Ambt staat hoger dan het gezin
Ds. N. den Ouden | 4 reacties | 13-11-2015| 10:21
Vraag
Aan ds. N. den Ouden. In een preek van uit 2 Koningen 4 heeft u iets gezegd over “Uw knecht, mijn man”, dat het ambt hoger staat dan het gezin. Kunt u dat eens nader uitleggen? Eerst kerk, dan gezin, dan werk?
Antwoord
Ja, het sociaal wenselijke antwoord is natuurlijk dat het gezin voorop moet staan. Ik ben het daar ook wel mee eens. Een man is allereerst man en (als hij kinderen heeft) vader. Ik ken schrijnende gevallen waarin een man het gezin (met de zorgen die er waren) ontvluchtte en zich in kerkenwerk stortte. Het kan en mag ook niet zo zijn, dat terwijl thuis de problemen zich opstapelen, vader de grote afwezige is.
Er is echter ook een andere kant aan het verhaal: Is er bereidheid om ons in te zetten voor de Heere en Zijn dienst? Is ons leven niet in de eerste plaats bedoeld om Hem te dienen? Is het ergens ook een teken aan de wand, dat er in veel gemeenten moeilijk ambtsdragers te vinden zijn? Mag het soms ook iets ‘kosten’ van het gezin, dat er actief wordt meegedaan in kerkenwerk/ambtelijk werk? Ik denk aan gezinnen van zendelingen, waar het volgen van de Heere een grote directe impact heeft op alle gezinsleden. In mindere mate kan dat ook gelden voor predikantsgezinnen, als het gezin met puberkinderen, zomaar overgeplant wordt naar een ander deel van Nederland.
Een ouderling is (althans binnen een Hersteld Hervormde Gemeente) toch vaak twee of meer avonden per week bezig voor de kerk. En dat heeft dus zeker gevolgen voor zijn functioneren in het gezin. Uiteindelijk geloof ik dat dit ook tot zegen kan zijn voor het gezin, namelijk als ze van dichtbij zien welke plaats de dienst van de Heere inneemt. Al kan dat natuurlijk ook echt buiten het ambt.
Hoe dan ook: Ik weet niet meer precies wat ik er in die preek van gezegd heb. Maar het lijkt me soms goed de andere kant ook eens te benadrukken, waarbij dus de gezelligheid van het gezin niet de bovenste plaats inneemt. En dan dus inderdaad: Uw knecht, mijn man. Waarbij het er overigens ook nog over gaat, dat dit gezegd werd vanuit het perspectief van die vrouw. Zij heeft haar man in de eerste plaats gezien als knecht van God. Het doet me denken aan de deugdzame huisvrouw uit Spreuken 31. Zij was thuis zo bezig, dat haar man kon zitten in de poort met de oudsten van het land (vers 23). Dat klink misschien wel erg ouderwets. Of heeft het ook iets te maken met Bijbelse rolverdeling?
Hartelijke groet,
Ds. N. den Ouden
Dit artikel is beantwoord door
Ds. N. den Ouden
- Geboortedatum:25-10-1969
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Leerbroek
- Status:Inactief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Ik begrijp de zorg voor de vervulling van de vacatures in de kerkenraad, maar aan de andere kant moeten we wel bedenken dat God ons allereerst een taak in het gezin geeft, om daar tot priester van ons gezin te zijn. Als dat al niet goed gaat, hoe moet het dan als ambtsdrager in de kerk?
# van je baan eet je
# in je gezin ben je nodig
# als de Heer van de kerk je roept, is er een opdracht, maar dat mag nooit ten koste van het gezien of je baan gaan. Ook altijd voor ogen houden of het vervullen van een ambt geen compensatie is voor niet behaalde resultaten in een baan.
# als voor sport e.d. heel veel tijd vrijgemaakt kan worden, waarom dan niet een avondje voor de gemeente van Christus
Zo kan ik nog wel even doorgaan. Voorbeelden te over, evenals verontschuldigingen om te bedanken voor een ambt. Inderdaad, zie de juiste balans te vinden
Ook vind ik dat een man na 4 jaar weer uit het ambt moet kunnen, als hij dat wil.
Er zijn genoeg mannen in de gemeente die volwassen kinderen hebben en meer tijd hebben voor hun ambt als ouderling bijv. Daar moet de voorkeur ook altijd naar uitgaan volgens mij. Oudere mannen hebben meer levenservaring, staan vaak al langer in het geloof en kennen de gemeente langer. Alleen maar voordelen dus.