(On)verwacht in de hemel
Ds. W. van Weelden | 3 reacties | 30-09-2015| 08:01
Vraag
Ik heb wel eens een uitspraak gehoord dat er mensen in de hemel zullen zijn van wie we het niet verwachten en dat er mensen zullen ontbreken van wie gedacht zouden hebben dat ze er zouden zijn. Ik kan deze uitspraak echter niet in de Bijbel vinden. Is deze uitspraak bijbels?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
De uitspraak staat niet in de Bijbel. Maar er zijn wel woorden in de Schrift die er voor zorgen dat wij deze uitspraak niet van ons weg werpen. Ik wijs u op Jeremia en David. De profeet Jeremia zegt (17:9): “Arglistig is het hart, meer dan enig ding, ja, dodelijk is het; wie zal het kennen?” David zingt (Ps. 139:23-24): “Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart; beproef mij en ken mijn gedachten. En zie of bij mij een schadelijke weg zij; en leid mij op de eeuwige weg.”
Wij kennen uit Gods Woord het leven van David en de profeet Jeremia. Wij kunnen beiden zelfkennis niet ontzeggen. Juist daarom komen deze woorden zo bij ons binnen. Wij mogen er niet vanuit gaan dat wij ons eigen hart kennen, laat staan dat van een ander. Onze kennis schiet te kort. Maar de kennis van de HEERE niet. Hij kent ieder mens. Hij doorgrondt ieders hart.
Over het oordeel van ons over anderen is het goed om in gedachten te houden deze waarschuwing: “naar wetenschappelijke maatstaven is de waarde van elk moreel waardeoordeel van de ene mens over de andere miniem: elk woord tast in het duister en hangt van waanvoorstellingen en onzekerheden aan elkaar.”
Het mag duidelijk zijn dat wij niet bepalen wie er in de hemel zal zijn. Dat is precies ook de moeite die ik met zo’n uitspraak heb over het ontbreken en aantreffen van mensen in de hemel. Van ons uit bestaat de mogelijkheid. Wij kunnen niets buitensluiten. Maar wij gaan daar niet over. Wie er in de hemel komt, ligt in Gods hand. En een oordeel wie er in de hemel komt, mogen wij ons niet aanmatigen.
Waar het werkelijk op aankomt, is hoe het met onszelf staat. Is de HEERE in mijn leven overgekomen? Heeft de HEERE mij geloof geschonken? Mag ik mij het eigendom weten van de Heere Jezus Christus? Het heilgeheim waar deze vragen op wijzen is een persoonlijke zaak. Hierop het antwoord te weten voor uzelf, is nodig. En als u het antwoord weet, is het een goede zaak om met anderen over dit tere werk van de HEERE van hart tot hart te spreken. Dan vragen wij ons niet meer af: wie. Maar roepen wij: kom ga met ons en doe als wij. De wandel der godzaligheid is gunnend.
Ds. W. van Weelden
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. van Weelden
- Geboortedatum:13-11-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oud-Alblas
- Status:Actief