde aanwijst waar ik met Zijn hulp ook mee heb kunnen breken. Is huilen een teken van het ware? Want dat doe ik totaal niet. Hoe weet ik nou zeker dat ik geborgen ben door Zijn bloed. Ik heb ook een verlangen om weer deel te nemen aan het avondmaal maar durf dit niet omdat ik zo bang ben voor het huisbezoek wat ik dan zal krijgen en ik niet zo goed kan vertellen hoe groot zondaar ik ben en hoe ik precies bekeerd ben.
Antwoord
Beste vragenstelster,
Twee zaken vallen op in uw vraag. Het eerste is dat u zegt ervan overtuigd te zijn God als uw Zaligmaker te kennen. Het tweede is dat u zegt te hebben ervaren dat God u de directe zonde in uw leven heeft aangewezen en dat u daar met Zijn hulp ook mee hebt kunnen breken. Ondanks uw twijfel en onrust in uw geloofsleven waar het uw genadestaat betreft zijn dat toch twee zaken waaruit mag blijken dat de Heere nog bemoeienis met u heeft willen hebben en waaraan u ook troost en bemoediging mag ontlenen. Toch wil ik een paar kanttekeningen bij deze twee getuigenissen plaatsen, en de manier waarop u dat in uw vraag verwoordt. Want het zou u in uw geloofsleven tot steun kunnen zijn wanneer u uw gedachten hierover kunt ordenen. En u ook beter in staat zou kunnen zijn om datgene wat de Heere nog aan u heeft willen doen naar anderen toe te verwoorden. Daarvoor zou ik u een paar handreikingen en hulpmiddelen willen bieden. U krijgt hier dus eigenlijk catechisatie.
Wat het eerste punt in uw vraag betreft; U zegt God als uw Zaligmaker te kennen, maar eigenlijk zou u veel beter kunnen zeggen de Heere Jezus en Dien gekruisigd uit genade als uw Zaligmaker aan hebben te mogen nemen. Want alleen door Zijn enige offerande aan het kruis, waar Hij Zijn bloed heeft vergoten tot vergeving van onze zonden en Zijn daar volbrachte heilswerk voor ons, kunnen wij voor God gerechtvaardigd worden. Omdat Hij daar in onze plaats de straf voor de zonde, die wij hebben verdiend, heeft willen dragen. Dat is een werk van God de Zoon. En dat werk is ook helemaal volgens de wil van God de Vader. Maar het houdt wel in dat Christus, God de Zoon, onze Zaligmaker is. En dat u Hem, de Heere Jezus, Wiens naam ook “Zaligmaker”' betekent, door het geloof, als uw Zaligmaker mag kennen in uw eigen hart en leven. Want alleen dit geloof in de Heere Jezus en in Wie Hij voor ons wil zijn en wat Hij voor ons heeft willen doen, kan ons rechtvaardig voor God maken. En zo worden wij, in Christus, dan ook verlost van onze zonden. En vanuit het van nature dood liggen in onze zonden in het nieuwe leven in Hem overgezet. Dat is de rechtvaardigmaking, die ons door God de Zoon, de Heere Jezus Christus, wordt aangebracht.
Wat het tweede punt in uw vraag betreft; U zegt te hebben ervaren dat God u de directe zonde in uw leven heeft aangewezen en dat u daar met Zijn hulp ook mee hebt kunnen breken. Dat is voor ons een gevolg van de heiligmaking, die altijd in het verlengde ligt van boven genoemde rechtvaardigmaking. Deze heiligmaking is weliswaar ook naar de wil van God de Vader. Maar, zoals de rechtvaardigmaking een werk van God de Zoon is, is de heiligmaking op haar beurt een werk van God de Heilige Geest.
Het eerste punt wat u in uw vraag hebt verwoord is een gevolg van de rechtvaardigmaking door Christus. En deze rechtvaardigmaking, door het geloof wat ons uit genade wordt gegeven, houdt voor ons ook de verlossing in. Rechtvaardigmaking staat dus gelijk aan de verlossing door God de Zoon uit onze natuurlijke ellende van zonde en dood. Direct in het verlengde van deze rechtvaardigmaking ligt de heiligmaking door God de Heilige Geest. En deze heiligmaking is voor ons op haar beurt weer een gevolg van het leven uit de dankbaarheid voor deze verlossing.
Kort samengevat; Het is God de Vader, Die ons Zijn genade wil bewijzen en Die ons in onze natuurlijke ellende aanziet. Het is God de Zoon, Die ons wil verlossen uit deze ellende en ons daarmee rechtvaardig voor God de Vader maakt. Het is God de Heilige Geest, Die deze genade en verlossing op ons wil toepassen, in de heiligmaking vanuit de dankbaarheid voor deze genade van God de Vader en deze verlossing door God de Zoon.
Ellende, verlossing en dankbaarheid dus. En dat zijn de drie stukken van de Heidelberger Catechismus. Wanneer u deze drie stukken op uzelf kunt toepassen, en aan de hand daarvan uw gedachten over uw geloofsleven op een rijtje weet te zetten, dan kunt u ook veel beter verwoorden wat de Heere nog aan u heeft willen doen. En dan hoeft u ook niet bang te zijn voor huisbezoek. Of u wel of niet aan het Avondmaal kunt aangaan blijft een zaak tussen de Heere en u.
U schrijft ook dat het het grootste punt is dat u niet huilend over de wereld gaat vanwege uw zonde. En u vraagt, of huilen een teken is van het ware. Dat huilen is niet verbonden met Gods genade maar met het karakter en de psyche van een mens aan wie Hij Zijn genade wil bewijzen door zo'n mens te overtuigen van zijn of haar zonde en doemwaardigheid. Omdat ieder mens uniek is, heeft ieder mens ook een ander karakter en een verschillende psyche. Daarom zal ieder mens daar ook anders en verschillend op reageren. Sommige mensen worden er door aan het huilen gebracht, maar anderen niet. En daarom hoeft huilen ook geen waar kenmerk van Gods genade te zijn. Bovendien kent God ons beter dan wij onszelf kennen en is Zijn genade, met eerbied gesproken, daarom dan ook geen confectie, maar altijd maatwerk wat specifiek en afzonderlijk op elk verschillend mens is toegesneden. En dit maatwerk is een persoonlijke zaak tussen de Heere en ons, waar anderen dus niet over kunnen oordelen en wat wij zelf vaak niet eens kunnen begrijpen.
Ten slotte zou ik u, wat betreft dat huilen, ook willen verwijzen naar Gal. 5:22, waar Gods Woord voor ons een opsomming geeft van de vruchten van Zijn Geest; “Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid.” Huilen staat daar niet tussen. Blijdschap wel. En deze blijdschap wens ik u van ganser harte toe.
Wees in alles Gode bevolen,
Drs. W. H. Hoorn
Dit artikel is beantwoord door
drs. W.H. Hoorn
- Geboortedatum:30-01-1959
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Dedemsvaart
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Niet beroepbare kandidaat
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
William Guthrie had dat in zijn tijd al goed gezien en heeft daar een zeer fraai boek over geschreven: Des Christens Groot Interest. Tot troost van velen!
Guthie zegt over de reden van zijn schrijven:
Omdat er zoveel mensen zijn, die onder de middelen leven en die zonder grond voorgeven, dat zij een bijzonder recht op Christus, evenals deel aan Zijn gunst en zaligheid hebben, gelijk duidelijk blijkt uit Matth. 7 : 22 en 23; 25 : 11 en 12; Luk. 13 : 24, en er velen zijn, die wel een goede grond hebben om zich Jezus toe te eigenen, maar niet bevestigd zijn in het vertrouwen op Zijn gunst, en in het duister blijven, zonder troost, twijfelende aan de waarheid en werkelijkheid van Godzaligheid in zichzelf en weinig sprekende tot aanprijzing van de godsvrucht, zo zal ik een weinig spreken van twee belangrijke zaken. De eerste is: Hoe een mens zal weten, of hij een waar en bijzonder recht en deel aan Christus heeft, en of hij zich met recht Gods gunst en de zaligheid toe-eigent? De andere is: In geval dat iemand in de voorzegde toetsing te kort schiet, wat weg hij dan zal inslaan, om zichzelf te verzekeren van Gods vriendschap en zaligheid.
John Owen noemde het "het gouden boekje naast de Bijbel". Zeer aanbevolen. Geen dikke pil en zeker de nieuwste uitgave is zeer lezenswaardig! Guthrie beschrijft nauwkeurig de verschillende manieren die God gebruikt om zondaren tot zich te trekken. De ene door de wet, de andere zonder de wet. Door diepe dalen, op een evangelische manier, snelle bekering of een lange, moeilijke weg. Soms duidelijk aanwijsbaar, vaak(!) heeft men geen flauw idee wanneer God is begonnen. Soms vaag. Soms geen idee dat God al is begonnen.
Het is natuurlijk voluit Bijbels om de verschillende manieren van bekeringen te benadrukken en te onderscheiden. En dan niet ja maar. We moeten geen dingen zoeken die er niet staan. Bijv: Zacheüs zal eerst de droefheid naar God hebben gekend enz.. Veel berouw hebben gehad.. Dat staat er niet, Zacheüs wilde maar 1 ding: Jezus zien!
En daar gaat het jou zo te lezen ook om: Mijn ziel bezwijkt van sterk verlangen..
Ja, mijn hart huilt als ik lees dat de vraagstelster door de kerk op het verkeerde been wordt gezet. Ze wordt van de blijdschap van het geloof afgehouden door mensen die zelf verblind zijn. Wiens werk is het als iemand van God wordt afgehouden? Van de duivel! Lees in de Galaten brief wat Paulus schrijft over mensen die een ander evangelie verkondigt dan Paulus deed:
Gal. 1:9 Zoals wij al eerder gezegd hebben, zo zeg ik ook nu weer: Als iemand u een evangelie verkondigt anders dan wat u ontvangen hebt, die zij vervloekt.
Dat is heftig!
Ik hoop van harte dat de vraagstelster zich meer en meer laat leiden door wat God in Zijn Woord tot onze troost zegt en af kan schudden wat haar kerk in onwaarheden tegen haar vertelt.