Waarzaligmakend geloof zoeken
drs. W.H. Hoorn | 7 reacties | 03-09-2015| 14:31
Vraag
Aan een voorganger uit de HHK. Ik tob al maanden met de vraag of ik wel het waarzaligmakend geloof heb. Ik voel het verlangen in mijn ziel om dat geloof te bezitten. Ik vraag en smeek er dagelijks om. Ik voel dat de tijd kort is, nu is het nog de genadetijd! Ik moet mij haasten en spoeden. Als ik andere mensen onbezorgd zie leven wil ik ze het wel toe roepen dat de tijd kort is!! Ook mijn man... Als ik zie hoe gerust hij gaat slapen, hoe makkelijk hij bepaalde zonden doet, wil ik het hem wel toe roepen dat hij zich moet bekeren. Maar ik durf het vaak niet, bang dat hij me te vroom of te gemaakt vind. Ik ben nog niet gered. Heb nog niet de overtuiging van God in m'n hart gehad dat Hij mijn zonden vergeven heeft. Maar nu ben ik zo bang dat het nooit gaat lukken. Ik kan me niet voorstellen dat ik ooit aan het avondmaal deel mag nemen. Het is mijn grootste wens! Ik ben jaloers op gelovige mensen. Hoe moet het nu? Wanneer zal God me verlossen??!!
Antwoord
Deze dingen liggen teer en luisteren nauw. Niet zozeer vanuit wat Gods Woord ons hierover zegt, maar veel meer vanuit datgene wat de worsteling van veel meer mensen in de gereformeerde gezindte is en waar mensen als u mee zitten. Dat is niet ‘vroom’ en ‘gemaakt’, maar een oprechte levensvraag waar u mee worstelt en waar uw man, die niet behept is met zo'n streng en veeleisend geweten als u, misschien wel wat meer begrip voor zou kunnen tonen.
En dan zijn er helaas veel mensen, ook in ons kerkgenootschap, die u dan gaan verwijten dat uw geloof te klein is, omdat u uw zonden groot maakt en Gods liefde, genade en ontferming klein. En dat u uzelf daarmee nog het meeste in de weg zit. Daar hebt u in uw situatie echter helemaal niets aan, omdat u daarmee alleen maar opnieuw op uzelf wordt terug geworpen en dan nog meer gaat twijfelen. Zodat het voor u nog moeilijker wordt om uit deze geestelijke benauwdheid te kunnen geraken. En dan blijft u inderdaad in dit benauwende geestelijke kringetje ronddraaien, waarin dan de obstakels, die voor uw gevoel tussen u en de Heere Jezus liggen, steeds groter en onoverkomelijker lijken te worden. Sommige mensen kunnen daar geestelijk en psychisch finaal aan onderdoor gaan, tenzij of totdat de Heere Zelf daarin nog ingrijpt om hen voor het vallen in een afschuwelijke duisternis en wanhoop te bewaren. Maar dat kan jaren duren, waarmee het licht soms pas op hun sterfbed doorbreekt. En een dergelijke jarenlange geestelijke kwelling eist de Heere toch echt niet van ons!
Gelukkig schrijft u ook dat u de Heere dagelijks vraagt en smeekt om een waarzaligmakend geloof. En van daaruit zou ik u toch willen wijzen op Gods Woord in Rom. 10: 9-11; “'Namelijk, indien gij met uw mond zult belijden den Heere Jezus, en met uw hart geloven, dat God Hem uit de doden opgewekt heeft, zo zult gij zalig worden. Want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid en met de mond belijdt men ter zaligheid. Want de Schrift zegt: Een iegelijk, die in Hem gelooft, die zal niet beschaamd worden.”
Het feit dat u in uw smeekgebeden de weg naar de Heere weet, ja, dat u dat zelfs nog duidelijk in uw vraag hebt vermeld, mag toch ook wel voor u inhouden dat u de Heere Jezus met uw mond belijdt? En wij mogen er toch ook echt wel van uitgaan dat u gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt? Dat is alles wat de Heere, waar het het geloof betreft, van ons vraagt! Meer is het echt niet. En meer kan en moet het voor ons ook niet zijn. Want Hij weet, meer dan wij ooit zullen weten, van onze zwakheid, onze wankelmoedigheid en ons in alles tekort schieten. Daarom stelt Hij ook geen grote eisen aan ons waar het dit geloof aangaat. En wanneer u met uw hart gelooft dat de Heere Jezus Christus, en Dien gekruisigd, de enige Weg ten leven is, dan zult u van daaruit ook gerechtvaardigd worden. En wanneer u Hem met de mond belijdt, dan belijdt u Hem ter zaligheid. En iedereen, die het nog gegeven mag zijn om op een dergelijke eenvoudige manier in Hem te mogen en te kunnen geloven, die zal niet beschaamd, die zal niet teleurgesteld, worden.
Wie zich in gebed tot de Heere wendt kan dit ook alleen maar vanuit geloof doen. Want waarom zou u Hem zo indringend aanroepen, zoals u dat doet, wanneer u niet in Hem zou geloven? (Rom. 10:14).
En dan is er nog een belangrijke zaak die geestelijk gezien moet worden rechtgezet en wat u moet weten. Het gaat in de Schrift niet om ons geloof. Want Gods Woord begint niet met ons geloof. En ook niet met de leer over dit geloof. Gods Woord begint met de Grond en de Inhoud van dit geloof; de Heere Jezus Christus. En eindigt daar ook mee. Elk waarachtig geloof zal ook altijd worden aangevochten en aangevallen. Zoals de boze Christus heeft verzocht, zo zal hij ook Gods kinderen verzoeken en daarmee trachten om hun harten en hun zielen te vergiftigen met ongeloof en twijfel. En wanneer u daarin dan op uzelf wordt terug geworpen dan is het inderdaad ook hopeloos voor u. Hopeloos met uw werken, met uw vroomheid, met uw woorden, met uw kennis van de Schrift en van de leer. Ja, zelfs nog hopeloos met uw geloof! Want wanneer het uw en ons geloof zou moeten zijn, wat ons zalig zou moeten maken, en wanneer de rechtvaardigmaking van uw en ons geloof zou moeten afhangen, zouden wij allemaal reddeloos verloren zijn. Maar het is Gode zij dank dan ook niet ons geloof wat ons zalig kan maken. Want het waarzaligmakende geloof is niet ons geloof, maar het geloof van Jezus Christus, wat Hij ons uit genade wil schenken.
En in deze zou ik u uit willen nodigen om Gal. 2:16 en Rom. 3:22 aandachtig te lezen. “Doch wetende, dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit de werken der Wet, maar door het geloof VAN Jezus Christus, zo hebben wij ook in Christus Jezus geloofd, opdat wij zouden gerechtvaardigd worden uit het geloof VAN Christus, en niet uit de werken der Wet; daarom dat uit de werken der Wet geen vlees gerechtvaardigd zal worden.” En: “Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof VAN Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid.”
Onze zaligheid hangt dus niet van uw of ons wankelmoedige geloof af, maar is onwrikbaar gefundeerd op het geloof van Jezus Christus. U moet dus niet de vergissing maken om uw zaligheid te gaan funderen op uw eigen geloof, want daar worden wij mee in de duisternis van twijfel en aanvechting geworpen, hetgeen u dus is overkomen. Uw hebt uw zaligheid daarentegen te funderen op de Inhoud van het geloof en de Grond van het geloof; de Heere Jezus en Zijn volbrachte offer voor ons, waarmee Hij zonde en dood heeft overwonnen en de satan, die u zo aanklaagt en aanvecht, heeft verslagen. En Hij is Degene, Die Zijn doorboorde Middelaarshanden in Zijn Woord nog dag en nacht naar ons uitstrekt, om ons daarmee Zijn geloof te willen schenken.
Dat is het geloof van Jezus Christus, wat ons zalig maakt. En nabij is ons Zijn Woord om Hem daarin nog te kunnen en te mogen vinden. Daarin kunt u lezen (zie boven Rom. 10: 9-11) hoe weinig Hij daarin eigenlijk van ons vraagt. En wanneer u maar een geloof zult hebben als een mosterdzaadje dan zou u daarmee nog bergen kunnen verzetten.
Tenslotte; Maarten Luther droomde eens dat de duivel hem een hele lijst van zonden voorhield. En Luther moest toegeven dat hij al deze zonden had gedaan en er zelfs nog meer aan moest toevoegen. Maar hij nam deze lijst met zonden van de satan aan, om er vervolgens met rode inkt onder te schrijven: “Het bloed van de Heere Jezus reinigt van alle zonden!” En deze lijst daarna in het haardvuur te werpen. De duivel was toen verdwenen om nooit meer terug te komen.
Mag het nog zo zijn dat u dit geestelijk gesproken ook zult kunnen doen. Want dan zal de weg tot de Heere voor u zijn vrijgemaakt. Hetgeen ik u van ganser harte toewens.
Hartelijke groeten,
Drs. W. H. Hoorn
Dit artikel is beantwoord door
drs. W.H. Hoorn
- Geboortedatum:30-01-1959
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Dedemsvaart
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Niet beroepbare kandidaat
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geloven is ook vertrouwen: "Wie tot Mij komt zal Ik geenszins uitwerpen"
De worsteling die u nu heeft, herken ik uit mijn eigen leven.
Daarom wil ik u bemoedigen vanuit de Bijbel met teksten waaraan ik me heb vastgeklampt.
Psalm 81:12 berijmd:
"Opent uwen mond
Eist van Mij vrijmoedig
Op mijn trouwverbond
Al wat u ontbreekt
SCHENK ik, zo gij 't smeekt
Mild en overvloedig."
Psalm 138:4 berijmd:
"...De HEER is zo getrouw, als sterk;
Hij ZAL Zijn werk
Voor mij volenden..."
Filippenzen 1:6
"Vertrouwende ditzelfde, dat Hij Die in u een goed werk begonnen heeft, dat voleindigen zal tot op den dag van Jezus Christus"
Uit onszelf zoeken we God niet en zien we de noodzaak van zalig worden niet in. Dat is een werk van de Heilige Geest.
Mattheus 7:7-8
"Bidt, en u ZAL gegeven worden; zoekt, en gij ZULT vinden; klopt, en u ZAL opengedaan worden. Want een iegelijk die bidt, die ontvangt; en die zoekt, die vindt; en die klopt, dien ZAL opengedaan worden.
Hij wijst geen bidder af. Hij belooft zoveel in Zijn Woord. Hoe vaak staat er niet een belofte gevolgd door een "Ik zal". Geef het niet op. De Heere zal antwoord geven.
"Houdt aan, grijpt moed, uw hart zal vrolijk leven" (Psalm 69:13 berijmd)
Gods zegen!
Juist omdat ik belijd dat ik alles behalve perfect ben,simpel ben,klein en nederig.....ga ik elke keer aan tafel bij de Heere. Omdat ik voor hem naakt ben,Hij mij kent zoals niemand anders dus ook mijn fouten en Nwe fouten. Maar omdat ik van Jezus Christus houd en hem wil volgen ga ik aan tafel. Hij heeft tenslotte de enige wijsheid en rechtvaardigheid dus Hij alleen mag mij oordelen en bepalen.Dus waarom nu al niet aan tafel? Dat durf ik en blijf mezelf dwingen dat te durven in elk moment in mijn leven!
omdat Hij tenslotte de ENIGSTE is die mij kan rechtvaardigen. Omdat ik nooit perfect zal zijn. Je bent wie je bent..Hij houdt van al zijn kinderen.