Aardlagen
prof. dr. M.J. Paul | Geen reacties | 01-09-2015| 09:17
Vraag
Ik heb een vraag over de aardlagen die tijdens de zondvloed zouden zijn gevormd: waarom worden er alleen resten van dieren gevonden en niet van mensen? Er worden wel eens enkele voorbeelden genoemd, maar die hebben vaak weinig wetenschappelijke waarde en twee of drie (discutabele) voorbeelden zeggen verder ook niet veel. Er mag dus wel de voorzichtige conclusie getrokken worden dat er geen menselijke resten in de zondvloedlagen gevonden zijn. En dan gaat het niet alleen om fossielen of skeletten, maar er is ook nooit een spoor gevonden van werktuigen, bouwwerken, etc. Ik vraag me dus af hoe dat zit.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Volgens de Bijbel zijn de mens en de landdieren op dezelfde dag geschapen. De mens gaf deze geschapen dieren namen (Gen. 2). Evolutionisten stellen dat de volgorde waarin de fossielen zijn afgezet (trilobieten heel diep, mensen dicht bij de oppervlakte) moet worden toegeschreven aan een opeenvolging van levensvormen op de aarde gedurende perioden van honderden miljoenen jaren. Zij die uitgaan van de letterlijke beschrijving in het boek Genesis gebruiken heel andere dateringen en schrijven het ontstaan van veel aardlagen toe aan de werking van de zondvloed en aan de roerige eeuwen (aardkorst, klimaat) daarna. Maar dan rijst de vraag hoe we de vondsten van fossielen moeten waarderen.
Inderdaad zijn aangevoerde voorbeelden nogal eens discutabel, omdat zorgvuldige opgravingsdocumentatie ontbreekt. Bovendien is de datering erg moeilijk en vaak ook omstreden. Dat geldt bij de meeste fossielen en helemaal bij de datering van menselijke overblijfselen. Daarin spelen uitgangspunten vooraf een grote rol.
Wat is de aard van de opgegraven fossielen? Meer dan 95 procent van de fossielen bestaat uit zeedieren. De overblijvende 5 procent bestaat grotendeels uit algen en uit planten of boomresten. De vertebraten (vissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren) vormen slechts een heel klein gedeelte van de fossielen (schatting: 5 procent van 5 procent is 0,25 procent). Zij worden over het algemeen gevonden in de hogere lagen. Dit kan verklaard worden door verschil in tijd of door de volgorde waarin zij begraven werden. Er is niet alleen een gebrek aan menselijke resten in het vloedsediment, maar ook een gebrek aan zoogdieren.
Wanneer treedt fossilisatie op? Alleen bij een zeer snelle afzetting van aardlagen tijdens het sterven van een dier. Het overgrote deel van de mensen en (hogere) dieren kan in de tijd van Noach gedood zijn tijdens de vlucht voor het water, maar kan ook meegesleurd zijn door stromingen. Net als bij verdronken personen in onze tijd treedt dan ontbinding op. Door de gasvorming gaan de lijken drijven. De weersomstandigheden, het water en de ontbindingsprocessen verhinderden fossilisatie. Wanneer er veel vulkanische activiteit was tijdens de zondvloed (het openbarsten van de zeebodem), zal er ook veel verbranding hebben plaatsgevonden. Dus slechts een heel klein deel van alle levende wezens is bij het intreden van de dood gefossiliseerd.
Verder is het aannemelijk dat de mobielere, intelligentere dieren tijdens de zondvloed het langst hebben kunnen overleven en als laatsten door het water werden bedolven. Dit betekent ook dat hun overblijfselen werden blootgesteld aan erosie door het terugtrekkende vloedwater aan het eind van de zondvloed. Daardoor zullen hun overblijfselen eerder zijn vernietigd.
Hoeveel mensen leefden er in de tijd van Noach op aarde? Wanneer mogelijk enige duizenden mensen (een klein deel van de hele mensheid) tijdens de zondvloed gefossiliseerd zijn, is de kans om ze te vinden in de enorme afzettingsgebieden buitengewoon klein. Het “verdelgen van de aardboden”, door God aangekondigd in Genesis 6:7, is zeer grondig gebeurd.
De geringe aanwezigheid of zelfs afwezigheid van menselijke fossielen in oude sedimentaire lagen is gemakkelijker vanuit de zondvloed te verklaren dan vanuit de evolutietheorie. Dan moeten er immers veel meer mensen gedurende miljoenen jaren in rustiger en meer gelijkblijvende omstandigheden geleefd hebben, zodat er meer skeletten gevonden zouden worden.
Hoe zit het met bouwwerken en met culturen? De Griekse filosoof Plato (rond 400 v.Chr.) noemt het werelddeel Atlantis dat verzwolgen is in de zee. Van dat werelddeel is nooit een spoor teruggevonden, terwijl de oceaanbodem langzamerhand redelijk in kaart gebracht is. Wanneer er een sterke tektonische activiteit was tijdens de zondvloed, en aardschollen over elkaar schoven, is het mogelijk dat complete continenten verdwenen in het binnenste van de aarde.
Steeds meer mensen in onze tijd bepleiten dat de zondvloed regionaal was (bijv. alleen in het Midden-Oosten) en niet wereldwijd, omdat dit niet in overeenstemming te brengen is met de evolutietheorie. Toch zijn er bijzonder sterke aanwijzingen in Genesis dat wel een wereldwijde vloed bedoeld is. Noach is duidelijk een tweede Adam, na wie het leven op aarde opnieuw begint. De beschrijving noemt het openbarsten van de bronnen van de grote watervloed en het openzetten van de sluizen van de hemel gedurende veertig dagen (Gen. 7:11). Hier is meer aan de hand dan een grote overstroming. De hele aarde was in beweging. De sterke stromingen, de beweging van de aardplaten, de vulkanische activiteiten enz. kunnen er voor gezorgd hebben dat er zelfs afzettingslagen van honderden meters hoogte ontstaan zijn. Als de zondvloed de Grand Canyon heeft uitgeslepen, kunnen we ons een kleine voorstelling maken van de verwoestende krachten. Het is logisch dat ook de cultuuruitingen van de mensen voor de vloed geheel verwoest werden. Het is daarom aannemelijk dat er tot nu toe geen gebouwen en werktuigen uit die tijd gevonden worden.
Interessant is trouwens het snelle ontstaan van nieuwe beschavingen na de vloed. Hoe komt er bijvoorbeeld in Egypte al zo snel een vrij hoge cultuur kwam, veel sneller dan verwacht? Waarom is er geen geleidelijke ontwikkeling geweest van primitief naar een hogere beschaving? Het kan goed zijn dat technologische en culturele kennis van voor de vloed bekend was en weer snel werd toegepast.
Er blijven onzekerheden, maar hopelijk helpen de bovenstaande gezichtspunten bij de beantwoording van de vraag.
Zie verder A. Snelling, “Where Are All the Human Fossils?”. Voor de liefhebbers kan ik ook verwijzen naar zijn recentere uitvoerige werk “Earth’s Catastrophic Past. Geology, Creation, & the Flood.” Dallas: Institute for Creation Research, 2009 (1102 pagina’s).
Een eenvoudiger beschrijving staat in Don Batten e.a., “Hoe bestaat het? 60 vragen over schepping, evolutie en de Bijbel.” De Banier, 2009. Hoofdstuk 15: “Waar zijn alle menselijke fossielen?”
Prof. dr. M. J. Paul
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook: