Christus maakt geen onboetvaardige zondaren zalig
Ds. M. M. van Campen | Geen reacties | 27-08-2015| 15:00
Vraag
Aan ds. Van Campen. Ik las vanmorgen een verhandeling van dr. John Owen en hij zegt daarin het volgende: “In het algemeen wordt dit door ieder voor waar aangenomen dat Christus macht heeft om ons te zaligen als Hij wil; ja, wie zal Zijn macht om ons zalig te maken betwisten, alhoewel wij in de zonde en het ongeloof blijven voortleven? En velen verwachten dat Hij het zal doen, omdat zij geloven dat Hij daartoe machtig is als Hij wil. Maar werkelijk Christus kan het niet, Hij heeft zodanige macht niet: Hij kan geen ongelovige, onboetvaardige zondaren zalig maken, want dit kan Hij niet doen zonder Zichzelf te verloochenen, tegen Zijn woord te handelen en Zijn eigen heerlijkheid teniet te doen. Laat niemand zichzelf behagen met zulke ijdele inbeeldingen. Christus heeft de macht om zalig te maken al diegenen, en slechts die, die door Hem tot God gaan. Zolang gij in zonde en ongeloof blijft leven, kan Christus Zelf u niet zalig maken.”
Christus moet ons toch juist zalig maken van de zonde en het ongeloof? Hij is toch gekomen voor zondaren? Onze halfslachtigheid is toch juist de oorzaak van ons ongeloof? En wij zijn toch dood in zonde en misdaden. Hoe kunnen we dan ooit tot Christus gaan? Hoe verhoudt bovenstaande tekst zich tot het eenzijdig Godswerk? Ik bid veel of de Heere mij een nieuw hart wil geven en of ik Zijn kind mag zijn. Ik pieker zoveel over deze dingen, ik lig er wakker van en ik heb er soms echt hoofdpijn van. Alvast dank voor uw antwoord en een vriendelijke groet, een jongen die Christus mist.
Antwoord
Als ik John Owen goed begrijp wil hij het volgende punt duidelijk maken. Christus is gekomen om zondaren zalig te maken, dat is een getrouw woord en alle aanneming waard. Christus is machtig en gewillig om dat te doen. Zou voor de Heere iets te wonderlijk zijn? Dat is de ene kant. Maar de andere kant is dat de weg waarin De Zoon des mensen het verlorene zalig maakt, is de weg van berouw en geloof. Daartoe wordt ieder mens opgeroepen: geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden, Hand 16:31 en de keerzijde is: wie niet gelooft, zal verdoemd worden, Markus 16:16.
Er stonden twee bomen in het paradijs: de boom des levens en de boom van kennis van goed en kwaad. Er zijn twee lijnen in de Schrift: Gods raad en onze verantwoordelijkheid. En die twee moeten we naast elkaar laten staan.
1. Het bloed van Christus is volkomen voldoende en krachtig om de hele wereld te zaligen en op grond van dat bloed, wil God dat alle mensen behouden worden, 1 Timotheus 2:4. En dat meent God echt!
2. Anderzijds is het zo, dat alleen zij die hun zonden belijden aan God en in die weg een beroep doen op het bloed van Christus, dat de Heere getrouw en rechtvaardig is om hen de zonden te vergeven en te reinigen van alle ongerechtigheid, omdat het bloed van Jezus hen reinigt van alle zonden, 1 Johannes 1:7 en 9.
Verwar die twee nooit en begin aan de juiste kant, dat is bij de oproep je hart aan de Heere te geven hoe zondig, dwaas, ongelovig, halfslachtig en vuil het ook is. In Spreuken 10:20 staat: het hart van de goddeloze is weinig waard en toch word jij met dat goddeloze hart opgeroepen het aan de Heere te geven, Spreuken 23:26. Hij werpt dat hart dat zo weinig waard is niet weg, maar reinigt het, vernieuwt het en vervult het met zijn tere liefde. Wat een groot wonder is dat!
Dat wij dood in de zonden en misdaden zijn, mag je alleen maar op je lippen nemen als je levendgemaakt bent en je achteraf mag terugkijken op Zijn werk! Een zondaar mag dat nooit gebruiken als schild om achter te schuilen. Je bent geen slachtoffer, maar een schuldenaar! Je mag het niet zeggen en zelfs niet denken. Tot dode zondaars komt de stem van de Zoon van God en Hij roept: ontwaakt gij die slaapt en sta op uit de dood! En zeg dan niet: ik ben dood, maar: op uw Woord, o Leven van mijn leven, leggen wij het doodskleed af!
Jouw dood is geen onmacht, maar het ver verwijderd zijn van de hemelse Vader. Zoals de verloren zoon die terugkwam te horen kreeg: Deze mijn zoon was dood en is levend geworden! Hoe? Door terug te keren tot de Vader en te belijden: Vader ik heb gezondigd tegen U. Hij zal je nog voor je uitgesproken bent, in Zijn armen hebben omsloten en de kus van verzoening hebben gegeven.
Pieker niet meer, of, Johannes de Heer zou zeggen: tob niet langer voort, vertrouw op ’s Heeren woord. Daar zijn geen grenzen aan Jezus macht, voor elk die wonderen van Hem verwacht, maar die Hem aanraakt ( al is het met een bevende hand, bukkend de zoom van zijn kleed) ervaart zijn kracht.
Jongen, Hij is dichter bij dan je denkt, anders dan je denkt, genadevoller dan je denkt. Lig er niet langer over wakker, maar leg je aan Jezus’ voeten: daar is plaats én daar is de plek waar jij hoort. Hoor en je ziel zal (op)leven!
Je hebt hoofdpijn? Leg je moede hoofd aan de bloedwonde in de zijde van Christus. Er is maar één plaats van ware rust en dat is dicht bij het hart van God.
Ds. M. M. van Campen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M. M. van Campen
- Geboortedatum:02-03-1965
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Rotterdam-Zuid
- Status:Inactief