De Christus prediken
C.A. Hoekman | 1 reactie | 21-11-2015| 12:02
Vraag
Er wordt soms wel eens gezegd: De Christus wordt niet gepreekt. Wat betekent nu eigenlijk “De Christus prediken”? En hoe weet je dat je Christus hebt in je leven?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Je hoort wel eens: ”De Christus wordt niet gepreekt.” Wat wordt dan bedoeld? Ik denk dat men dan niet bedoelt dat de Naam van de Heere Jezus totaal niet wordt genoemd in een preek, maar dat de Naam van Christus te weinig centraal staat en dat in het komen tot de Heere Jezus er voorwaarden worden gesteld, een zogenaamde voorwaardelijke prediking. Een prediking die dan meer gericht is op de christen dan op de Christus.
Maar wat betekent nu eigenlijk: ”De Christus prediken”? Wanneer ik probeer op deze vraag een antwoord te geven, moeten we in de eerste plaats te rade gaan bij Gods Woord. Wat is de enige hoop voor een zondaar om zalig te worden? Daar is de Bijbel duidelijk over. In Hand. 4:12 lees je: “En de zaligheid is in geen Anderen; want er is ook onder de hemel geen andere Naam, Die onder de mensen gegeven is, door Welken wij moeten zalig worden.” En wat denk je van Joh. 3:16? Wanneer er nu geen andere naam is, dan de Naam van Jezus om zalig te worden en wanneer nu alleen het geloof in Hem, Jezus Christus, verlost van het verderf en eeuwig leven geeft, dan is het toch duidelijk dat de Naam van Jezus gepreekt, geproclameerd, moet worden! Er mag in de prediking voor een zondaar geen onduidelijkheid bestaan over de noodzaak om tot de Heere Jezus te komen en over de gewilligheid van Hem om zalig te maken, die tot Hem komt (Ezech. 33:11; 1 Tim. 1:15). In de prediking komt met ernst en aandrang de nodiging tot het komen tot Christus. Met ernst: ”Wij dan, wetende de schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof”, en met aandrang: ”Zo zijn wij dan gezanten van Christus wege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christus wege, laat u met God verzoenen” (2 Kor. 5:11 en 20).
Deze nodiging in en door de prediking is méér dan de wens uitspreken om tot God te bidden om een nieuw hart, door de werking van de Heilige Geest; méér dan alleen de oproep om te vragen om bekering. Wanneer de Heere Jezus in Mark. 1:15 zegt: “De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God nabij gekomen; bekeert u, en gelooft het Evangelie” is dat geen wens maar een bevel. En wanneer de Heere Jezus het zo doet, moeten wij het in de prediking ook zo horen. Terwijl Jezus toch bij uitstek wist hoe onwillig en onmachtig de zondaar was en toch deed Hij het zo. Wat een wonder dat Zijn gezanten, Zijn dienaars, Hem zo mogen, zelfs moeten naspreken. Het Evangelieaanbod is: “Komt tot de bruiloft, want alle dingen zijn gereed” (Matt. 22:4).
Waarom moet de nodiging om tot Christus te komen welmenend en onvoorwaardelijk gepreekt worden? Om twee redenen. De eerste reden is dus dat God het in Zijn Woord beveelt en dan mag je dat niet alleen doen, maar dan moet je dat doen. Niet redeneren, maar doen! De tweede reden is dat God op deze wijze Zijn verkiezend welbehagen uitwerkt in zondaren. In Gods heilsplan is de weg waarlangs God uitverkoren zondaren tot Zich trekt, mede besloten. Hij doet dat door Zijn Zoon te geven tot een rantsoen/losprijs voor velen en Hem als de Zaligmaker der wereld te laten prediken. Het komt alles uit Gods hart. Deze is Mijn geliefde Zoon; hoort Hem! (Luk. 9:35). In de prediking hoor je dan van Hem, Die het verlorene zoekt en hoor je de Evangeliebelofte dat ieder die in de gekruisigde Christus gelooft niet verloren zal gaan, maar eeuwig zal leven.
En dan kom ik gelijk bij je tweede vraag. Hoe weet je, dat je Christus hebt in je leven? Wanneer de proclamatie van de Naam van de Heere Jezus in de prediking klinkt, welmenend en onvoorwaardelijk, hoort de een het alleen met zijn oor en gaat er in (schuldig) ongeloof aan voorbij, terwijl bij de ander zijn hart wordt geraakt door de Heilige Geest. Hoe je dat ervaart? Je gaat anders over jezelf denken en over God. Het besef God kwijt te zijn door eigen schuld, vervult je hart. Het probleem van je zonden kun je niet afdoen met allerlei uitvluchten. Jij kunt nooit aan Gods rechtvaardigheid voldoen.
Maar toen mij Gods Geest aan mijzelf had ontdekt,
Toen werd in mijn ziele de vreeze gewekt.
Toen voelde ik wat eisen Gods heiligheid deed:
Daar werd al mijn deugd een wegwerpelijk kleed!
Het moet goed komen tussen God en jou. Er is droefheid naar God (2 Kor. 7:10). Heimwee naar God. Wat is de onvoorwaardelijke nodiging om tot Christus te komen dan heerlijk, wanneer je hoort dat Jezus het verlorene zoekt. Hij zoekt jou! Mij? Ja, jou! (Luk. 19:10). Hoe je weet dat je Christus in je hart hebt? Dat je gelooft, met heel je hart, dat Hij ook jou zoekt. En je jezelf aan Hem leert overgeven, zoals je bent, met al je zonden en zorgen.
Toen vluchtte ik tot Jezus! Hij heeft mij gered;
Hij heeft mij verlost van het vonnis der Wet;
Mijn heil en mijn vrede en mijn leven werd Hij:
Ik boog me, en geloofde, en mijn God sprak mij vrij.
“Deze ontvangt zondaren en eet met hen.” Je zult dat nooit kunnen begrijpen, je mag het aanbidden. Heere Jezus, U kwam niet alleen voor anderen, maar ook voor mij. Jezus alleen en niemand anders! Zou je dan niet weten dat Christus ook in jouw leven gekomen is?
C. A. Hoekman, Kapelle
Dit artikel is beantwoord door
C.A. Hoekman
- Geboortedatum:23-09-1943
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Dhr. Hoekman was ruim 40 jaar ouderling in de Ger. Gem.
Bekijk ook: