Jongste dag (g)een troost
ds. D.M. Elsman | Geen reacties | 30-11-2015| 13:34
Vraag
Wat een heftige tekst kwam ik tegen in Zefanja 1:14-2:3. Ik lees vaak dat de jongste dag een troost moet zijn voor christenen, maar als ik dit lees, word ik er alleen maar onrustig en angstig van! Hoe kan zo'n tekst troost bieden?
Antwoord
Beste vriend(in), inderdaad klinken in Zefanja 1:14-2:3 donkere tonen waarvan je op het eerst gehoor onrustig en angstig kunt worden. De jongste dag – daar kijkt een kind van God toch met verlangen naar uit? Hoe klinkt het dan: “Die dag zal een dag der verbolgenheid zijn; een dag der benauwdheid en van angst, een der woestheid en verwoesting, een dag der duisternis en der donkerheid, een dag der wolk en der dikke donkerheid” (1:15).
Vreselijke, angstwekkende woorden. Maar heb je ook de reden gelezen? Waarom en voor wie die dag een dag van benauwdheid zal zijn? “Want zij hebben tegen de HEERE gezondigd” (1:17). Wij lezen hier opnieuw hoe ernstig de HEERE onze zonde neemt. Waarom? Omdat Hij volkomen rechtvaardig is.
Is het voor jou een troostvolle gedachte dat God niet alleen een einde zal maken aan alle onrecht, maar ook alle onrecht rechtvaardig zal straffen? Als de Heere wederkomt zal Hij oordelen de levenden en de doden. God is niet alleen barmhartig, maar ook rechtvaardig. Als Hij ook maar (in onze ogen) de geringste misdaad door de vingers zou zien, zou dat in strijd zijn met Zijn volkomen rechtvaardigheid.
Wij moeten daar niet licht over denken. God is heilig -een verterend vuur (Hebr. 12)- “vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God” (Hebr. 10).
Dat is de achtergrond van Zefanja 1 en 2. Hier spreekt niet een macht van het kwaad, de duivel die uit is op benauwdheid en angst, verwoesting en vernieling, duisternis en donkerheid. Hier spreekt de heilige en rechtvaardige God, lankmoedig, doch van grote kracht, Die de schuldige geenszins onschuldig houdt.
Daarmee komt de ernst van de woorden van Zefanja ook tot ons vandaag. Want wie is zonder zonde en wie zal dan voor God kunnen bestaan? Moeten wij dan niet allen vrezen voor die dag der wrake, de dag van de toorn van God?
Hoor dan het Evangelie: De HEERE heeft Zijn vreselijke, maar rechtvaardige toorn doen komen over Zijn Zoon – Die Zichzelf als een Offer heeft gegeven aan het kruis van Golgotha om de Zijnen met God te verzoenen. Wie in Hem gelooft, ontvangt vergeving van zonden. Johannes 3: 17-18: “Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden. Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is alreeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de Naam van de eniggeboren Zoon van God.”
Daarom klinkt er in Zefanja 2: 1-3 de oproep tot bekering – ook tot jou en mij: “Doorzoek uzelf nauw (...) terwijl de toorn des HEEREN over u nog niet komt.” Waar hebben wij onszelf op te onderzoeken? 1 Johannes 4: 15-17: “Zo wie beleden zal hebben, dat Jezus de Zoon van God is, God blijft in hem, en hij in God. En wij hebben gekend en geloofd de liefde, die God tot ons heeft. God is liefde; en die in de liefde blijft, blijft in God, en God in hem. Hierin is de liefde bij ons volmaakt, opdat wij vrijmoedigheid mogen hebben in de dag des oordeels” (!). “Die in de Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die de Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem” (Joh. 3).
Tot het volk in de dagen van Zefanja – en ook tot ons klinkt: “Zoekt de HEERE, alle gij zachtmoedigen van het land, die Zijn recht werken” (2:3). Wie zijn die zachtmoedigen, die gerechtigheid zoeken? Dat zijn zij die door het geloof van harte gehoorzamen aan het woord van hun Heere: “Leert van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen” (Matt. 11).
Weet je wat de naam Zefanja betekent? “De HEERE beschermt”, “de HEERE biedt een schuilplaats”. Hij biedt je in Zijn Zoon een eeuwige Schuilplaats aan (lees eens het slot van 2:3!).
Hoor de belofte voor Gods kinderen als die dag zal zijn aangebroken, Openb. 21: “God zal alle tranen van hun ogen afwissen; en de dood zal er niet meer zijn; noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn. (...) Ziet, Ik maak alle dingen nieuw.”
Hoor dan ook wat de ongelovigen is voorzegd – als ook de profetie van Zefanja in vervulling zal zijn gegaan: “Maar de vreesachtigen, en ongelovigen, en gruwelijken, en doodslagers, en hoereerders, en tovenaars, en afgodendienaars, en al de leugenaars, hun deel is in de poel, die daar brandt van vuur en sulfer.”
Ook in donkere woorden van Zefanja 1:14 – 2:3 klinkt: Bekeert u en gelooft het Evangelie!
Van harte bid ik je dat toe: geloof en bekering. Opdat je van harte getuigen mag van die enige troost beide in leven en sterven, dat de heilige en rechtvaardige God in Christus Jezus jouw hemelse Vader is, zonder Wiens wil geen haar van je hoofd vallen kan (Zondag 1).
Ds. D. M. Elsman
Dit artikel is beantwoord door
ds. D.M. Elsman
- Geboortedatum:16-04-1961
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Rijssen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: